beautypg.com

Bosch GKE 35 BCE Professional User Manual

Page 89

background image

Nederlands | 89

Bosch Power Tools

1 609 929 V11 | (23.8.11)

plaats de stam door om splinteren en vastklemmen van de

kettingzaag te voorkomen. Voorkom daarbij contact van de

zaagketting met de grond.
Als het hout slechts aan één zijde wordt ondersteund, zaagt u

eerst van onderen (Y) een derde van de diameter naar boven

en zaagt u vervolgens op dezelfde plaats van boven (Z) de

stam door om splinteren en vastklemmen van de kettingzaag

te voorkomen.
Bomen vellen (zie afbeelding I)
f

Draag altijd een veiligheidshelm om beschermd te zijn

tegen vallende takken.

f

Met de kettingzaag mogen alleen bomen worden ge-

veld waarvan de stamdiameter kleiner is dan de lengte

van het zwaard.

f

Zet de werkomgeving af. Let erop dat zich geen perso-

nen of dieren ophouden in de buurt van de plaats waar

de boom valt (n).

f

Probeer niet om een vastgeklemde zaagketting met

een lopende motor los te krijgen. Gebruik een houtspie

om een vastgeklemde zaagketting los te maken.

Als u met twee of meer personen tegelijkertijd zaagt en velt,

houd dan als afstand tussen de vellende en de zagende perso-

nen minstens de dubbele hoogte van de te vellen boom aan.

Let er bij het vellen van bomen op, dat u andere personen niet

blootstelt aan gevaar, u geen leidingen raakt en geen mate-

riële schade veroorzaakt. Als een boom met een stroomlei-

ding in aanraking komt, dient u het energiebedrijf hiervan on-

middellijk in kennis te stellen.
Stel u als bediener van de kettingzaag bij zaagwerkzaamhe-

den op een helling boven de te vellen boom op, omdat de

boom na de val waarschijnlijk bergaf zal rollen of glijden.
Vóór het vellen dient een vluchtweg (o) te worden gepland

en indien nodig te worden vrijgemaakt. De vluchtweg dient

van de te verwachten vallijn schuin naar achteren weg te lei-

den.
Houd vóór het vellen rekening met de natuurlijke helling van

de boom, de plaats van grote takken en de windrichting, om

de valrichting van de boom te kunnen beoordelen.
Verwijder vuil, stenen, losse schors, spijkers, nieten en draad

van de boom.
Inkepingen zagen: Zaag haaks op de valrichting een inkeping

(X – W) met een diepte van een derde van de boomdiameter.

Zaag eerst de onderste horizontale inkeping. Hierdoor voor-

komt u het vastklemmen van de kettingzaag of de geleidings-

rail bij het zagen van de tweede inkeping.
Inkeping voor het vellen van de boom zagen: Zaag de inke-

ping voor het vellen van de boom (Y) minstens 50 mm boven

de horizontale inkeping. Zaag vervolgens de inkeping voor het

vellen van de boom parallel aan de horizontale inkeping. Zaag

de inkeping voor het vellen van de boom slechts zo diep in, dat

er nog een verbindingsstuk (valrand) blijft staan, dat als

scharnier kan werken. Het verbindingsstuk verhindert, dat de

boom draait en in de verkeerde richting valt. Zaag het verbin-

dingsstuk niet door.

Als de inkeping voor het vellen van de boom in de buurt van

het verbindingsstuk komt, moet de boom met vallen begin-

nen.
– Als blijkt dat de boom mogelijk niet in de gewenste richting

valt of terughelt en de zaagketting vastklemt, onderbreekt

u het zagen van de inkeping voor het vellen van de boom en

schakelt u de kettingzaag uit. Gebruik spieën (Z) van hout,

kunststof of aluminium om de inkeping te openen en de

boom in de gewenste valrichting te doen omslaan.

– Als de boom niet begint te vallen wanneer de inkeping voor

het vellen van de boom in de buurt van het verbindingsstuk

komt, verwijdert u de kettingzaag uit de zaagopening en

schakelt u de zaag uit. Breng de boom vervolgens ten val

door het inslaan van een spie (Z) in de horizontale inke-

ping.

Als de boom begint te vallen, verwijdert u de kettingzaag uit

de inkeping (als u dat nog niet heeft gedaan). Schakel de ket-

tingzaag uit en leg deze neer. Verlaat de gevarenzone via de

geplande vluchtweg. Let op omlaag vallende takken en zorg

ervoor dat u niet struikelt.
Takken van de gevelde boom afzagen (zie afbeelding K)
Na het vellen zaagt u de takken van de gevelde boom. Laat

grote naar onderen gerichte takken, die de boom steunen,

eerst staan. Zaag kleine takken volgens de afbeelding in één

keer af. Zaag onder spanning staande takken van onderen

naar boven om vastklemmen van de zaagketting te voorko-

men.
Boomstam in stukken zagen (zie afbeeldingen L – O)
Vervolgens zaagt u de gevelde boom in stukken. Let erop dat

u stevig staat en dat u uw lichaamsgewicht gelijkmatig over

beide voeten verdeelt. Leg indien mogelijk takken, balken of

spieën onder de stam om deze te steunen. Houd u aan de aan-

wijzingen voor gemakkelijk zagen.
Als de totale lengte van de boomstam gelijkmatig wordt on-

dersteund, zaagt u van bovenaf.
Als de boomstam aan één kant hoger ligt, zaagt u eerst een

derde van de stamdiameter vanaf de onderkant en vervolgens

de rest vanaf de bovenkant ter hoogte van de zaagsnede on-

der.
Als de boomstam aan twee kanten wordt ondersteund, zaagt

u eerst twee derde van de stamdiameter vanaf de bovenkant

en vervolgens een derde vanaf de onderkant ter hoogte van

de zaagsnede boven.
Ga bij zaagwerkzaamheden op een helling altijd hoger dan de

boomstam staan. Verminder de aandrukkracht wanneer de

stam bijna is doorgezaagd en blijf de handgrepen van de ket-

tingzaag stevig vasthouden, zodat u tijdens het moment van

doorzagen de controle over de machine behoudt. Let erop dat

de zaagketting de grond niet raakt. Wacht na het doorzagen

tot de zaagketting tot stilstand is gekomen, voordat u de ket-

tingzaag verwijdert. Schakel de motor van de kettingzaag al-

tijd uit voordat u naar de volgende boom gaat.

OBJ_BUCH-716-004.book Page 89 Tuesday, August 23, 2011 3:50 PM