Ivoclar Vivadent Heliomolar User Manual
Page 27
– vullingen in molaren en premolaren (klasse I en II)
– reconstructie van traumatische beschadiging van
frontelementen
– veneerafwerking van verkleurde frontelementen
– vorm- en kleurcorrecties ter verbetering van de esthetiek
– blokverankering van loszittende frontelementen
– uitgebreide fissuursealing bij molaren en premolaren
– facetreparaties
– extraorale vervaardiging van inlays / onlays
Contra-indicaties
Voor het leggen van vullingen van Heliomolar bestaan de
volgende contra-indicaties:
– wanneer voldoende drooglegging of de voorgeschreven
toepassingstechniek niet mogelijk is;
– bij bekende allergie tegen de bestanddelen van
Heliomolar.
Bijwerkingen
Bepaalde bestanddelen van Heliomolar kunnen in
uitzonderlijke gevallen tot overgevoeligheid leiden bij
personen die daarvoor aanleg hebben. In deze gevallen
moet van verdere toepassing van het materiaal worden
afgezien. Om irritatie van de pulpa tegen te gaan, moeten
delen van de caviteit die in de buurt van de pulpa liggen
met een geschikt pulpa- / dentinebeschermingsmateriaal
worden behandeld (breng in de buurt van de pulpa
puntvormig een calciumhydroxidehoudend preparaat aan
en dek het met een geschikt onderlaagmateriaal af).
Interacties
Materialen die eugenol- / kruidnagelolie bevatten, remmen
de uitharding van composieten. Van het gebruik van
zinkoxide-eugenolcementen in combinatie met Heliomolar
moet daarom worden afgezien. Kationische mondspoelmid-
delen, plaquekleurstoffen en chloorhexidine kunnen bij
contact met het materiaal tot verkleuringen leiden.
Toepassing
1. Kleurbepaling
Reinig vóór het bepalen van de juiste kleur het gebit. Voer
de kleurbepaling uit aan de hand van de kleur van het nog
vochtige gebit.
2. Drooglegging
Zorg dat de preparatie voldoende wordt drooggelegd, bij
voorkeur met een cofferdam (bijv. OptraDam
®
Plus).
3. Prepareren van de caviteit
Prepareer de caviteit volgens de regels van de adhesieftech-
niek. Dat wil zeggen dat het harde tandweefsel zoveel
mogelijk ongemoeid wordt gelaten.
Prepareer geen scherpe binnenranden en geen extra
ondersnijdingen in cariësvrije gebieden. De grootte en de
vorm van de caviteit worden hoofdzakelijk bepaald door de
omvang van de cariës of de grootte en de vorm van de oude
vulling.
Slijp de glazuurranden schuin af. Cariësvrije beschadigingen
van de tandhals worden niet geprepareerd, maar slechts
gereinigd met een reinigingspasta zoals puimsteen, een
rubber cupje of een roterend borsteltje. Verwijder
vervolgens alle resten uit de caviteit met waterspray en
droog de caviteit met water- en olievrije lucht.
4. Pulpabescherming / onderlaag
Bij het gebruik van een glazuur-dentinehechtmiddel moet
geen onderlaag worden toegepast. Breng bij zeer diepe
caviteiten in de buurt van de pulpa een puntvormige
afdekking met een calciumhydroxidepreparaat (bijv.
ApexCal
®
) aan en dek deze plaats vervolgens af met een
drukbestendig cement (bijv. een glasionomeercement zoals
Vivaglass
®
Liner). Dek de overige wanden van de caviteit
niet af, zodat ze nog voor het toepassen van het glazuur-
dentineadhesief bruikbaar zijn.
5. Aanbrengen van een matrixband / interdentale wig
Breng bij (gedeeltelijk) approximale caviteiten een circulaire
matrixband (bijv. de gedeeltelijk verdunde OptraMatrix
®
) of
een partiële matrixband aan en zet deze met wiggen vast.
6. Conditioneren van de preparatie /
aanbrengen van het adhesief
Conditioneer de preparatie en breng het adhesief aan volgens
de gebruiksaanwijzing van het toegepaste product. Ivoclar
Vivadent raadt aan het adhesief Syntac
®
(gecombineerd met
fosforzuuretsing), ExciTE
®
F(gecombineerd met fosforzuuret-
sing) of het zelfetsende adhesief AdheSE
®
One F te gebruiken.