Vetter Accessories Tents User Manual
Page 74
©
DOSATRON INTERNATIONAL / 145
NL
©
DOSATRON INTERNATIONAL / 144
VOORZORGSMAATREGELEN ( vervolg)
DOSATRON: gebruik gepast
gereedschap, beschermende kledij
en een veiligheidsbril bij het
uitvoeren van werkzaamheden aan
het apparaat en installeer het zodat
u veilige werking waarborgt.
Volg de instructies van deze
gebruiksaanwijzing en neem tevens
veiligheidsvoorzorgsmaatregelen
aangepast aan de aard van de
vloeistof die u wilt doseren en aan
de temperatuur van het water die
de DOSATRON aandrijft. Wees
uiterst voorzichtig in aanwezigheid
van gevaarlijke stoffen (corrosieve,
giftige, oplossende, zure,
brandende, ontvlambare, enz...)
- Raadpleeg voor het aanzuigen
van agressieve chemicaliën uw
leverancier, om vast te stellen of de
doseerpomp hiertegen bestand is.
- Voor de installatie van de
DOSATRON op een netwerk
van warm water (60°C/140°F
Max) is een model met de optie
“T” verplicht. Deze hogere
temperatuur verhoogt het risico
en de gevaarlijkheid van de
hierboven vermelde substanties.
Het is sterk aanbevolen om het
doseertoestel, net zoals het geheel
van uw warmwaterinstallatie,
met een markering die dat risico
vermeldt te voorzien, en om de
van kracht zijnde wetgeving na
te leven.
- De eigenaar of gebruiker van de
pomp draagt de verantwoording
om te controleren of de
doorstroming en druk van de
installatie aan de specificaties
van de DOSATRON voldoen.
- De eigenaar of gebruiker van de
pomp draagt de verantwoording
om vast te stellen of de juiste
hoeveelheid injectievloeistof wordt
opgezogen om het gewenste
resultaat te bereiken.
- Het instellen van de dosering mag
nooit onder druk plaatsvinden.
Draai de watertoevoer uit en laat
de druk naar nul zakken.
- Lucht, een verontreiniging of
chemische aantasting van een
afdichtring/pakking kan het
doseren beïnvloeden. Het is
aanbevolen om regelmatig te
controleren of er injectievloeistof
wordt aangezogen.
- Vervang de aanzuigslang zodra
deze aangetast lijkt door de
injectievloeistof.
- laat de DOSATRON na gebruik niet
onder druk staan.
- spoelen van de DOSATRON is
gewenst:
. bij het vervangen van de
injectievloeistof
. vóór onderhoud aan de
DOSATRON,
teneinde contact met de
injectievloeistof te vermijden.
- Het in en uit elkaar nemen van de
pomp mag niet met gereedschap
gebeuren, gebruik alleen
handkracht.
2 - VERONTREINIGD WATER
- Installeer een filter met een
maaswijdte van 300 micron -
50 mesh (afhankelijk van de
waterkwaliteit) vóór de DOSATRON
(zie accessoires). Wanneer geen
filter wordt geïnstalleerd kunnen
verontreinigingen er de oorzaak van
zijn dat de DOSATRON voortijdig
slijt.
3 - WATERSLAG/BUITENSPORIGE
DOORSTROMING
- Installaties welke onderhevig zijn
aan waterslag dienen voorzien
te worden van een beveiliging,
zoals een terugslagklep en/of
waterslagdemper.
- Bij geautomatiseerde installaties
worden langzaam openende
en sluitende magneetventielen
aanbevolen.
- In geautomatiseerde installaties
waarin de DOSATRON diverse
sectoren bedient, dienen de
magneetventielen gelijktijdig in en
uit geschakeld te worden.
4 - PLAATSING EN INSTALLATIE
- De plaatsing van de DOSATRON en
de container met injectievloeistof
moet vrij toegankelijk zijn, maar
zodanig dat vluchtige chemicaliën
de injectievloeistof niet kunnen
bederven en geen risico tot
vervuiling meebrengen.
- Het wordt aanbevolen om alle
leidingen te voorzien van de
waarschuwing:
"niet voor menselijke consumptie".
5 - ONDERHOUD
- Spoel de DOSATRON na gebruik
door. Hang de aanzuigslang in een
emmer met schoon lauw water en
zuig ongeveer een 1/4 liter op
[0.264 US Gallons]).
- Regelmatig onderhoud, minimaal
eens per jaar, zal de levensduur van
uw DOSATRON verlengen. Vervang
de doseerpakkingen/afdichtringen
en de aanzuigslang minimaal
eens per jaar om u van een juiste
dosering te verzekeren.
6 - SERVICE
- Elke DOSATRON wordt voor het
inpakken in de fabriek getest.
- Complete onderhoud- en pakkingsets
zijn verkrijgbaar.
- Bel uw leverancier of Dosatron voor
service of onderdelen.