Deutsch, Nederlands – AEG WS 24-230 User Manual
Page 50

DE
Deutsch
48
Ned
Nederlands
f) Wees bijzonder voorzichtig bij invallend frezen in bestaan-
de muren of andere plaatsen zonder voldoende zicht. De inval-
lende doorslijpschijf kan bij het doorslijpen van gas- of waterleidingen,
elektrische leidingen of andere objecten een terugslag veroorzaken.
Bijzondere waarschuwingen voor schuurwerkzaamheden:
a) Gebruik geen schuurbladen met te grote afmetingen,
maar houd u aan de voorschriften van de fabrikant voor de
maten van schuurbladen. Schuurbladen die over de rand van
de steunschijf uitsteken, kunnen verwondingen veroorzaken en
kunnen tot blokkeren, scheuren van de schuurbladen of terugslag
leiden.
Bijzondere waarschuwingen voor werkzaamheden met
draadborstels:
a) Let op dat de draadborstel ook tijdens het normale
gebruik draadstukken verliest. Overbelast de draden niet
door een te hoge aanpersdruk. Wegvliegende draadstukken
kunnen probleemloos door dunne kleding en/of de huid dringen.
b) Als het gebruik van een beschermkap wordt geadvisee-
rd, dient u te voorkomen dat beschermkap en draadborstel
elkaar kunnen raken. Vlakstaal- en komstaalborstels kunnen
door aandrukkracht en centrifugaalkrachten hun diameter
vergroten.
Verdere veiligheids- en werkinstructies
Bij het schuren van metalen ontstaan vonken. Er op letten dat
er geen personen in gevaar worden gebracht. In verband met
het brandgevaar mogen zich geen brandbare materialen in de
buurt (gebied waar de vonken vallebevinden. Geen stofafzuiging
gebruiken
Machine altijd zo vasthouden dat vonken of slijpstof van het
lichaam zijn af gericht.
Niet aan de draaiende delen komen.
Machine onmiddellijk controleren als sterke trillingen optreden of
andere gebreken worden vastgesteld. Controleer de machine om
de oorzaak vast te stellen.
Bij extreme gebruiksvoorwaarden (bijv. gladslijpen van metaal met
de steun en de vulkaanfiber-slijpschijvekan in het inwendige van
de haakse slijper ernstige verontreiniging ontstaan. Bij dergelijke
werkzaamheden is om veiligheidsredenen een grondige reiniging
van de binnenzijde (verwijdering van metaalslijpseen tevens de
voorschakeling van een lekstroomschakelaar (Fvereist. Na het
aanspreken van de lekstroomschakelaar moet de machine ter
reparatie worden opgestuurd.
Spanen of splinters mogen bij draaiende machine niet worden
verwijderd.
NETAANSLUITING
Uitsluitend op éénfase-wisselstroom en uitsluitend op de op het
typeplaatje aangegeven netspanning aansluiten. Aansluiting is ook
mogelijk op een stekerdoos zonder aardcontact mogelijk, omdat
het is ontwerpen volgens veiligheidsklasse II.
Verplaatsbaar gereedschap moet bij het gebruik buiten aan een
aardlekschakelaar (FI,RCD,PRCD) aangesloten worden.
Machine alleen uitgeschakeld aan het net aansluiten.
Vanwege kortsluitingsgevaar mogen metaaldeeltjes niet in de
luchtschachten terechtkomen.
WS 22-180, WS 22-230, WS 24-230 GV: Inschakeling veroorzaakt
een kortdurende spanningsdaling. Bij ongunstige voorwaarden van
het stroomnet kunnen nadelige gevolgen voor andere machines of
apparaten optreden. Bij netimpedanties van minder dan 0,2 ohm
treden waarschijnlijk geen storingen op.
VOORGESCHREVEN GEBRUIK VAN HET SySTEEM
De haakse slijpmachine is geschikt voor het doorslijpen envoorbe-
werken van allerlei materialen, bijvoorbeeld metaal ofsteen, voor
het slijpen met een kunststof slijpschijf en voor hetwerken met
een staalborstel. Neem in twijfelgevallen deaanwijzingen van de
toebehorenfabrikant in acht.
Voor doorslijpwerkzaamheden gesloten beschermkap uit het
toebehorenprogramma gebruiken.
Neem in twijfelgevallen deaanwijzingen van de toebehorenfabri-
kant in acht.
Het elektrische gereedschap is alleen geschikt voor de droge
bewerking.
ARBEIDSINSTRUCTIES
Bij gebruik van gereedschappen die bedoeld zijn voor wielen met
schroefgaten, dient men te controleren dat de schroefdraad in het
wiel lang
Slijpschijven altijd volgens de voorschriften van de fabrikant
gebruiken en bewaren.
Bij schuren en doorslijpen altijd met de beschermkap werken.
Gebogen slijpschijven moeten zodanig worden gemonteerd dat
het schuuroppervlak niet boven de rand van de veiligheidskap
uitsteekt.
De flensmoer moet vóór de ingebruikname van de machine
aangetrokken zijn.
Altijd de zijhandgreep gebruiken.
Het te bewerken werkstuk moet vast worden ingespannen als het
niet door het eigen gewicht stabiel ligt. Nooit het werkstuk met de
hand tegen de schijf houden.
HERSTARTBEVEILIGING
WS 22-180 E, WS 22-230 E, WS 24-230 GEV:
Machines met vastzetbare schakelaar zijn uitgerust met een
herstartbeveiliging. Deze voorkomt een herstart van de machine na
een stroomuitval. Bij een hernieuwd begin van de werkzaamheden
uitschakelen en weer inschakelen.
AANLOOP STROOMBEGRENZING
WS 22-180 E, WS 22-230 E, WS 24-230 GEV:
De inschakelstroomsterkte van de machine bedraagt een veelvoud
van de nominale stroomsterkte. Door de aanloopstroombegrenzing
wordt de inschakelstroomsterkte zo ver gereduceerd, dat een
zekering (16 A traag) niet aanspreekt.
ZACHTE AANLOOP
WS 22-180 E, WS 22-230 E, WS 24-230 GEV:
De elektronische zachte aanloop zorgt voor een veilig vasthouden
van de machine wanneer deze wordt ingeschakeld.