Nilfisk-ALTO RS 850 User Manual
Page 197
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
RS 850
33014576(4)2008-02 A
37
Afstelling van de hoogte van de derde borstel
Draai aan de zelfborgende spanningsmoer (5, Afb. AI) van de veer (6), overwegende dat:
losdraaien van de moer (5) doet de borstel zakken;
vastdraaien van de moer (5) doet de borstel omhoog gaan.
Voer punt 1 opnieuw uit.
Regeling van de voorwaartse hellingshoek (4, Afb. AH) van de derde borstel
Draai de contramoeren (7 en 8, Afb. AI) los en regel de voorwaartse hellingshoek (4) door een hendel in de opening (10) te
voeren en te draaien aan de trekband (9).
Draai als de afstelling is uitgevoerd de contramoeren (7) en (8) vast.
Voer punt 1 opnieuw uit.
Als de borstel door overmatige slijtage niet meer kan worden afgesteld, moet deze zoals in het betreffende deel worden
vervangen.
VERVANGING VAN DE BORSTELS
OPMERKING
Er zijn verschillende soorten borstels leverbaar. Deze procedure is van toepassing op alle soorten borstels.
WAARSCHUWING!
Wij raden u aan werkhandschoenen te dragen als u de zijborstels vervangt omdat er scherpe deeltjes tussen de
haren van de borstels kunnen blijven hangen.
Breng de borstels omhoog en schakel de parkeerrem (13, Afb. E) in.
Draai de contactsleutel (24, Afb. D) in stand ‘UIT’ en verwijder de sleutel.
Verwijder de onderste hoofdschroef (1, Afb. AJ) en verwijder de te vervangen borstel (2). Haal de spie terug.
Verwijder de schroeven (3, Afb. AJ) en de fl ens (4) van de verwijderde borstel.
Monteer de fl ens (4, Afb. AJ) en bevestig deze met de schroeven (3) op de nieuwe te installeren borstel.
Installeer de nieuwe borstel (2, Afb. AJ) met de spie en draai de hoofdschoef (1) aan.
Controleer de hoogteafstelling van de nieuwe borstel, de procedure hiervoor wordt in het betreffende deel beschreven.
CONTROLE VAN DE PARKEERREM
Trek de hendel (13, Afb. E) van de parkeerrem aan en controleer de juiste werking ervan. Controleer bovendien of de rem
hetzelfde werkt op beide voorwielen.
Stel de parkeerrem waar nodig af zoals aangegeven in de Werkplaatshandleiding.
CONTROLE VAN HET OLIEPEIL VAN DE DIESELMOTOR
Schakel de parkeerrem (13, Afb. E) in.
Draai de contactsleutel (24, Afb. D) in stand ‘UIT’ en verwijder de sleutel.
Open de onderste zijklep links (11, Afb. G) door aan de stop (12) te draaien met de meegeleverde sleutel.
Controleer het oliepeil van de dieselmotor zoals beschreven in de betreffende handleiding.
Sluit de onderste zijklep links (11, Afb. G) door aan de stop (12) te draaien met de meegeleverde sleutel.
VERVERSING VAN DE OLIE VAN DE DIESELMOTOR
De afvalcontainer (7, Afb. G) legen; dit is niet nodig als de hoeveelheid afval minimaal is.
Zet de machine op een vlakke en stevige ondergrond en trek de handrem (13, Afb. E) aan.
De afvalcontainer (7, Afb. G) omhoog brengen volgens de aanwijzingen in de betreffende paragraaf.
Draai de contactsleutel (24, Afb. D) in stand ‘UIT’ en verwijder de sleutel.
Blokkeer het per ongeluk dalen van de afvalcontainer door de twee blokkeerstangen (3, Afb. F) in te voegen. Ga te werk zoals
beschreven in de betreffende paragraaf.
Open de bovenste zijkleppen links en rechts (9 en 28, Afb. G) door aan de stoppen (10) en (29) te draaien met de
meegeleverde sleutel.
Verwijder de schroeven en verwijder het afdekpaneel van de motorruimte (11, Afb. F).
Open de onderste zijklep links (11, Afb. G) door aan de stop (12) te draaien met de meegeleverde sleutel.
Vervang de olie van de dieselmotor zoals beschreven in de betreffende handleiding.
Voer de punten 3 tot en met 8 in omgekeerde volgorde uit.
4.
•
•
5.
6.
7.
8.
9.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
1.
2.
1.
2.
3.
4.
5.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.