beautypg.com

Geavanceerde bedieningsfuncties, Drb1497-b, Omtrent pro dj link – Pioneer DJM-2000 User Manual

Page 128: Frequency mix, Sidechain remix

background image

DRB1497-B

Nl

14

128

Geavanceerde bedieningsfuncties

Omtrent PRO DJ LINK

Wanneer een PRO DJ LINK-compatibele Pioneer DJ-speler (een CDJ-2000, CDJ-
900, enz.), een computer met het rekordbox-programma en dit apparaat onderling
worden verbonden met LAN-kabels, kunt u de volgende PRO DJ LINK-functies
gebruiken.
Nadere bijzonderheden over de PRO DJ LINK-functie vindt u tevens in de
gebruiksaanwijzing van de DJ-speler en de bedieningsaanwijzingen voor
rekordbox.
Nadere aanwijzingen voor het aansluiten vindt u onder Aansluiten van ingangs-
aansluitingen
op bladzijde 7.
! Er kunnen tot vier DJ-spelers worden aangesloten. Er kunnen tot twee compu-

ters worden aangesloten.

! Sluit de DJ-speler(s) aan op de [LINK]-aansluiting ([CH1] tot [CH4]) met het-

zelfde nummer als het kanaal waarop de audiosnoeren zijn aangesloten.

! Sluit de computer(s) aan op de [COMPUTER 1] of [COMPUTER 2]-aansluiting.

SD & USB Export

rekordbox-muziekbestanden en beheergegevens op SD-geheugenkaarten/ USB-
apparaten aangesloten op een CDJ-2000, CDJ-900 e.d. kunnen worden overge-
bracht tussen DJ-spelers.

rekordbox LINK Export

Met deze functie kunt u rekordbox-muziekbestanden en beheergegevens direct
overbrengen, zonder dat het nodig is de gegevens eerst te exporteren naar een
SD-geheugenkaart/ USB-apparaat.

LIVE SAMPLER

Het geluid dat binnenkomt via de [MIC]-aansluiting of dat wort uitgestuurd via
de [MASTER]-aansluitingen kan worden gesampled en afgespeeld met een
DJ-speler.

LINK MONITOR

Met deze functie kunt u rekordbox-muziekbestanden die zijn opgeslagen op de
computer vlot controleren via een hoofdtelefoon.

STATUS INFORMATION

Deze functie geeft aan de DJ-spelers de status van het aangesloten kanaal door
(on-air status, kanaalnummer, enz.).

FREQUENCY MIX

De huidige weergegeven muziek wordt in zeven frequentiebanden gesplitst en
grafisch afgebeeld. De schuifregelaars van het aanraakpaneel bieden een dui-
delijk overzicht voor het mengen van twee kanalen of het verwisselen van instru-
menten (delen).

1
2

5

6

3
4

1

LINK

Deze lichten op wanneer de DJ-spelers goed zijn aangeslo-
ten op de [LINK]-aansluitingen.

2

FS

Deze lichten op wanneer de fader-startfunctie wordt inge-
schakeld.

3

Kanaaltoewijzings-
toetsen

Hiermee kiest u de kanalen voor het mengen.

4

Aanduiding volume-
niveau

Het ingangsvolume voor deze functie wordt aangegeven in
een lichte kleur, terwijl het uitgangsvolume van de functie in
een donkere kleur wordt getoond.

5

Aanraak-fader

Hiermee regelt u de volumebalans van de te mengen kana-
len in de afzonderlijke frequentiebanden.

6

<<

>>

Hiermee worden de aanraakfader-regelaars ineens direct
naar de uiterste linker- of rechterkant geschoven.

Voor mengen van [CH2] en [CH3]:

Stel dit apparaat van tevoren zo in dat het geluid van [CH3] wordt weergegeven
via de [MASTER]-aansluitingen.

1 Zet de [CROSS FADER ASSIGN (A, THRU, B)]-schakelaars voor
[CH2] en [CH 3] op [THRU].

! Zet de [CROSS FADER ASSIGN (A, THRU, B)]-schakelaars van de te mengen

kanalen op [THRU].

! Bij gebruik van de crossfader-regelaar is het aanbevolen die in de middenpo-

sitie te zetten.

2 Druk op [MIX].

Het [FREQUENCY MIX]-scherm wordt aangegeven in het aanraakpaneel.

3 Druk op de kanaaltoewijzingstoetsen om [CH2] te kiezen voor
de linkerkant of [CH3] voor de rechterkant.

De volumeniveaus voor de verschillende frequentiebanden van het spelende
geluid van [CH3] worden aangegeven in de rechterhelft van het aanraakpaneel.

4 Druk op al de [ >> ]-toetsen.

Alle aanraakfader-regelaars worden naar de uiterste rechterkant geschoven.

5 Druk op [ON/ OFF].

Hiermee schakelt u het effect in.
[ON/ OFF] knippert wanneer het effect wordt ingeschakeld.

6 Schuif de kanaalfader-regelaar voor [CH2] naar achteren toe.

De volumeniveaus voor de verschillende frequentiebanden van het spelende
geluid van [CH2] worden aangegeven in de linkerhelft van het aanraakpaneel.

7 Schuif de aanraakfader naar de linkerkant.

Het geluid van de frequentiebanden waarvan de crossfader-regelaars zijn ver-
schoven, wordt gemengd en weergegeven.
! Het effect stopt wanneer u nogmaals op [ON/ OFF] drukt.
! Om over te schakelen van de [FREQUENCY MIX] naar de [SIDECHAIN REMIX]-

stand, drukt u eerst op de [ON/ OFF]-toets om het effect uit te schakelen en
dan drukt u op [REMIX].

SIDECHAIN REMIX

Wanneer u deze functie gebruikt, kunt u het geluid van de gekozen frequentie-
band voor het gekozen kanaal gebruiken als trigger voor de toepassing van effec-
ten op het geluid van de andere kanalen.

5

3

4

7

9

a

8

2

1

6

1

CH

Hiermee kiest u het kanaal om het effect op toe te passen.

2

HOLD

Deze bevat de parametergegevens voor het effect (de plaats
waar het bedieningsvlak werd aangeraakt).

3

EFFECT

Hiermee kiest u het soort effect.

4

LEVEL/ DEPTH

Gebruik deze om de hoeveelheid toegevoegd effect te
regelen.

5

EXIT

Hiermee sluit u het [TRIGGER] menu.

6

TRIGGER (SAMPLING/
TRIGGER)

Hiermee opent u het [TRIGGER] menu.

7

TRIGGER BAND

Gebruik deze om de frequentieband te kiezen die u als “trig-
ger” wilt gebruiken.

8

Bedieningsvlak

Gebruik deze om de parameters van het effect bij te stellen.

9

TRIGGER CH (SAM-
PLING
/ TRIGGER CH)

Hiermee kiest u het kanaal dat als effect-trigger moet
dienen.

a

Trigger-indicators

Deze knipperen volgens het automatisch waargenomen
ritme voor de verschillende frequentiebanden.