beautypg.com

Drb1497-b, Filter, Trans – Pioneer DJM-2000 User Manual

Page 137: Phaser, Gate, Send/return, Nederlands

background image

DRB1497-B

Nl

23

Nederlands

137

136

REV ROLL

1

2

Effect ingeschakeld

Omgekeerd en herhaald

Origineel

1/1 omkeer-
herhaling

Deze functie neemt het inkomend geluid op bij het punt waar de [ON/ OFF]-toets
wordt ingedrukt, keert het opgenomen geluid om en herhaalt het dan volgens de
fractie van de beattoets.

Beat-toetsen (parameter 1)

De effecttijd is instelbaar van 1/8 tot 4/1 ten opzichte van 1 beat
van de BPM-tijdswaarde.

TIME (parameter 2)

Gebruik deze om de effecttijd in te stellen.
10 tot 4000 (ms)

LEVEL/ DEPTH (parame-
ter 3)

Gebruik deze om de balans te regelen van het oorspronkelijke
geluid en de ROLL.

EFFECT FREQUENCY
(parameter 4)

Gebruik deze om de balans te regelen van het oorspronkelijke
geluid en de ROLL voor de verschillende frequentiebanden.

FILTER

1

Frequentie

Met deze functie verandert u de grensfrequentie van het filter, overeenkomstig de
tijdfractie van de beat-toets.

Beat-toetsen (parameter 1)

Deze bepalen de cyclus voor het verstellen van de grensfre-
quentie van 1/8 naar 4/1, ten opzichte van 1 beat van de BPM-
tijdswaarde.

TIME (parameter 2)

Gebruik deze om de plaats in te stellen waar de grensfrequentie
verplaatst wordt.
10 tot 32000 (ms)

LEVEL/ DEPTH (parame-
ter 3)

Hoe verder u de regelknop naar rechts draait, des te gepronon-
ceerder klinkt het effect.

EFFECT FREQUENCY
(parameter 4)

Deze bepalen de balans tussen het oorspronkelijke geluid en
het effectgeluid voor de diverse frequentiebanden.

TRANS

1

MIN

MAX

MIN

MAX

EFFECT FREQUENCY

MIN

MAX

Gekapt

Gekapt

Gekapt

Gekapt

1/1 beat

Tijd

Deze functie kapt het geluid af overeenkomstig de tijdfractie van de beat-toets.
Hoeveel geluid er moet worden afgekaptis instelbaar via [EFFECT FREQUENCY].

Beat-toetsen (parameter 1)

Deze bepalen de afkaptijd van 1/8 tot 4/1 ten opzichte van 1
beat van de BPM-tijdswaarde.

TIME (parameter 2)

Gebruik deze om de effecttijd in te stellen.
10 tot 16000 (ms)

LEVEL/ DEPTH (parame-
ter 3)

Regelt de balans tussen het oorspronkelijke geluid en het
effectgeluid.

EFFECT FREQUENCY
(parameter 4)

Hiermee kiest u hoeveel van het oorspronkelijk geluid er moet
worden afgekapt voor de diverse frequentiebanden.

PHASER

1

Cyclus

Faseverschuiving

Tijd

Het phaser-effect verandert al naar gelang de beattoets-fractie.

Beat-toetsen (parameter 1)

Deze bepalen de cyclus voor het verstellen van het phaser-
effect van 1/8 naar 4/1, ten opzichte van 1 beat van de BPM-
tijdswaarde.

TIME (parameter 2)

Deze bepaalt de cyclus waarmee het phaser-effect wordt
verplaatst.
10 tot 32000 (ms)

LEVEL/ DEPTH (parame-
ter 3)

Hoe verder u de regelknop naar rechts draait, des te gepronon-
ceerder klinkt het effect.
Wanneer u de knop geheel naar links draait, wordt alleen het
oorspronkelijk geluid weergegeven.

EFFECT FREQUENCY
(parameter 4)

Gebruik deze om de balans te regelen van het oorspronkelijke
geluid en het effectgeluid voor de verschillende frequentie-
banden.

GATE

1

MIN

MAX

MIN

MAX

EFFECT FREQUENCY

MIN

MAX

Drempel

Drempel

Niveau

Drempel

Tijd

Deze functie geeft alleen het inkomend geluid weer dat boven een bepaald drem-
pelniveau uit komt, en kapt alle inkomend geluid onder dat drempelniveau af.
De drempelwaarde is te wijzigen via [EFFECT FREQUENCY].

Beat-toetsen (parameter 1) Deze regelt de uitschakeltijd tussen 1 en 100 %.

TIME (parameter 2)

Deze regelt de uitschakeltijd.
1 tot 100 (%)

LEVEL/ DEPTH (parame-
ter 3)

Bepaalt het drempelniveau.
Hoe verder u de regelknop naar rechts draait, des te sterker is
het effect, met meer afgekapt geluid.

EFFECT FREQUENCY
(parameter 4)

Gebruik deze om de drempelwaarden in te stellen voor de
verschillende frequentiebanden.

SEND/RETURN

1

DJM-2000

SEND

RETURN

Effectgenerator

Hierop kunt u een externe effectgenerator, enz. aansluiten.
[EFFECT FREQUENCY] is te gebruiken als isolator.

Beat-toetsen (parameter 1) —

TIME (parameter 2)

LEVEL/ DEPTH (parame-
ter 3)

Regelt het niveau van de geluidssignalen die binnenkomen via
de [RETURN]-aansluiting.

EFFECT FREQUENCY
(parameter 4)

Regelt de geluidssterkte van het weergegeven RETURN-geluid
voor de diverse frequentiebanden.

1

Wanneer u “A”, “B” of “M” kiest met de [CH SELECT]-toetsen, kunt u het

effectgeluid niet controleren door indrukken van [CUE] (BEAT EFFECT), tenzij
het geluid voor het kanaal dat u wilt controleren wordt weergegeven via het
[MASTER]-kanaal.

2

Wanneer BEAT EFFECT is uitgeschakeld, is het effectgeluid niet te controleren

met een druk op [CUE] (BEAT EFFECT).