Bondioli&Pavesi 399CEEG01_D User Manual
Page 81

81
NL
DRAAIMOMENTBEGRENZERS MET FRICTIEPLATEN
Op het moment van de installatie van het mechanisme of na een periode van
stilstand dient men te controleren of de frictieplaten goed functioneren.
• Wanneer de frictieplaten zichtbaar zijn (zie figuur 44) is de koppeling van het type
FV met schotelveer en FFV met schroefveren. Meet en noteer de veerhoogte zoals
afgebeeld in figuur 45. Wanneer de frictieplaten bedekt zijn met een metalen strook
(zie figuur 46), dan is het een FT-frictiekoppeling.
Als de platen van de koppeling
zichtbaar zijn en de bouten blinde moeren hebben, dan is de koppeling van het
type FK. Na afloop van het seizoensgebruik dient u de veerdruk te ontspannen en
het mechanisme op een droge plaats te bewaren. Alvorens het mechanisme weer
in gebruik te nemen, dient men te controleren of de frictieplaten goed functioneren
en dient men de veerhoogte terug te brengen naar de oorspronkelijke waarde.
Bij oververhitting van het mechanisme als gevolg van vaak en langdurig slippen,
dient men de dealer van de machine of de dealer van Bondioli & Pavesi te raadplegen.
FV - DRAAIMOMENTBEGRENZER MET FRICTIEPLATEN
Het slippen van de frictieplaten verlaagt de waarde van het draaimoment.
Kortstondige overschrijding van het toegestane draaimoment en
overbelasting worden vermeden. Deze voorziening kan worden gebruikt als
draaimomentbegrenzer of als startmechanisme voor zeer trage machines.
De ijking kan gewijzigd worden via de bijstelling van de werkhoogte van de veer.
Bij een FV-frictiekoppeling zijn de metalen platen en de frictieplaten zichtbaar.
De ijking van de draaimomentbegrenzers met FV-frictieplaten varieert naar
gelang de hoogte ‘h’ van de veren. Om de ijkwaarde te verhogen/verlagen
draait u de acht moeren een kwartdraai vast/los. Controleer vervolgens de
werking. Herhaal deze handeling indien nodig. Draai de bouten niet te vast, dit zou
de werking immers negatief kunnen beïnvloeden.
FT - FK - DRAAIMOMENTBEGRENZERS MET FRICTIEPLATEN
Het slippen van de frictieplaten verlaagt de waarde van het draaimoment.
Kortstondige overschrijding van het toegestane draaimoment en
overbelasting worden vermeden. Deze voorziening kan worden gebruikt als
draaimomentbegrenzer of als startmechanisme voor zeer trage machines. De FT-
frictiekoppeling heeft een metalen strook om haar omtrek. De druk van de veer is
correct wanneer ze de metalen strook raakt. Deze conditie kan verkregen worden
door de bouten aan te halen tot de veer de strook blokkeert en de moer vervolgens
1/4 slag los te draaien. Draai de bouten niet te vast, dit zou de werking negatief
kunnen beïnvloeden.
De FK-koppeling heeft bouten met blinde moeren. De
samendrukking van de veer is correct als de moeren volledig zijn aangedraaid.
Gebruik uitsluitend speciale B&P-bouten en -moeren.
Wanneer er in de flensgaffel behalve de acht bouten ook vier
cilinderkopschroeven met binnenzeskant zitten, is de frictiekoppeling
voorzien van een veiligheidsveer. De druk van de veer wordt tot het minimum
teruggebracht wanneer de vier schroeven in de flens worden gedraaid. Lees de
instructies die bij de frictiekoppelingen met veiligheidsveer geleverd zijn. Dankzij de
veiligheidsveer is het mogelijk de staat van de frictieplaten te controleren en de druk
van de veren op de frictieplaten tot het minimum terug te brengen tijdens periodes
van stilstand. Bij de frictiekoppelingen die voorzien zijn van een veiligheidsveer
wordt een gebruiks- en onderhoudshandleiding geleverd. Lees deze voor
een correct gebruik van de veiligheidsveer.
45
46
47
44