beautypg.com

ABUS TVIP40000 User Manual

Page 186

background image

186

Nederlands

Lokale opname

Er kan een opname op de lokale harde schijf gestart of gestopt worden. Het opnamepad wordt onder
„Klantinstellingen” geconfigureerd.

Volume aanpassen

Klik op het symbool om handmatig het niveau voor de audio-uitgang in te stellen.

Audio aan/uit

Spreken

Zolang de knop ingedrukt is, worden audiosignalen van de pc aan de audio-uitgang van de videoserver
overgedragen.

Microfoonvolume

Klik op het symbool om handmatig het niveau voor de audio-ingang van de videoserver aan te passen.

Mute

Schakel de audio-ingang van de videoserver in/uit.

Volledig beeld

Activeer het aanzicht volledig beeld. Het livebeeld van de videoserver wordt beeldschermvullend
weergegeven.

5.2 Klantinstellingen

De gebruikersinstellingen worden op de lokale computer opgeslagen. De volgende instellingen staan ter
beschikking:

Mediaopties maakt het de gebruiker mogelijk om de audio- of videofuncties te deactiveren.

Protocolopties
maakt de keuze van een verbindingsprotocol tussen de client en de server mogelijk. Twee
protocolopties staan voor de optimalisatie van de toepassing ter beschikking: UDP, TCP, HTTP.

Het UDP-protocol maakt een groter aantal realtime audio- en videostreams mogelijk. Sommige datapakketten
kunnen hierbij echter wegens een grote hoeveelheid data in het netwerk verloren gaan. Beelden kunnen
hierdoor alleen onduidelijk weergegeven worden. Het UDP-protocol wordt aanbevolen als geen speciale
eisen gesteld worden.

In het TCP-protocol gaan minder datapakketten verloren en een preciezere videoweergave wordt
gegarandeerd. Het nadeel van dit protocol bestaat echter daarin dat de realtime stream slechter is dan deze
van het UDP-protocol

Het HTTP-protocol kiest u als het netwerk door een firewall beschermd en alleen de HTTP-poort (80)
geopend moet worden.

De keuze van het protocol wordt in de volgende volgorde aanbevolen: UDP – TCP – HTTP

MP4 opnameopties: maakt het de gebruiker mogelijk om het bestandspad voor de directe gegevensopslag
aan te passen. De knop „Datum en tijd aan bestandsnaam hangen” creëert bestanden met de volgende
identificatie: