beautypg.com

Bosch GKE 35 BCE Professional User Manual

Page 88

background image

88 | Nederlands

1 609 929 V11 | (23.8.11)

Bosch Power Tools

Werkzaamheden met de kettingzaag

Vóór het zagen
Vóór de ingebruikneming en regelmatig tijdens het zagen

moeten de volgende controles worden uitgevoerd:
– Verkeert de kettingzaag in een functieveilige toestand?

– Is de olietank gevuld? Controleer de oliepeilaanduiding

vóór de werkzaamheden en regelmatig tijdens de werk-

zaamheden. Vul olie bij wanneer het oliepeil de onderkant

van het peilglas bereikt heeft. De vulling is voldoende voor

ca. 15 minuten, afhankelijk van de pauzes en de intensiteit

van de werkzaamheden.

– Is de zaagketting juist gespannen en scherp genoeg? Con-

troleer de kettingspanning tijdens het zagen regelmatig el-

ke 10 minuten. In het bijzonder bij nieuwe zaagkettingen

moet in het begin met verslapping worden gerekend. De

toestand van de zaagketting beïnvloedt de zaagcapaciteit

in belangrijke mate. Alleen scherpe zaagkettingen be-

schermen tegen overbelasting.

– Is de terugslagrem losgemaakt en haar werking gewaar-

borgd?

– Draagt u de vereiste beschermende uitrusting? Gebruik

een veiligheidsbril en gehoorbescherming. Overige be-

schermende uitrusting voor uw hoofd, handen, benen en

voeten wordt aanbevolen. Geschikte beschermende kle-

ding vermindert de kans op verwondingen door wegvlie-

gend materiaal en het onbedoeld aanraken van de zaagket-

ting.

Terugslag van de zaag (zie afbeelding D)
Terugslag van de zaag is het plotseling omhoog- of terugslaan

van de lopende kettingzaag. Dit kan optreden bij aanraking

van de zwaardpunt met het zaagmateriaal of bij een vastklem-

mende ketting.
Wanneer zaagterugslag optreedt, reageert de kettingzaag op

onvoorspelbare wijze en kan deze ernstig letsel veroorzaken

bij de bediener of bij personen in de omgeving van de zaag.
Zijwaarts zagen, schuin zagen en in de lengte zagen moet bij-

zondere voorzichtigheid gebeuren omdat de klauwaanslag 12

hierbij niet kan worden toegepast.
Ter voorkoming van zaagterugslag:
– Zet de kettingzaag zo vlak mogelijk aan.

– Werk nooit met een losse, verslapte of sterk versleten

zaagketting.

– Slijp de zaagketting zoals voorgeschreven.

– Zaag nooit boven schouderhoogte.

– Zaag nooit met de punt van het zwaard.

– Houd de kettingzaag altijd met beide handen vast.

– Gebruik altijd een terugslagremmende Bosch-zaagketting.

– Gebruik de klauwaanslag 12 als hefboom.

– Let op de juiste kettingspanning.
Algemene werkwijze (zie afbeeldingen D – G)
Houd de kettingzaag altijd met beide handen vast. Houd uw

linkerhand vast aan de voorste handgreep en uw rechterhand

aan de achterste handgreep. Omsluit de grepen altijd met

duim en vingers. Zaag nooit eenhandig. Geleid het netsnoer

alitjd naar achteren en houd het buiten het bereik van zaag-

ketting en zaaggoed; ga zodanig staan dat het netsnoer niet in

takken en twijgen kan vastraken.

Gebruik de kettingzaag alleen wanneer u stevig staat. Houd de

kettingzaag iets rechts van uw eigen lichaam.
De zaagketting moet vóór het contact met het hout op volle

snelheid lopen. Gebruik daarbij de klauwaanslag 12 om de

kettingzaag op het hout te laten steunen. Gebruik tijdens het

zagen de klauwaanslag als hefboom.
Zet bij het zagen van dikke takken of stammen de klauwaan-

slag op een lager punt neer. Trek daarvoor de kettingzaag te-

rug om de klauwaanslag los te maken en deze lager aan te zet-

ten. Verwijder de kettingzaag daarbij niet uit de zaagsnede.
Druk bij het zagen niet met kracht op de zaagketting, maar

zorg met de klauwaanslag 12 voor een lichte hefboomdruk.
Gebruik de kettingzaag nooit met gestrekte armen. Probeer

niet op moeilijk bereikbare plaatsen te zagen, of staand op

een ladder. Zaag nooit boven schouderhoogte.
De beste zaagresultaten worden bereikt wanneer de ketting-

snelheid niet door overbelasting daalt.
Voorzichtig aan het einde van de zaagsnede. Zodra de ketting-

zaag uit de zaagsnede komt, verandert de gewichtskracht on-

verwacht. Er bestaat gevaar voor letsel van benen en voeten.
Verwijder de kettingzaag alleen met een lopende zaagketting

uit de zaagsnede.
Boomstammen zagen (zie afbeeldingen E en H)
Neem bij het zagen van boomstammen de volgende veilig-

heidsvoorschriften in acht:
Leg de stam neer zoals op de afbeelding weergegeven en on-

dersteun deze zodanig dat de zaagsnede niet sluit en de zaag-

ketting niet vastklemt.
Leg korte stukken hout voor het zagen recht neer en klem de-

ze vast.
Zaag alleen voorwerpen van hout. Voorkom aanraking van

stenen en spijkers, omdat deze omhoog geslingerd kunnen

worden, de zaagketting kunnen beschadigen of ernstig letsel

bij de gebruiker of omstanders kunnen veroorzaken.
Raak met de lopende kettingzaag geen draadafrasteringen of

de grond aan.
De kettingzaag is niet geschikt voor het snoeien van dunne

takken.
Zagen in lengterichting dient met bijzondere zorgvuldigheid

te gebeuren, omdat de klauwaanslag 12 dan niet kan worden

gebruikt. Geleid de kettingzaag in een platte hoek om terug-

slag van de zaag te voorkomen.
Bewerk bij zaagwerkzaamheden op een helling stammen of

liggend zaagmateriaal van bovenaf of aan de zijkant staand.
Let vanwege de kans op struikelen op boomstronken, takken,

wortels, enz.
Zagen van hout onder spanning (zie afbeelding H)
f

Onder spanning staand hout en onder spanning staan-

de takken en bomen mogen alleen door een daartoe op-

geleid vakman worden gezaagd. Er is uiterste voorzich-

tigheid geboden. Er bestaat een verhoogd risico op

ongevallen.

Als hout aan beide zijden wordt ondersteund, zaagt u eerst

van boven (Y) een derde gedeelte van de diameter door de

stam en zaagt u vervolgens van onderen (Z) op dezelfde

OBJ_BUCH-716-004.book Page 88 Tuesday, August 23, 2011 3:50 PM