beautypg.com

Hayter Mowers 405607x52A User Manual

Page 47

background image

NL

47

F-050743L

draaien, moet u de zeskantmoer (6) tegen

de klok in draaien totdat de wielen gaan

draaien.

5. Trek de handrem aan en duw de machine

weer naar voren. Als de achterwielen niet

draaien is de voetrem (4) goed ingesteld.

Zet de machine van de handrem af.

WAARSCHUWING: Vervang de

remblokken als het niet lukt om de

rem goed in te stellen. De juiste re-

serve onderdelen zijn te verkrijgen via een

erkend service center.

Verwijderen van de accu (Figuur 4)

Om de accu (1) op te laden of te reinigen, moet

u hem als volgt uit de machine halen.

WAARSCHUWING: Om vonken te

voorkomen, moet u eerst de zwarte

accukabel (8) van de negative (-)

pool afhalen, voordat u de rode kabel (5)

los maakt.

WAARSCHUWING: De accu bevat

zwavelzuur dat gevaarlijk is voor

huid, ogen en kleding. Als het zuur

op de huid of kleding terecht komt, moet u

het meteen met water spoelen.

1. Verwijder de zwarte accukabel (8) van de

negative (-) pool.

2. Verwijder de rode accukabel (5) van de po-

sitieve (+) pool (4).

3. Til de accuslede (3) en accu (1) uit de ma-

chine.

Opladen van de accu (Figuur 4)

WAARSCHUWING: Zorg dat er

geen vonken kunnen optreden in

de buurt van een accu die wordt

opgeladen en rook niet. De dampen van het

accuzuur kunnen een explosie veroorza-

ken.

1. Haal de accu (1) uit de machine om hem op

te laden.

2. Gebruik een 12 volt acculader. Laad de accu

(1) op gedurende één uur met 6 Ampère.

3. Plaats de accu (1) terug in de machine.

WAARSCHUWING: Om vonken te

voorkomen, moet u eerst de rode

kabel (5) vast maken aan de posi-

tieve pool (+), voordat u de zwarte accuka-

bel vast maakt.

4. Maak de rode kabel (5) vast aan de positie-

ve (+) pool (4) met de bevestigingsmateria-

len, zoals aangegeven.

5. Maak de zwarte kabel (8) vast aan de nega-

tieve (-) pool met de bevestigingsmateria-

len, zoals aangegeven.

Horizontaal stellen van de

maaibehuizing (Figuur 13 en Figuur 14)

Als de maaibehuizing horizontaal staat, zal het

mes beter snijden en het gazon er beter uitzien.

WAARSCHUWING: Voordat u de

maaier gaat inspecteren, afstellen

of repareren, moet u de bougieka-

bel van de bougie af trekken om te voorko-

men dat de motor onverhoeds start.

1. Zorg ervoor dat de machine op een hard, ho-

rizontaal oppervlak staat.

2. Controleer de bandenspanning. Als de ban-

denspanning onjuist is zal de maaibehuizing

niet egaal maaien. De juiste bandenspanning

is: voor 0,97 BAR (14 PSI), achter 0,69 BAR

(10 PSI).

3. (Figuur 13) Zet de hoogte-instellingshen-

del(1) in de onderste maaistand (2).

WAARSCHUWING: De hoogte-in-

stellingshendel (1) is verbonden

met een veer. Zorg ervoor dat de

hoogte-instellingshendel (1) vergrendeld is

in de onderste maaistand (2).

4. (Figuur 14) Maak de linker en rechter instel-

moeren (1) los. Duw op beide zijden van de

maaibehuizing. Zorg ervoor dat beide kanten

van de maaibehuizing zich op een horizon-

taal oppervlak bevinden. Zorg er eveneens

voor dat de hefbouten los zitten en gemakke-

lijk omhoog en omlaag kunnen glijden.

5. Druk op de hefbouten (2) en draai de linker

en rechter instelknop (1) stevig aan. Ge-

bruik eventueel een sleutel om de instelk-

noppen (1) aan te draaien.

6. (Figuur 13) Breng de hoogte-instellings-

hendel (1) omhoog.

7. Maai een kort stuk. Voer de bovenstaande

stappen opnieuw uit, als de hoogte of snede

niet egaal is.

Smeren van de machine (Figuur 15)

Smeer met motorolie op de
aangegeven plekken.

Breng vet aan met een borstel
op de aangegeven plekken.

Modellen met smeernippels:
smeer met een vetpistool.

OPMERKING: Smeer de koppelingen van de

stuurstang.
LET OP! Als de machine wordt gebruikt in

droge gebieden met zand, moet u een droge

grafietspray gebruiken om de machine te

smeren.

Controleren van de banden

Controleer de bandenspanning. De machine zal

schokkerig rijden als de druk in de banden te

hoog is. Als de bandenspanning onjuist is zal de

maaibehuizing niet egaal maaien. De juiste ban-

denspanning is: voor 0,97 BAR (14 PSI), achter

0,69 BAR (10 PSI).

Vervangen van de hoofdaandrijfriem

1. Verwijder de maaibehuizing. Zie de aanwij-

zingen onder “Verwijderen van de maaibe-

huizing”.

2. Figuur 16) Verwijder de middelste gelei-

dingsschijf (4).

3. Maak de veer van de geleidingsschijf (7)

los.

4. Verwijder geleidingsschijf (8) en afstand-

houder (9).

5. Verwijder de V-vormige geleidingsschijf

(5) en afstandhouder (13).

6. Verwijder de aandrijfriem (1) van de aan-

drijfschijf (6).

7. (Figuur 17) Om de aandrijfriem (1) van de

stapelschijf (2) af te halen, moet u de voork-

ant van de riem onde de stapelschijf (2)

trekken en dan terug tussen de stapelschijf

en de stuurplaat (3).

8. (Figuur 11) Haal het toegangspaneel (10)

weg.

9. Verwijder de twee schroeven (11) die de

stuurstang unit (12) vast houden. Til het

stuurwiel en de stuurstang unit (12) op.

Trek de aandrijfriem (1) onder de stuurs-

tang unit (12) door.

10.Haal de aandrijfriem (1) nu weg. Een ges-

chikt vervangingsexemplaar of eventuele

hulp is verkrijgbaar via een erkend service

center in uw gebied.

11. De riem kan geïnstalleerd worden door bo-

venstaande stappen in omgekeerde volgorde

te doorlopen.

12.(Figuur 16) Controleer dat de aandrijfriem

(1) goed loopt. Zorg dat hij correct is

geïnstalleerd rond de geleidingsschijven.

13.Voordat u met de machine gaat rijden, moet

u de instelling van de koppeling controleren.

Volg de instructies op onder “Controleren en

instellen van de koppeling.”

14.Plaats de maaibehuizing weer terug. Volg de

instructies op onder “Installeren van de

maaibehuizing.”

Vervangen van de maaiaandrijfriem

(Figuur 10)

1. Verwijder de maaibehuizing. Zie de aanwij-

zingen onder “Verwijderen van de maaibe-

huizing”.

2. Duw de riemgeleider (1) weg van de gelei-

dingsschijf (2) en verwijder de maaiaandrij-

friem (3).

3. Trek de riemgeleider (4) weg van de rechter

aandrijfschijf (5) en verwijder de maaiaan-

drijfriem (3).

4. Trek de riemgeleider (4) weg van de linker

aandrijfschijf (6) en verwijder de maaiaan-

drijfriem (3). Een nieuw exemplaar en assis-

tentie, indien nodig, is te verkrijgen van een

erkend service center bij u in de buurt.

5. De nieuwe riem kan geïnstalleerd worden

door de bovenstaande stappen in omgekeer-

de volgorde te doorlopen.

Verwijderen van de maaibehuizing

(Figuur 22)

1. Zet de mesrotatiehendel (1) in de DISEN-

GAGE stand.

2. Zet de hoogte-instellingshendel (2) in de

hoogte instelstand.

De hefhendel is voorgespannen

met een veer. Let er op dat de hef-

hendel vast staat in de INSTELLEN

HENDEL stand.

3. Verwijder de splitpennen en ringen van de

instelarmen (3). Zie afbeelding C en D.