beautypg.com

Wateraansluiting, Min. druk: 0,2 mpa (2 bar), Max. druk: 0,8 mpa (8 bar) – Siemens GS36DPI20 User Manual

Page 94: Elektrische aansluiting, Nl 94 wateraansluiting

background image

nl

94

Wateraansluiting

De wateraansluiting mag alleen door een

vakkundig monteur volgens de

plaatselijke voorschriften van het

waterleidingbedrijf worden uitgevoerd.
De waterkraan moet zich in de buurt van

het apparaat bevinden en moet ook na

plaatsing van het apparaat goed

toegankelijk zijn.
De bijgevoegde slangenset heeft een

lengte van 2 meter.

m

Attentie

Voor de aansluiting op het drinkwaternet

uitsluitend de bijgevoegde of een bij de

klantenservice gekochte slangenset

gebruiken.
In geen geval aanwezige of reeds

gebruikte slangensets gebruiken.
Het apparaat alleen aansluiten op een

drinkwaterleiding:

Min. druk: 0,2 MPa (2 bar)

Max. druk: 0,8 MPa (8 bar)

Druk hoger dan 0,8 MPa (8 bar):

drukbegrenzer installeren tussen de

drinkwateraansluiting en

de slangenset

m

Attentie

Watertoevoerslang niet knikken,

afknellen, wijzigen of doorsnijden! Afb. (
Aanwijzing
De maximale uitwendige diameter van

de waterleiding (zonder

verbindingsstukken) bedraagt 25 mm.

m

Attentie

Controleer na de eerste afname de

dichtheid van de aansluitingen! Afb. )

Elektrische aansluiting

Het stopcontact moet zich in de buurt

van het apparaat bevinden en ook na het

opstellen van het apparaat goed

bereikbaar zijn.
Het apparaat voldoet aan

beschermklasse I. Het apparaat

aansluiten op een volgens de

voorschriften geïnstalleerd 220–240 V/

50 Hz wisselstroomstopcontact met

aardleiding. Het stopcontact moet zijn

beveiligd met een zekering van 10 A tot

16 A.
Bij apparaten die in niet Europese landen

worden gebruikt op het typeplaatje

controleren of de aansluitspanning en de

stroomsoort overeenkomen met de

waarden van uw elektriciteitsnet. U vindt

deze gegevens op het typeplaatje.

Afb. *

m

Waarschuwing

Het apparaat mag in geen geval worden

aangesloten op elektronische

energiebesparingsstekkers.
Voor onze apparaten kunnen

netvoedingsinverters en sinusinverters

worden gebruikt. Netvoedingsinverters

worden gebruikt bij fotovoltaïsche

installaties die rechtstreeks zijn

aangesloten op het openbare

elektriciteitsnet. Bij losstaande systemen

(bijv. op schepen of in berghutten) die

geen rechtstreekse aansluiting op het

openbare elektriciteitsnet hebben, moet

een sinusinverter worden gebruikt.