beautypg.com

Tunturi T60F User Manual

Page 45

background image

NL

H A N D L E I D I N G

T 6 0 F

45

de PSC-functie in de war brengen.

Tijdens het instellen van de PSC-functie moet de
loopmat stilstaan.

1.

Begin het gebruik van de PSC-functie door de

limieten van de snelheidsbereiken in te stellen. Druk
dan op de PSC-toets van de meter.

2.

Op het display komt de tekst PSC ON (functie

aan) of PSC OFF (functie uit), afhankelijk van de
laatste instelling van de meter. Stel in PSC ON met de
pijltoetsen en druk op ENTER.

3.

Op het display verschijnt de tekst PRESS ENTER

TO CALIBRATE PSC OR START TO EXIT (Druk
op ENTER om naar de PSC-instellingen te gaan
of op START als u niets meer wilt instellen). Ga in
het midden van de mat staan. Ongeveer 10 cm voor
dat punt zal de mat sneller gaan en ongeveer 20 cm
achter dat punt zal de mat langzamer gaan. Druk
ENTER, waardoor op het display verschijnt de tekst
PLEASE WAIT 8 en de meter uw loopafstand meet
op basis van het hartslagsignaal. Als de meting van 8
seconden voorbij is, verschijnt er op de display de tekst
CALIBRATION READY PRESS START (instelling
gereed, begin functie met START-knop).

4.

Indien de meter niet op het hartslagsignaal reageert

of indien er een probleem ontstaat bij de meting van de
loopafstand, laat de meter op de display weer het teken
CALIBRATION verschijnen. Bij zulke storingssituaties
verschijnt er op de display gedurende vijf seconden de
tekst CHECK TRANSMITTER. Controleert u in dat
geval of u de gegeven aanwijzingen over het gebruik van
de hartslaggordel op de juiste manier hebt opgevolgd.

Als de limieten van de snelheidsbereiken naar uw
mening in orde zijn, kunt u de PSC-functie voortaan
in gebruik nemen door PSC ON instellen, de ENTER
en START-toets te drukken en daarna de trainingsvorm
te kiezen, die u wenst. Als u de marges van de
snelheidsbereiken wilt veranderen, herhaal dan stappen
1-3 door op een geschikter punt op de mat te gaan
staan.

1.

Kies de trainingsvorm Manual, Rolling Hills, en

conditietest of de op de instelling van de hellingshoek
gebaseerde standaardhartslagtraining. Hierbij kunt u
de snelheid van de loopmat regelen met behulp van de
PSC functie. Of de PSC-functie geactiveerd is, kunt
u zien, doordat het PSC-lichtsignaal van de meter
brandt. De gegevens op de balken laten zien, in welk
snelheidsbereik u zich telkens bevindt (haas = sneller, - =
standaard, schildpad = langzamer).

2.

Begin uw trainingskeuze door op de START-toets

te drukken en regel de snelheid van de loopmat door
er naar voren of naar achteren op te bewegen. Let u er
wel op, dat tijdens de PSC functie ook de toetsen van
de snelheidsreguilatot (schildpad/haas) functioneren.
BELANGRIJK! Indien de PSC-functie u niet al van
vroeger bekend is, raden wij u aan, u in een rustig
trainingstempo met deze functie vertrouwd te maken.

3.

U schakelt het gebruik van de PSC-functie uit door

na beëindiging van uw training twee keer op de STOP-

toets te drukken.

TRAININGSKEUZE

Druk de SELECT-toets zo lang in, totdat het
signaallampje brandt naast de door u gewenste training.
U kunt dus kiezen:

1.

een manueel doorgevoerde oefening, waarbij u zelf

tijdens de training zowel de snelheid als de hoek kunt
regelen;

2.

een hartslagaangepaste HRC-training, waarbij de

loopmat automatisch wordt geregeld zodat u permanent
bij de door u ingestelde hartslag traint. Zulke
hartslagaangepaste profielen vereisen altijd het gebruik
van de hartslaggordel;

3.

conditietest: de mat biedt twee testmogelijkheden,

een wandeltest van 2 km of een Coopertest van 12
minuten.

4.

een voorgegeven trainingsprofiel, waarbij de snelheid/

hellingshoek of het hartslaggniveau op een vooraf
ingestelde manier afwisselen.

MANUELE TRAINING

DIRECT BEGINNEN:
1.

Manuele training is de uitgangsinstelling van de

loopmat. U kunt de training direct beginnen door op de
START-toets te drukken. De mat beweegt nu met een
snelheid van 1,5 km/h.

BEGIN VIA DE GEBRUIKERSINSTELLINGEN:
2.

Als u uw gebruikersgegevens wilt benutten of uw

training wilt opslaan, geef dan uw gebruikersgegevens
op of kies uw gebruikerscode (1-4). Met de START-
toets bevestigt u de instelling.

3.

Druk de SELECT-toets in, totdat het signaallampje

naast de MANUAL-tekst brandt.

4.

Druk de START-toets in. De mat beweegt nu met

een snelheid van 1,5 km/h. U kunt deze snelheid verder
regelen met de Haas/Schildpad-toetsen en met PSC.

5.

Om de minuut verschijnen op het profieldisplay de

snelheidsgegevens van de training. Na verloop van 20
minuten verdwijnt het displaybeeld van de monitor naar
links en kunt u de snelheidsgegevens van de afgelopen
20 minuten aflezen. Als u tijdens de training op
SELECT drukt, komen op het monitor de cumulatieve
snelheids-, hellings- en hartslagprofiel te staan.

6.

Door tijdens de training de STOP-toets 1 x in te

drukken, staat de mat stil en gaat in een vijf minuten
durende pauzetijd over. Gedurende deze tijd kunt u de
onderbroken training voortzetten door de START-toets
te drukken. In de wachtmodus kunt u ook de training
in het geheugen opslaan (zie bij Geheugenfunctie).
Door twee keer op de STOP-knop te drukken,
beëindigt u het trainingsprogramma; het display toont
de gegevens over de geleverde prestatie en gaat terug in
de startmodus.

HARTSLAGAANGEPASTE TRAINING

Gecontroleerde hartslagtrainingen geven de
mogelijkheid tot training op een gewenst hartslagniveau.
Hartslagaangepaste profielen veronderstellen altijd het
gebruik van de hartslaggordel. Als de hartslagmeting

T60F_manual_Tekstikorjaukset.indd 45

T60F_manual_Tekstikorjaukset.indd 45

10.9.2004 08:54:49

10.9.2004 08:54:49