Enerpac HPT-Series User Manual
Page 24
24
Tabel 1 - Specifi caties, HPN- en HPT-reeksen Hydraulische Handpompen
Model
Type
(snelheid)
Maximum Druk [bar]
Olievolume per slag
[cm
3
]
Bruikbare oliecapaciteit
cm³ [in³]
Trap 1
Trap 2
Trap 1
Trap 2
HPT-1500
Tweetraps
13,8 [200]
1500 [21755]
11,26 [0,687]
2,47 [0,151]
2540 [155]
HPN-2000
Tweetraps
13,8 [200]
2000 [29000]
11,26 [0,687]
2,47 [0,151]
2540 [155]
7. Verwijder de ventilatie/vuldop. Voeg olie toe aan het reservoir
indien dat nodig zou zijn.
8. Plaats de ventilatie/vuldop opnieuw. Zorg er voor dat de dop
opnieuw in de “ventilatie”positie staat.
6.0 ONDERHOUD
Om het oliepeil van de pomp te controleren:
1. Open het drukontlastventiel om olie in het systeem de kans
te geven om terug te keren naar het reservoir.
2. Verwijder de ventilatie/vuldop van het reservoir.
3. Voeg Enerpac hydraulische olie toe tot het peil het merkteken
op de einddop van de pomp bereikt. Vul het reservoir nooit
met te veel olie.
4. Plaats de ventilatie/vuldop terug. Plaats de dop terug in de
“ventilatie”positie.
• Om te kunnen functioneren, hebben alle handpompen een
bepaalde hoeveelheid lucht in het reservoir nodig. Indien het
oliepeil te hoog is, zal de pomp niet correct werken.
• Indien de pomp gebruikt wordt in vuile omstandigheden, wordt
er aanbevolen om frequenter olie te wisselen. Hervul met schone
Enerpac-olie.
• Smeer de hendelpen, de dwarspen, en de zuigerkop periodiek
in.
6.1 Houd hydraulische verbindingen schoon
Wanneer de koppelinghelften losgemaakt zijn, dienen er steeds
stofdoppen of pluggen te worden aangebracht. Neem alle
mogelijke voorzorgsmaatregelen om de pomp en hydraulisch
systeem te beschermen tegen binnenkruipend vuil en andere
verontreinigingen. Vreemd materiaal in het systeem kan leiden
tot schade aan de pomp en het ventiel. Dergelijke schade valt
niet onder de garantie.