beautypg.com

Troubleshooting schema – Hayter Mowers 405607x52A User Manual

Page 49

background image

NL

49

F-050743L

TROUBLESHOOTING SCHEMA

PROBLEEM: De motor slaat niet aan.

1. Volg de aanwijzingen onder “Starten van de

motor” op.

2. Modellen met electrische start: Maak de ac-

cuklemmen schoon en verbind ze daarna

goed.

3. Kijk of er een draad los zit. Kijk of de limiet-

schakelaars vast zitten. (Zie het bedradings-

schema.)

4. Tap de benzinetank af, maak de benzinelei-

ding schoon en vervang het benzinefilter.

5. Verwijder de bougie(s). Zet de choke in de

SLOW stand. Draai het contactsleuteltje in

de ON stand. Probeer de motor enige malen

te starten. Plaats de bougie weer terug.

6. Vervang de bougie.
7. Stel de carburateur bij.

PROBLEEM: De motor wil niet draaien.

1. Volg de aanwijzingen onder “Starten van de

motor” op.

2. Modellen met electrische start: Laad de accu

op.

3. Vervang de zekering.
4. Controleer de kabelboom op schade of een

losse verbinding. Vervang de beschadigde

draad.

5. Modellen met electrische start: vervang de

solenoïde. Modellen met trekstart: vervang

de module.

PROBLEEM: De motor slaat moeilijk

aan.

1. Stel de carburateur bij.
2. Vervang de bougie.
3. Vervang het benzinefilter.

PROBLEEM: De motor loopt onregelma-

tig of met gereduceerd vermogen.

1. Peil de olie.
2. Maak het luchtfilter schoon.
3. Maak het buitenste stalen luchtfilter schoon.
4. Vervang de bougie.
5. De motor wordt te zwaar belast. Schakel in

een lagere versnelling.

6. Stel de carburateur bij.
7. Vervang het benzinefilter.

PROBLEEM: De motor loopt onregelma-

tig bij hoge snelheden.

1. Vervang de bougie.

2. Stel de choke beter af.
3. Vervang het luchtfilter.
4. Vervang het benzinefilter.

PROBLEEM: De motor slaat af als de

messen worden ingeschakeld.

1. Controleer de kabelboom op schade of een

losse verbinding. Vervang de beschadigde

draad.

2. De graszak moet zijn gemonteerd (alleen

van toepassing op het model met een gras-

zak en achteruitworp).

PROBLEEM: De motor slaat af op een

helling.

1. Maai altijd de helling op en af, nooit parallel

aan de helling.

PROBLEEM: De motor wil niet stationair

draaien.

1. Vervang de bougie.
2. Maak het luchtfilter schoon.
3. Stel de carburateur bij.
4. Stel de choke beter af.
5. Tap de benzinetank af, maak de benzinelei-

ding schoon en vervang het benzinefilter.

PROBLEEM: Als de motor heet is neemt

het vermogen af.

1. Maak het buitenste stalen luchtfilter schoon.
2. Peil de olie.
3. Stel de carburateur bij.
4. Vervang het benzinefilter.

PROBLEEM: De machine trilt erg.

1. Vervang het mes.
2. Controleer op losse motorbouten.
3. Verminder de bandenspanning.
4. Stel de carburateur bij.
5. Kijk na op een beschadigde aandrijfriem of

schijf. Vervang de beschadigde onderdelen.

PROBLEEM: Het gemaaide gras wordt

niet goed uitgeworpen.

1. Stop de motor en maak de maaibehuizing

schoon.

2. Stel in op een hoger maainiveau.
3. Vervang of slijp het (de) mes(sen).
4. Schakel de versnelling in een lagere snel-

heid.

5. Zet de gashendel in de FAST stand.
6. Vervang de veer die het (de) mes(sen) uit-

schakelt.

7. Maak het verlengstuk en het verbindingstuk

schoon (alleen van toepassing op het model

met een graszak en achteruitworp).

PROBLEEM: De maaibehuizing maait

niet egaal.

1. Controleer de bandenspanning.
2. Stel de hoogte van de maaibehuizing bij.
3. Controleer de vooras. Als deze niet vrij kan

scharnieren, moeten de asbouten worden

losgedraaid.

PROBLEEM: De messen willen niet

draaien.

1. Controleer de maaiaandrijfriem. Zorg ervoor

dat de riem goed zit.

2. Vervang de maaiaandrijfriem.

PROBLEEM: De machine gaat niet rij-

den terwijl de rem wordt losgelaten en

het gaspedaal wordt ingetrapt.

1. Controleer de hoofdaandrijfriem. Zorg ervoor

dat de riem goed zit.

2. Stel de koppeling bij.
3. Vervang de hoofdaandrijfriem.
4. Zet de automatische aandrijvingsontkoppel-

ing vrij.

PROBLEEM: De machine gaat langza-

mer rijden of stopt geheel terwijl het

gaspedaal wordt ingetrapt.

1. Stel de koppeling bij.
2. Vervang de hoofdaandrijfriem.

PROBLEEM: Als het rempedaal wordt

losgelaten, is een aandrijfriem te horen.

1. Kortdurig geluid van de riem duidt niet op

foutieve werking van de machine. Controleer

of de riem goed loopt, indien het geluid blijft

aanhouden. Zorg dat de riem binnen alle ge-

leidingen loopt.

2. Indien het geluid blijft aanhouden, moet u de

koppeling afstellen.

PROBLEEM: De achterwielen slaan op

hol op oneffen terrein.

1. Controleer de vooras. Als deze niet vrij kan

scharnieren, moeten de asbouten worden

losgedraaid.