Enerpac ER-Series - Manual (Page 30)

WERKING
Verplaatsen van de last
1. Maak de baan schoon. Als de baan niet vlak en schoon is, kan de ketting
geblokkeerd raken.
2. Verplaats de last door hem gelijkmatig te duwen of te trekken. Niet aan de last ruk-
ken. Niet duwen of trekken met de stuurstangen.
 WAARSCHUWING
Stop het vervoer onmiddellijk als een rolschaats geblokkeerd raakt.
Ga niet harder dan de maximumsnelheid van 5 m/min [16.4 ft/min].
Maak gebruik van een achteraanslag om te voorkomen dat de last achteruitrolt wanneer
u hellingen op- of afgaat.
Nemen van bochten
Gebruik draaikransen om de last te sturen terwijl de rolschaats in beweging is. De
minimale draaicirkel is 3 m [10 ft.].
Neem bochten niet door de last te forceren.
U kunt als volgt een bocht nemen zonder draaikrans:
1. Hef de last op.
2. Zorg dat de last veilig en volledig wordt ondersteund.
3. Zorg dat de rolschaatsen op één lijn liggen met de nieuwe verplaatsingsrichting.
4. Laat de last op de rolschaatsen zakken; zorg ervoor dat de last volledig en gelijkmatig
op de rolschaatsen rust.
Problemen
Als de rolketting van één of meerdere rolschaatsen geblokkeerd wordt door obstakels,
duwt u de last voorzichtig terug en verwijdert u het obstakel.
Als een rolschaats onder de last gedraaid is door obstakels, oneffenheid van de baan of
een ander probleem, volgt u de onderstaande instructies:
1. Hef de last op.
2. Zorg dat de last veilig en volledig wordt ondersteund.
3. Verwijder het obstakel en zorg dat de rolschaatsen op één lijn staan met de verplaat-
singsrichting.
4. Laat de last op de rolschaatsen zakken; zorg ervoor dat de last volledig en gelijkmatig
op de rolschaatsen rust.
30