Video-aansluitingen – Arcam surround sound receiver AVR300 User Manual
Page 130

AVR300
N-8
AVR300
N-9
N
e
d
e
rl
a
n
d
s
Video-aansluitingen
Met AVR300 kunnen verschillende videoformaten geconverteerd worden.
Dit betekent dat de AVR300 composiet, S-video en component indien
nodig kan converteren.
Als u bijvoorbeeld naar composietinvoer van een VCR kijkt, kunt
u deze via de uitgangen S-video of component/RGB-video van de
AVR300 bekijken. U hoeft hierdoor maar één (meestal hoogwaardige
Component/RGB) aansluiting tussen de AVR300 en uw displayapparaat
te gebruiken.
De opnamelussen werken niet vanaf de video-omzetter.Wanneer u
dus een S-video- of composietsignaal wilt opnemen, moet er een S-
video- of composietsignaal (respectievelijk) worden aangevoerd.
Video-aansluitingen voor composiet/S-video
dm
dn
MONITOR OUT
.
Er worden twee connectors voor video-uitgangen meegeleverd, één voor S-video en één voor
composietvideo. De uitgangen dragen altijd dezelfde informatie over en kunnen, indien nodig,
tegelijk gebruikt worden. Sluit een van deze uitgangen op de video-ingang van uw displayapparaat
aan.
dq
VCR IN
,
ds
PVR IN
,
dt
AV
,
ek
SAT
,
el
DVD
.
Sluit de uitgangen voor composietvideo van uw bronapparatuur op deze ingangen aan. Welke
aansluiting u gebruikt (S-video of composiet), is afhankelijk van de lokatie waar het signaal naartoe
geleid wordt: als het signaal voor Zone 2 is, is een composietaansluiting vereist; is het signaal voor
opname (het wordt bijv. naar een VCR geleid), dan moet het aansluitingstype met de aansluiting
op het opnameapparaat overeenkomen (d.w.z. als het opnameapparaat een S-videosignaal vereist,
moet er een S-video-aansluiting van de bronapparatuur gebruikt worden).
Zijn beide aansluitingen gemaakt, dan wordt het signaal van de S-video-ingang gebruikt voor de
hoofdzone als er geen component/RGB-signaal is.
dp
VCR OUT,
dr
PVR OUT
.
Sluit een van de uitgangen voor S-video of composietvideo op de video-ingang van uw VCR of
PVR aan. De gebruikte aansluiting moet overeenkomen met het videotype van de bron die u wilt
opnemen (zoals hierboven beschreven).
Bijvoorbeeld: Als u een S-videosignaal van uw satellietontvanger op uw VCR wilt opnemen, moet de
aansluiting naar de VCR ook S-video gebruiken.
Hoogwaardige (component-) video-aansluitingen
Deze ingangen zijn geschikt voor aansluiting op component- (YUV/YCrCb) of RGB-uitgangen.
Deze signalen worden meestal verkregen van een dvd-speler, settop-box of gameconsole, en
bieden de best mogelijke beeldkwaliteit.
De hoogwaardige componentvideo-aansluitingen werken onafhankelijk van de
aansluitingen voor composiet-/S-video.
De componentvideostandaard wordt gewoonlijk in Noord-Amerika/NTSC-regio’s gebruikt,
terwijl RGB in Europa wordt gebruikt.
INGANGEN
em
AV
,
eo
DVD
,
ep
SAT
. Sluit de video-uitgangen van uw hoogwaardige
videobronnen op deze ingangen aan.
en
HIGH QUALITY VIDEO OUT
. Sluit deze aansluitpunten op de ingangen voor componentvideo van uw
displayapparaat aan.
Belangrijke informatie over in- en uitgangen voor HQ-video
n
In het set-up-menu Video Settings [Video-instellingen] kan elk van deze drie
hoogwaardige componentvideo-ingangen afzonderlijk worden toegewezen aan een van
de andere ingangen. Zo hoeft de ingang DVD niet altijd voor dvd gebruikt te worden. Zie
pagina 14 voor meer informatie.
n
U kunt component- en RGB-bronnen niet samen gebruiken. U kunt component of RGB
selecteren op de pagina General Settings [Algemene instellingen] van het set-up-menu
(zie pagina 10).
n
De ingangen voor hoogwaardige componentvideo hebben voldoende bandbreedte voor
NTSC-video (525/60) of PAL- video (625/50) met lijnverdubbeling (progressieve scan)
en ook Amerikaanse HDTV-videosignalen. Wanneer ze echter met dergelijke signalen
worden gebruikt, wordt het OSD niet over het beeld heen gelegd, maar uitgevoerd
als standaard interlaced NTSC- of PAL-frequentie (525 of 625 lijnen) op een effen
achtergrond.
n
Wanneer u de HQ-video-ingangen gebruikt, worden de uitgangen voor composiet en S-
video gedempt. Dit komt doordat de verwerking voor het OSD ongeldige videosignalen op deze
uitgangen zou creëren.
SCART RGB 4-DRAADSVERBINDING
(SCART verwijst naar de meerpolige A/V-connector die gewoonlijk voor Europese A/V-apparatuur
gebruikt wordt.)
Voor sommige videoprojectors en de meeste Europese tv’s moet een vierdraads RGB-aansluiting gebruikt
worden, waarbij het synchronisatiesignaal gescheiden is van RGB. In dit geval moet u
MON OUT
dn
van composietvideo voor de synchronisatie-informatie gebruiken. U kunt via uw leverancier een kabel
verkrijgen om deze vierdraads RGB-aansluiting te maken (zie de tabel met SCART-aansluitingen achter in
deze handleiding). Let erop dat deze functie (naast de RGB-aansluitingen) een composietvideo-aansluiting
vereist tussen de bron en de AVR300 om het extra synchronisatiesignaal te kunnen aanvoeren.
Bij de meeste SCART-tv-ingangen moet de RGB-statusregel voor SCART ingesteld worden voordat
VIDEO
OUT
IN
VCR
OUT
IN
PVR
AV
SAT
DVD
S
C
MON
OUT
ZONE2
VIDEO
OUT
��
��
��
��
��
��
��
�� �� ��
AV
DVD
OUT
SAT
HIGH QUALITY VIDEO IN
��
��
��
��
De volgende videoconversies zijn mogelijk:
Naar:
Van:
Composite
S-video
Component/
RGB
Composite
Ja
Ja
Ja
S-video
Ja
Ja
Ja
Component/
RGB
Nee
Nee
Nee
Conversie van RGB-video naar componentvideo (en
vice versa) wordt niet door de AVR300 ondersteund.
Wanneer u uw
apparaten op deze
connectors aansluit,
houdt u zich dan aan
de letter-/kleurcodering
voor elke ingang. Er zal
geen schade ontstaan
bij onjuiste aansluiting,
maar dit zal wel leiden
tot vreemd gekleurde of
onstabiele beelden.