Aansluiten – Pioneer ANH-P10MP User Manual
Page 147
Aansluiten
Du
6
English
Español
Deutsch
Français
Italiano
Nederlands
• Aard niet meer dan één product
samen met de aarde van een ander
product. U dient bijvoorbeeld elke
versterkermodule afzonderlijk, los
van de aarde van dit apparaat te aar-
den. Door de aarde met elkaar te
verbinden, kan er brand en/of schade
aan producten ontstaan als de mas-
saverbinding losraakt.
Opmerkingen
• Dit apparaat is bestemd voor inbouw in voer-
tuigen met een negatief geaarde 12-volts
accu. Controleer voor de installatie de accus-
panning van uw voertuig.
• Om kortsluiting te vermijden, dient u vooral
voor het installeren de negatieve ≠ accukabel
los te maken.
• Zie voor nadere informatie over het aansluiten
van de eindversterker en andere toestellen de
gebruikershandleiding en voer de aansluiting
vervolgens uit zoals hierin beschreven.
• Wikkel ter bescherming ook isolatieband om de
bedrading waar deze de metalen oppervlakken
van de auto raakt.
• Zorg ervoor dat u de zekering alleen vervangt
door een zekering met de stroomsterkte die op
de zekeringhouder wordt aangegeven.
• Aangezien een uniek BPTL circuit wordt
gebruikt, mag de ≠ zijde van de speakerdraad
niet direct worden geaard en mogen de ≠ zij-
den van de speakerdraden niet met elkaar wor-
den verbonden. Zorg ervoor dat ≠ zijde van de
speakerdraad wordt verbonden met de ≠ zijde
van de speakerdraad op dit apparaat.
• Als de RCA aansluiting op het apparaat niet
wordt gebruikt, verwijder dan niet de dopjes die
aan het einde van de aansluiting zijn bevestigd.
• Sluit nooit speakers aan met een
uitgangswaarde van minder dan 50 W of een
impedantiewaarde die buiten de specificatie van
4 tot 8 ohm voor uw navigatiesysteem valt.
Wanneer er luidsprekers worden aangesloten
met andere uitgangs- en/of impedantiewaarden,
kan dit tot gevolg hebben dat ze vlam vatten,
beginnen te roken of beschadigd raken.
• Wanneer dit product op AAN wordt gezet,
wordt er een controlesignaal afgegeven door
middel van de blauw/witte draad. Maak dan
verbinding met de afstandsbediening van een
extern versterkersysteem (max. 300 mA 12 V
DC). Als het voertuig voorzien is van een
glazen antenne, maak dan verbinding met het
stroomaansluitpunt van de hulpversterker van
de antenne.
• Wanneer er in combinatie met dit systeem
een externe versterker wordt gebruikt, zorg er
dan voor dat de blauw/witte draad wordt ver-
bonden met de aansluiting van de versterker.
De blauw/witte draad mag evenmin worden
aangesloten op de stroomklem van de auto-
antenne. Een dergelijke verbinding kan een
excessieve stroomafname tot gevolg hebben,
waardoor het apparaat slecht functioneert.
Daarnaast kan de auto-antenne van het voer-
tuig beschadigd raken.
• Om kortsluiting te voorkomen dient u de los-
gekoppelde draad af te dekken met
isolatieband. Het is met name van belang alle
ongebruikte speakerdraden te isoleren.
Wanneer deze onbedekt blijven, kan er kort-
sluiting ontstaan.
• Om vergissingen te voorkomen is de
ingangskant van de IP-BUS aansluiting blauw
uitgevoerd en de uitgangskant zwart. Let op
dat u bij het aansluiten deze kleurcode volgt.
• Wanneer de auto-antennefunctie wordt
gebruikt door de blauw/witte draad te
verbinden met het voertuig met de auto-anten-
nefunctie, wordt de auto-antenne ontkoppeld
van het voertuig door het contactslot uit te
zetten of het voorpaneel los te maken.
CRD3863A_inst_142-169_NEL 4/9/04 2:38 PM Page 147