Care Fitness 50733 Computer User Manual
Page 41

In het HRC-display verschijnt een waarde van “1” wat overeenkomt met de eerste modus ‘HRC1’.
Met behulp van de UP/DOWN toetsen kunt u een modus selecteren. In het grote display verschijnt
vervolgens het bijbehorende percentage (voor HRC1/HRC2/HRC3) of ‘IND’ (voor HRC4).
Bevestig uw keuze met “ENTER”.
Het pulse-display zal beginnen te knipperen zodra u uw hartslag target heeft bereikt op basis van
het door u gekozen programma, en gaat over in de stand-by modus. Voor modi
HRC1/HRC2/HRC3 zal dit de waarde zijn zoals ingesteld onder punt F, en voor HRC 4 (‘IND’) de
waarde zoals ingesteld onder punt E.
E.
Zelf uw hartslagniveau instellen (SPM instelbereik: 50~220):
Het pulse-scherm zal gaan knipperen zodra uw hartslag zich op 65% van uw MHS bevindt.
Met behulp van de UP/DOWN toetsen kunt u uw hartslag target aanpassen. Bevestig met
“ENTER” en ga door naar het overzichtsscherm met alle HRC-parameters.
F.
Overzichtsscherm HRC-parameters:
De displays van de overige parameters, te weten HRC (hartslagniveau)/Age (leeftijd)/Time
(tijd)/Pulse (polsslag) knipperen en geven de ingestelde waarden aan. Druk op de “START” toets
om de HRC-functie te activeren.
G.
HRC-functie:
1) Nadat u op start hebt gedrukt zal de aanlopen op een vooraf ingestelde snelheid van 1km/u,
deze kunt u aflezen in de snelheidsdisplay. U kunt de snelheid daarna gedurende één minuut
aanpassen, waarna het systeem de snelheid en hellingshoek automatisch zal aanpassen aan
de ingestelde hartslag target.
2) Als u geen tijdwaarde instelt zal deze in het tijdsdisplay oplopen, anders wordt deze waarde
afgeteld. De loopband stopt automatisch zodra u uw hartslag target heeft bereikt, en gaat over
in de stand-by modus.
3) Als er tijdens de training geen polsslag wordt waargenomen, zal er in het pulse-display ‘Er’
verschijnen. De loopband zal geleidelijk tot stilstand worden gebracht.
Persoonlijke trainingsprogramma’s:
Gebruikers kunnen zelf, al naar gelang hun eigen behoeften, waarden instellen voor de parameters
snelheid en tijd en deze opslaan voor toekomstig gebruik. Er zijn 5 verschillende gebruikersprofielen
die elk 16 programma’s bevatten.
1) Persoonlijke trainingsprogramma’s: druk op de “USER SET” toets in stand-by modus en stel u eigen
trainingsprogramma samen. Het scherm zal oplichten en de instellingen voor gebruiker 1 kunnen worden
ingevoerd.
Met behulp van de UP/DOWN toetsen kunt u een programma selecteren. Druk vervolgens op “ENTER”
om een tijdwaarde in te stellen.
2) Tijd instellen
De standaard vooraf ingestelde tijdsduur is 16 minuten. Als u dit niet wijzigt zal de standaardinstelling
worden aangehouden. Pas de tijdsduur aan met behulp van de UP/DOWN toetsen (het tijdsbereik loopt
van 10-59 minuten). Druk vervolgens op “ENTER” om voor elk segment een waarde in te stellen voor
snelheid en weerstand.
3) Snelheid en weerstand instellen
a. Het eerste segment in de grafiek zal beginnen te knippen, wat inhoudt dat u nu een waarde kunt instellen.
De standaard vooraf ingestelde snelheid is 1 km/u en de weerstand is 0. Als u deze waarden niet wijzigt,
zullen de standaardinstellingen worden aangehouden.
Pas uw snelheid aan met behulp van de UP/DOWN toetsen.
Pas de weerstand aan met behulp van de UP/DOWN toetsen.
Druk op de “ENTER” toets om door te gaan naar het volgende segment en hiervoor de snelheid en
weerstand in te stellen.
b. Herhaal dit voor alle segmenten (2-16). Als u na instelling van het laatste segment op “ENTER” heeft
gedrukt, zal de computer tweemaal een pieptoon laten horen om u eraan te herinneren dat de waarden
voor dit segment al zijn ingesteld.
c. U kunt op elk moment tijdens het instellen op “STOP” drukken om het programma te verlaten.
d. Met behulp van de “USER SET” toets kunt u uw gegevens opslaan. De grafiek geeft alle snelheden weer;
het tijdsdisplay de totale tijdsduur; het weerstandsdisplay de weerstand per segment.
e. Om alle persoonlijke instellingen te verwijderen, moet u de “USER SET” toets enkele seconden