Veiligheidsfuncties – Nilfisk-ALTO RS 850 User Manual
Page 202
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
42
33014576(4)2008-02 A
RS 850
ONDERHOUD IN DE WINTER
Volg tijdens de wintermaanden zorgvuldig de onderhoudsprocedures die hier worden beschreven.
Procedures voor opslag van de veegmachine of voor veegmachines die bij temperaturen lager dan 0°C (+32°F) werken
Leeg de waterleidingen en -tanks.
Leeg en reinig/vervang het waterfi lter.
Voeg antivries toe aan de watertanks (controleer hoeveelheid per liter).
Activeer de waterpomp om de antivriesvloeistof in het watersysteem te laten circuleren totdat het uit de leidingen van de
borstels, uit de leiding van de aanzuigmondbuis en uit de leiding van de achterste buis (waar van toepassing) loopt (zie de
betreffende delen). Stop de pomp wanneer de vloeistof uit de spuitmonden stroomt.
Start de dieselmotor (zie het betreffende deel).
Laat de antivriesvloeistof onder hoge druk door het watersysteem stromen totdat de vloeistof uit de spuitmond komt door de
pomp te activeren met de hendel in de cabine (zie de betreffende delen). Stop de pomp wanneer de antivriesvloeistof naar
buiten stroomt.
LET OP!
Gebruik het stofneerslagsysteem niet wanneer de omgevingstemperatuur lager dan 0°C (+32°F) is wanneer er ijs
kan ontstaan op de vloer.
Procedures voor de tweede opslagmaand
Vervang de motorolie en het bijbehorende fi lter (zie de betreffende delen).
Vul de brandstoftank (zie het betreffende deel).
Smeer de machine.
Laad de accu op.
Controleer de bandenspanning (zie het betreffende deel).
Procedures voor de derde opslagmaand
Herhaal dezelfde procedures voor de tweede maand.
Sluit elke maand een acculader aan en houd de accu 12/24 uur opgeladen.
VEILIGHEIDSFUNCTIES
Op de machine zijn de volgende veiligheidsfuncties voorzien.
Signaal bij het achteruitrijden
De machine is voorzien van een sensor met overeenkomend geluidssignaal om aan te geven dat het voertuig in zijn achteruit staat.
Snelheidsbegrenzer van de draaiing van de borstels
De machine is afgesteld zodat het draaien van de borstels wordt gestopt als de dieselmotor meer dan 2.050 toeren draait.
Beveiligingsknop op de manipulator
De bedieningsknoppen op de manipulator zijn alleen actief als de beveiligingsknop (op de manipulator) is ingedrukt.
Veiligheidsmechanisme voor de bedieningsvolgorde bij het starten van de borstels
De aanzuigmond daalt alleen als de startschakelaar van de borstels is ingedrukt maar het draaien van de borstels begint alleen
nadat de aanzuigmond volledig is gedaald.
Sensor voor startbeperking van dieselmotor wanneer het gaspedaal wordt geactiveerd
De machine is voorzien van een sensor die het starten van de dieselmotor beperkt wanneer het gaspedaal is geactiveerd.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
8.
9.