beautypg.com

Metz MECABLITZ 50 AF-1 digital Canon User Manual

Page 79

background image

79

ń

Synchronisatie bij het dichtgaan van de sluiter laat zich op de flitser niet
instellen.
• Er heeft geen uitwisseling van gegevens tussen camera en flitser plaats-

gevonden. Tip de ontspanknop op de camera aan.

• De camera ondersteunt de REAR-functie niet.
• Op de flitser staat de synchronisatie bij korte belichtingstijden HSS ingesteld.

Deactiveer HSS (zie 7.3).

De instelling voor met de hand in te stellen correcties op de TTL-flitsbelichting
werkt niet.
• De camera ondersteunt de met de hand in te stellen correctiesop de TTL–flits-

belichting op de flitser niet.

De automatische omschakeling naar de flitssynchronisatietijd vindt niet
plaats.
• De camera werkt met een centraalsluiter (de meeste compactcamera’s).

Er hoeft daarbij geen omschakeling naar een flitssynchronisatietijd plaats te
vinden.

• De camera werkt met synchronisatie bij korte belichtingstijden HSS (camera-

instelling). Er vindt geen omschakeling naar de flitssynchronisatietijd plaats.

• De camera werkt met een langere belichtingstijd dan de flitssynchronisatietijd

Afhankelijk van de camerafunctie wordt daarbij niet naar de flitssynchronisa-
tietijd omgeschakeld (zie de gebruiksaanwijzing van de camera).

De opnamen vertonen aan de onderzijde een schaduw.
• Door de parallax tussen objectief en flitser kan het onderwerp in het dicht-

bijbereik, afhankelijk van de brandpuntsafstand, aan de onderzijde van het
beeld niet geheel worden uitgelicht. Neig de hoofdreflector, c.q. zet de
groothoekdiffusor voor de reflector.

De opname zijn te donker.
• Het onderwerp ligt buiten het bereik van de flits. Let op: bij indirect flitsen ver-

mindert de reikwijdte van de flits.

• Het onderwerp bevat zeer lichte of reflecterende beelddetails. Daardoor

wordt het meetsysteem van de camera, c.q. van de flitser beïnvloed. Stel met
de hand een positieve correctie op de flitsbelichting van bijv. +1 EV in.

De opnamen zijn te licht.
• In het dichtbijbereik kunnen overbelichtingen (te lichte opnamen) voorkomen,

als u bijv. een langere dan de kortste flitsduur van de flitser gebruikt.
De minimale afstand tot het onderwerp moet minstens 10% van de aange-
geven reikwijdte bedragen.

De diafragmawaarde F zijn op de flitser niet te verstellen.
• Tussen camera en flitser vindt een digitale uitwisseling van gegevens laats.

Het verstellen van diafragmawaarde is alleen niet mogelijk.

709 47 0175.A2 50 AF-1 C 26.08.2010 15:52 Uhr Seite 79

This manual is related to the following products: