beautypg.com

Persoonlijke bescherming, Geautoriseerde bedieners, Wat te doen in noodgevallen – Karcher HKS 100 LM User Manual

Page 52: Indeling zones, Bijzondere omstandigheden in het ex-bereik

background image

-

2

In functie van de concentratie en het ge-
zondheidsrisico van de gebruikte reini-
gingsvloeistof moet de volgende veilig-
heidsuitrusting gedragen worden:

vloeistofafstotende veiligheidskledij

veiligheidsbril of gezichtsbescherming

dichte handschoenen

dicht schoeisel

Geautoriseerde bedieners zijn personen
die het 18e levensjaar beëindigd hebben
en in staat zijn om die installatie te bedie-
nen (uitzonderingen voor personen in op-
leiding zie BGV D15 §6).

Afzonderlijke hogedrukpomp uitscha-
kelen.

Toevoer van de reinigingsvloeistof slui-
ten.

Explosiegevaarlijke bereiken worden in
functie van de frequentie en de duur van
het optreden van gevaarlijke explosieve at-
mosferen in de verordening inzake be-
drijfsveiligheid (BetrSichV) en de norm EN
1127-1 in zones ingedeeld.
De definities van de zones valt binnen
de verantwoordelijkheid van de exploi-
tant.
Instructies voor de indeling van de zones
vindt u in de verordening inzake bedrijfs-
veiligheid (BetrSichV), de norm EN 1127-1,
de BGR 104 – ex-richtlijn van de BG Che-
mie en in de norm EN 60079-10.

Zone 0
Zone 0 is een bereik waar constant, ge-
durende langere tijd of frequent een ge-
vaarlijke explosieve atmosfeer als
mengsel van lucht en brandbare gas-
sen, dampen of nevels voorhanden
zijn.

Zone 1
Zone 1 is een bereik waar zich bij een
normale werking occasioneel een ge-
vaarlijke explosieve atmosfeer als
mengsel van lucht en brandbare gas-
sen, dampen of nevels kan vormen.

Zone 2
Zone 2 is een bereik waar zich bij een
normale werking geen of slechts gedu-
rende korte tijd een gevaarlijke explo-
sieve atmosfeer als mengsel van lucht
en brandbare gassen, dampen of ne-
vels kan vormen.

Zone 20
Zone 20 is een bereik waar gedurende
lange tijd of frequent een gevaarlijke ex-
plosieve atmosfeer in de vorm van een
wolk uit in de lucht voorhanden brand-
baar stof voorhanden is.

Zone 21
Zone 21 is een bereik waar zich bij een
normale werking occasioneel een ge-
vaarlijke explosieve atmosfeer in de
vorm van een wolk van in de lucht voor-
handen brandbaar stof kan vormen.

Zone 22
Zone 22 is een bereik waar zich bij een
normale werking geen of slechts gedu-
rende korte tijd een gevaarlijke explo-
sieve atmosfeer in de vorm van een
wolk van in de lucht voorhanden brand-
baar stof kan vormen.

1 De binnenreiniger mag in zone 0 van

reservoirs alleen gebruikt worden in-
dien de reservoirs een grootte van 3 m
diameter bij een courante reservoir-
hoogte of een vergelijkbare grootte niet
overschrijden.

2 Het massagehalte van de reinigings-

vloeistof aan niet-opgeloste vaste stof-
fen mag niet hoger liggen dan 1%.

3 De binnenreiniger moet elektrostatisch

geaard worden.

4 De pomp voor de reinigingsvloeistof

mag alleen gebruikt worden indien ze
met vloeistof is gevuld.

5 De nominale druk van de pomp mag bij

de werking met oplosmiddel niet hoger
zijn dan 5 MPa.

6 Het volume van de pomp mag bij de

werking met oplosmiddel niet hoger zijn
dan 50 l/min.

7 Het toerental van de reinigingskop mag

40 t/min niet overschrijden.

8 De bedrijfstemperatuur van de reini-

gingsvloeistof water met reinigingsmid-
delen mag 60 °C niet overschrijden.

9 De bedrijfstemperatuur van de reini-

ginsvloeistoffen oplosmiddelen, logen
en zuren mag 20 °C niet overschrijden.

10 De binnenreiniger moet na een gepaste

bedrijfsduur gecontroleerd worden op
perfecte toestand en functie (o.a. lagers
op slijtage en reminrichting op functio-
naliteit). Indien nodig moet een repara-
tie uitgevoerd worden.

11 De binnenreiniger mag alleen gebruikt

worden met reinigingsvloeistoffen en in
mediums tegen dewelke de materialen
voldoende bestand zijn.

12 Reinigingsvloeistoffen die brandbare

oplosmiddelen bevatten, moeten over-
eenstemmen met de ontstekingsgroe-
pen IIA en IIB. Oplosmiddelen van de
ontstekingsgroep IIC mogen niet ver-
spreid worden.

13 De binnenreiniger mag zich niet con-

stant, maar alleen tijdens de reiniging
van het reservoir in zone 0 bevinden.
De in het kader van BetrSichV gelden-
de bedrijfsvoorschriften en andere nati-
onale bepalingen moeten gerespec-
teerd worden. Er moet rekening gehou-
den worden met het feit dat de verbin-
ding reservoir / in het reservoir gebrach-
te binnenreiniger niet vlamveilig is.

14 Slangen moeten elektrostatisch gelei-

dend zijn (weerstand R < 1000000
Ohm).

15 Er mogen alleen reinigingsvloeistoffen

met een geleidingsvermogen G > 1000
pS/m gebruikt worden.

16 Alle delen die in contact komen met het

medium moeten aangesloten zijn aan
het aardingssysteem.

Persoonlijke bescherming

Bij het reinigen van ge-
luidsversterkende onder-
delen dient men gehoor-
bescherming te dragen
ter voorkoming van ge-
hoorbeschadigingen.

Geautoriseerde bedieners

Wat te doen in noodgevallen

Indeling zones

Bijzondere omstandigheden in het

Ex-bereik

52

NL

This manual is related to the following products: