Florabest FBLB 33 A1 User Manual

Page 23

NL/BE

- 23 -

trokken. Let er goed op dat de uitgetrokken kabel
niet terugschiet. Daardoor zou de kabel kunnen
vasthaken of sneller afslijten en / of schade aan
de starterbehuizing worden berokkend.

7.2 Warme start (motor niet langer stop-

gezet dan voor 15 tot 20 minuten)

1. Breng de AAN/UIT-schakelaar (ﬁ g. 1, pos.

4) naar de stand “ON” en trek aan de star-
terkabel (ﬁ g. 1, pos. 8). De motor zou door
één of twee keer uittrekken moeten starten.
Start de motor na zes keer uittrekken niet,
herhaal dan de stappen 2 tot 6 zie hoofdstuk
“koude start”.

2. Start de motor niet of start de motor en valt

hij naar meerdere keer doorhalen opnieuw
stil, volg dan de instructies op in het hoofdstuk
“koude start”.

7.3 Motor afzetten
Stappenvolgorde bij noodstop:
Indien het blaastoestel onmiddellijk moet wor-
den stilgelegd (in geval van nood!), draait u de
contactschakelaar (ﬁ g. 1, pos. 4) naar de stand
“OFF”.

Normale stappenvolgorde:
Om de motor af te zetten de gashendel-vastzetin-
richting terugschuiven zodat de motor stationair
draait. Vervolgens de AAN/UIT-schakelaar (ﬁ g.
1, pos. 4) naar de stand “OFF” brengen.

7.4 Blazen
Uw bladblazer is geschikt voor het vrijblazen van
terrassen, voetpaden, gazon, struikgewassen en
talrijke moeilijk bereikbare vlakken waar vuil zich
kan ophopen.
Voordat u het toestel bedient, lees zeker voor uw
eigen veiligheid opnieuw alle veiligheidsinstruc-
ties en gebruiksvoorschriften van deze handlei-
ding.
Gebruik het toestel niet als omstanders of dieren
zich in de onmiddellijke omgeving bevinden.
Blijf minstens 10 m weg van andere personen of
dieren.
Draag een stof-/ademhalingsmasker als u in een
zeer stofﬁ ge omgeving werkt.
Teneinde de blaasrichting beter te kunnen bestu-

ren, dient u steeds op een voldoende afstand van
het weg te blazen materiaal te blijven. Blaas nooit
in de richting van omstanders.
Verwijder vreemde voorwerpen van het te reini-
gen vlak d.m.v. een hark of bezem alvorens het
toestel te gebruiken teneinde letsels te voorkomen.
Stuur de snelheid van de luchtstroom door de
gashendel tussen de standen stationair draaien
en vol gas te bedienen. Test de verschillende stan-
den van de gashendel om voor de toepassingen
telkens de optimale snelheid van de luchtstroom
te vinden.
Let op: Draag steeds een veiligheidsbril of een
gelaatsbescherming om u te beschermen tegen
opgewarrelde of wegspringende voorwerpen.

Let op: Leidt het toestel steeds zodat de hete uit-
laatgassen niet in contact komen met uw kledij en
deze beschadigen of door de gebruiker worden
ingeademd.

Om het toestel te bedienen:
Neem de instructies voor het starten van de motor
in acht zoals beschreven in hoofdstuk 7.1 resp.
7.2.
Laat de motor stationair draaien en schouder het
toestel zoals getoond in ﬁ g. 5. Zorg dat niets de
uitlaat bedekt omdat die hitte verwekt.
Hou de handgreep met de rechter hand vast (ﬁ g.
6) en beweeg de blaaspijp heen en weer zodat
het gewenste oppervlak ontdaan wordt van ve-
rontreinigingen.
In de handgreep (ﬁ g. 4a, pos. 1) zijn de gashen-
del (ﬁ g. 4a, pos. 2) en de AAN/UIT-schakelaar
(ﬁ g. 4a, pos. 4) geïntegreerd.
Met de gashendel-vastzetinrichting (ﬁ g. 4a, pos.
3) kan de motor op volgas worden gearrêteerd
zonder voortdurend de gashendel in te drukken.
Let op: Voordat u het toestel uitschakelt dient u
de gashendel-vastzetrinrichting terug te schuiven
naar de stand “stationair draaien”.

Anleitung_3436061_LB2.indb 23

01.06.12 12:23