Bondioli&Pavesi 399CEBR15_A User Manual
Page 76
![background image](/manuals/408682/76/background.png)
76
NL
78
Maak de draagringen wijder en haal ze uit de behuizingen.
MONTAGE VAN DE BESCHERMING VOOR HOMOKINETISCHE KOPPELINGEN
Smeer de zittingen en installeer de draagringen van de bescherming.
Plaats de ring op de binnengaffel met de referentiepin naar de transmissiebuis
gericht.
Plaats de draagring op de homokinetische koppeling met het beslag naar de
binnengaffel gericht. De ring is uitgerust met een smeernippel die alleen voor
homokinetische koppelingen van 50° wordt gebruikt. De smeernippel van de grote
ring is niet van toepassing voor de bescherming van 80° koppelingen.
Bevestig de sluitveer aan de twee slippen van de steunring.
Breng de beschermband aan en lijn de radiale gaten uit met het beslag van
de draagring en het gat op de achterkant met de referentiepin van de kleine
ring. De smeernippel van de ring moet met de gaten op de beschermband worden
uitgelijnd.
Controleer of de radiale gaten van de beschermband zijn uitgelijnd met de
gaten in het beslag van de draagring en of de referentiepin erin geplaatst is.
Draai de 6 flensschroeven van de beschermband aan. Het gebruik van elektrische
schroevendraaiers wordt afgeraden.
Monteer de basistrechter met de buis door de referentiepin van de ring in het
gat op de basistrechter te steken. De smeernippel van de ring bevindt zich
in het gat van de basistrechter.
Draai de 3 bevestigingsschroeven van de beschermstrook vast. Het gebruik
van elektrische schroevendraaiers wordt afgeraden.
HOE MAAKT U DE CARDANOVERBRENGING KORTER
Bondioli & Pavesi raadt u aan geen veranderingen aan te brengen aan de producten
en in elk geval de verkoper van de machine of een bevoegde technische dienst te
raadplegen. Voer de volgende procedure uit wanneer u de overbrenging wilt inkorten.
Demontage van de bescherming.
Kort de overbrengingsbuizen in tot de gewenste lengte.
De telescoopbuizen moeten elkaar in normale werkomstandigheden
minstens voor de helft van hun lengte overlappen en in alle werkomstandigheden
voor minstens 1/3. Ook wanneer de overbrenging niet draait, moeten de
telescoopbuizen elkaar voldoende overlappen om vastlopen te voorkomen.
Braam de uiteinden van de buizen
zorgvuldig af met een vijl en verwijder
het vijlsel.
Kort de beschermbuizen één voor één evenveel in als de overbrengingsbuizen.
Smeer de binnenste overbrengingsbuis en breng de bescherming weer aan.
Controleer de minimum- en maximumlengte van de overbrenging op de
machine.
65
66
70
71
72
73
74
75
67
68
69
76
77