Ivoclar Vivadent Compoglass Flow - Manual (Page 17)

Tabel 1
8. Afwerken/occlusiecontrole/polijsten
Verwijder overtollig materiaal na polymerisatie met behulp van de juiste
fineerinstrumenten (bijv. Astropol F) of fijne diamanten. Verwijder proximaal
overtollig materiaal met flexibele fineerschijfjes, fineerstrips of diamanten
fineerinstrumenten. Controleer de occlusie en articulatie en slijp deze zo in
dat er geen premature contacten of ongewenste articulatiebanen aan het
oppervlak van de restauratie achterblijven. Polijst de restauratie op
hoogglans met behulp van siliconenpolijstinstrumenten (bijv. OptraPol
®
Next Generation), polijstschijfjes en polijststrips.
Aanvullende opmerkingen
1. Gebruik Compoglass Flow op kamertemperatuur. Koud materiaal kan
lastig te doseren zijn.
2. Alleen voor éénmalig gebruik. Als Compoglass Flow direct vanuit
de Cavifil in de mond van de patiënt wordt geappliceerd, mag de
Cavifil om hygiënische redenen maar bij één patiënt worden
gebruikt (ter voorkoming van kruisbesmetting tussen patiënten).
3. Desinfecteer Cavifils niet met oxiderende desinfectiemiddelen.
Waarschuwing
Voorkom contact van onuitgehard Compoglass Flow met de huid, de
slijmvliezen en de ogen. Niet-gepolymeriseerd Compoglass Flow kan een
licht irriterende werking hebben en kan tot overgevoeligheid voor
methacrylaten leiden.
In de handel verkrijgbare medische handschoenen bieden geen
bescherming tegen het sensibiliserende effect van methacrylaten.
Speciale voorzorgsmaatregelen bij opslag en transport:
–
Compoglass Flow niet gebruiken na afloop van de vervaldatum.
– Uiterste gebruiksdatum: zie gegevens op verpakking.
– Bewaartemperatuur: 2–28°C.
– Sluit Cavifils direct af na gebruik. Blootstelling aan licht kan tot
voortijdige polymerisatie leiden.
Buiten bereik van kinderen bewaren!
Alleen voor tandheelkundig gebruik!
Dit product werd ontwikkeld voor tandheelkundig gebruik en moet volgens de productinformatie
toegepast worden. Indien er schade optreedt door toepassing voor andere doeleinden of door verkeerd
gebruik kan de fabrikant daarvoor niet aansprakelijk worden gesteld. De gebruiker is bovendien
gehouden om vóór gebruik na te gaan of het product voor de beoogde toepassing geschikt is, vooral als
deze toepassing niet in de productinformatie vermeld staat.
Apparaat
Programma
Bluephase C8 Bluephase Style Bluephase 20i
Turbo
Program
– – 2x5 s
High Power
Program
40 s 20 s 20 s
Soft Start
Program
40 s – 20 s
Lichtintensiteit Blootstellingsduur
> _ 500 mW/cm 2 40 s
> _ 1000 mW/cm 2 20 s
plaquekleurstoffen en chloorhexidine kunnen bij contact met het materiaal
tot verkleuringen leiden.
Toepassing
1. Kleurbepaling
Vóór het bepalen van de kleur moet het gebit worden gereinigd. Voer de
kleurbepaling uit aan de hand van de kleur van het nog vochtige gebit.
2. Isolatie
Zorg voor goede isolatie van het werkgebied, bij voorkeur met een
cofferdam (bijv. OptraDam
® Plus).
3. Voorbereiding van de caviteit
Prepareer de caviteit volgens de regels van de adhesieftechniek. Dat wil
zeggen dat het gebitsweefsel zoveel mogelijk ongemoeid wordt gelaten.
Prepareer geen scherpe binnenranden of hoeken en geen extra
ondersnijdingen in cariësvrije gebieden. De omvang van de caviteit wordt
doorgaans bepaald door de uitbreiding van de cariës of de omvang van de
vorige restauraties. Werk de glazuurranden van anteriorelementen schuin af.
In het posteriorgebied moeten alleen de scherpe glazuurranden worden
afgerond. Prepareer geen cervicale defecten in cariësvrije gebieden. Reinig
ze met puimsteen of een geschikte reinigingspasta (bijv. Proxyt RDA 36,
medium), met behulp van rubberen polijstinstrumenten of roterende
borsteltjes. Verwijder dunne lagen gesclerotiseerd dentine rond de tandhals
met behulp van een roterend instrument (diamanten fineerinstrument, grof
schijfje). Spoel de caviteit vervolgens schoon met water om alle restanten te
verwijderen en blaas hem droog met water- en olievrije lucht.
4. Pulpabescherming/onderlaag
Pas geen onderlaag toe als er een glazuur-dentinehechtmiddel wordt
gebruikt. Dek zeer diepe gebieden dichtbij de pulpa selectief af met een
calciumhydroxideliner en gebruik vervolgens een drukbestendig cement
(bijv. Vivaglass
® Liner). Dek de overige wanden van de caviteit niet af, zodat
ze nog te gebruiken zijn voor het toepassen van het glazuur-
dentineadhesief.
5. Matrixband/interdentale wig
Breng bij (gedeeltelijk) approximale caviteiten een circulaire matrixband of
een partiële matrixband aan en zet deze vast met wiggen.
6. Conditionering/aanbrengen van het hechtmiddel
Conditioneer de preparatie en breng het hechtmiddel aan zoals beschreven
staat in de productinformatie van het toegepaste product. Ivoclar Vivadent
raadt aan om bijvoorbeeld het zelfetsende adhesief AdheSE
® One F te
gebruiken.
7. Toepassing van Compoglass Flow
–
Voor optimale resultaten moet Compoglass Flow worden aangebracht
in lagen van max. 3 mm (lichte kleuren) of 2 mm (donkere kleuren =
340/A4).
– Zorg voor volledige polymerisatie door voldoende te belichten. Zie tabel
1 voor aanbevelingen ten aanzien van de belichtingsduur en
lichtintensiteit.
– Zorg dat u het lichtemissievenster van de polymerisatielamp zo dicht
mogelijk op het restauratiemateriaal houdt.
– Belicht na het verwijderen van de eventuele metalen matrixband
eveneens van buccaal resp. linguaal/palatinaal.
Compoglass Flow_AdheSE_GI_WE3_573128_REV1_CompoglassFlow_Adhe-GI-WE3.qxd 17.06.13 09:48 Seite 17