beautypg.com

Veiligheidsinrichtingen, Inbedrijfstelling – Karcher HDS 801 B User Manual

Page 56

background image

– 4

Veiligheidsinrichtingen dienen voor de be-
scherming van de gebruiker en mogen niet
buiten werking gezet of in hun functie om-
zeild worden.

De watertekortbeveiliging voorkomt dat de
brander bij een tekort aan water oververhit
raakt. Alleen bij voldoende watertoevoer
gaat de brander aan.

Indien het handspuitpistool gesloten is,
gaat de overstroomklep open en leidt de
hogedrukpomp het water naar de pomp-
zuigzijde terug. Daardoor wordt de over-
schrijding van de toegelaten werkdruk
verhinderd.
De overstroomklep is in de fabriek inge-
steld en verzegeld. Instelling uitsluitend
door de klantendienst.

De veiligheidsklep gaat open als de over-
stroomklep defect is.
De veiligheidsklep is in de fabriek ingesteld
en verzegeld. Instelling uitsluitend door de
klantendienst.

Het thermoventiel gaat open bij een over-
schrijding van de maximum toegelaten wa-
tertemperatuur en leidt het hete water naar
buiten.

De drukschakelaar schakelt de brander uit
als de minimale werkdruk onderschreden
wordt en schakelt hem weer in als de mini-
male werkdruk overschreden wordt.

Gevaar

Verwondingsgevaar! Apparaat, toevoerlei-
dingen, hogedrukslang en aansluitingen
moeten in een perfecte toestand zijn. In-
dien de toestand niet perfect is, mag het
apparaat niet gebruikt worden.

Voorzichtig
Bij melkachtige olie onmiddellijk de Kär-
cher-klantendienst contacteren.

Knip voor het eerste gebruik de punt
van het deksel van de olietank op de
waterpomp af.

Oliepeil in het oliereservoir controleren.

Apparaat niet in bedrijf nemen, als het olie-
peil gedaald is onder „MIN“.

Indien nodig olie navullen (zie Techni-
sche gegevens).

Hoofdstuk „Veiligheidsinstructies“ in acht
nemen!

Voor de inbedrijfstelling de gebruiks-

aanwijzingg van de motorfabrikant le-

zen en in het bijzonder de

veiligheidsinstructies in acht nemen.

Oliepeil van de motor controleren.

Apparaat niet in bedrijf nemen, als het olie-

peil gedaald is onder „MIN“.

Indien nodig olie navullen.

Brandstofreservoir met loodvrije benzi-

ne vullen.
Geen tweetaktmengsel gebruiken.

Voorzichtig
Beschadigingsgevaar van de brandstofpomp
door droogloop. Brandstofreservoir ook bij wer-
king met koud water zo ver vullen.

ƽ

Gevaar

Explosiegevaar! Uitsluitend diesel of lichte
stookolie vullen. Ongeschikte brandstoffen,
zoals bijvoorbeeld benzine, mogen niet ge-
bruikt worden.

Veiligheidsinrichtingen

Watertekortbeveiliging

Overstroomklep

Veiligheidsklep

Thermoventiel aan de pomp

Drukschakelaar

Inbedrijfstelling

Oliepeil van de hogedrukpomp

controleren

Motor

Brandstof navullen

56

NL