Karcher KM 100-100 R Bp Pack User Manual
Page 64
-
6
– Controlelampje brandt groen
accu is geladen.
– Controlelampje brandt geel
Batterij is bijna ontladen.
Î
Vegen beëindigen en batterij opladen.
– Controlelampje knippert rood
Ontladingsgrens is bereikt. Nog 3 minuten
rijden mogelijk, daarna schakelt het appa-
raat zichzelf uit.
Î
Het apparaat kan vervolgens niet meer
gestart worden, de batterij moet gedu-
rende minstens 3 uren opgeladen wor-
den.
– Controlelampje brandt rood
Batterij is ontladen. Besturing heeft het ve-
gen uitgeschakeld.
Î
Accu laden.
ƽ
Gevaar
Ongevalgevaar. Voor elke werking moet de
functionaliteit van de parkeerrem op een
vlakte gecontroleerd worden.
Î
Zitpositie innemen.
Î
Nood-stop-knop door draaien ontgren-
delen.
Î
Programmaschakelaar op markering 1
(rijden) zetten.
Î
Sleutelschakelaar op „1“ stellen.
Î
Gaspedaal licht induwen.
Î
De rem moet hoorbaar vastklikken. Het
apparaat moet op een vlakte zacht be-
ginnen te rollen. Indien het pedaal los-
gelaten wordt, vergrendelt de rem
hoorbaar. Het apparaat moet buiten
werking gezet worden en de klanten-
dienst moet geraadpleegd wordt indien
het bovengenoemde niet geldt.
– Het apparaat beschikt over een nood-
stopknop. Wanneer die ingedrukt wordt,
stopt het apparaat plots en treedt de au-
tomatische parkeerrem in werking.
– Om het apparaat opnieuw in bedrijf te
stellen eerst de noodstopknop ontgren-
delen en dan de sleutelschakelaar kort
uit- en opnieuw inschakelen.
1 Rijden
Naar gebruiksplaats rijden.
2 Vegen met veegrol
Veegrol wordt neergelaten. Keerrol en
zijbezem draaien.
3 Vegen met rechter zijbezem
Veegrol en rechter zijbezem worden
neergelaten.
4 Vegen met linker zijbezem (optioneel)
Veegrol en linker zijbezem worden
neergelaten.
5 Vegen met beide zijbezems (optioneel)
Veegrol en beide zijbezems worden
neergelaten.
Instructie:Het apparaat is uitgerust met
van een zitcontactschakelaar. Bij het verla-
ten van de bestuurdersstoel wordt het ap-
paraat uitgeschakeld, de parkeerrem grijpt
automatisch.
Î
Op de chauffeursstoel plaatsnemen.
Î
Rijpedaal NIET gebruiken.
Î
Programmaschakelaar op markering 1
(rijden) zetten.
Î
Sleutelschakelaar op „1“ stellen.
ƽ
Gevaar
Valgevaar! Bij het rijden niet gaan recht-
staan.
Instructie:Indien het apparaat uitgescha-
keld wordt via de zitcontactschakelaar,
branden de 5 leds op het bedieningspa-
neel. Apparaat uitschakelen met de sleutel-
schakelaar.
Instructie:Indien de zitcontactschakelaar
resp. sleutelschakelaar bij een ingeduwde
gaspedaal ingeschakeld, dan schakelt de
rijaandrijving uit en worden de zijbezems,
de veegrol, de turbine en leds ingeschakeld
(servicefunctie). Remedie: gaspedaal los-
laten.
Î
Langzaam op het gaspedaal drukken.
ƽ
Gevaar
Verwondingsgevaar! Bij het achteruitrijden
mogen derden niet in gevaar gebracht wor-
den, eventueel aanwijzingen laten geven.
Î
Langzaam op het gaspedaal drukken.
– Met het gaspedaal kan de rijsnelheid
traploos geregeld worden.
– Bij capaciteitsafname op hellingen het
rijpedaal zachtjes terugnemen.
Î
Rijpedaal loslaten, het apparaat remt
zelf en blijft staan.
Over vaststaande hindernissen tot 50 mm
heen rijden:
Î
Langzaam en voorzichtig in voorwaart-
se richting overheen rijden.
Over vaststaande hindernissen boven 50
mm heen rijden:
Î
Er mag alleen over hindernissen heen
gereden worden met een geschikte op-
rijdrempel.
Om schade aan de rijaandrijving te voorkomen,
is het apparaat uitgerust met een overbelas-
tingsindicatie en een uitschakeling.
– Wanneer de belasting van de rijaandrij-
ving een kritische grens bereikt, knip-
pert de overbelastingsindicatie. De
belasting kan 1 minuut aangehouden
worden, dan schakelt de besturing het
apparaat uit.
– Indien de belasting van de rijaandrijving
de overbelastingsgrens overschrijdt,
schakelt de besturing het apparaat on-
middellijk uit.
Î
Schleutelschakelaar op „0“ draaien,
korte tijd wachten en weer op „1“
draaien.
Om schade aan het veegsysteem te voorko-
men, is het apparaat uitgerust met een overbe-
lastingsindicatie en een uitschakeling.
– Wanneer de belasting van het veegsys-
teem de overbelastingsgrens bereikt,
brandt de overbelastingsindicatie, de
besturing schakelt het veegsysteem na
4 seconden uit.
Î
Schleutelschakelaar op „0“ draaien,
korte tijd wachten en weer op „1“
draaien.
ƽ
Gevaar
Gevaar voor verwonding! Bij geopende
grofvuilklep kan de veegwals stenen of split
naar voren wegslingeren. Erop letten, dat
geen mensen, dieren of voorwerpen in ge-
vaar gebracht worden.
Voorzichtig
Geen pakbanden, draden of soortgelijk ma-
teriaal opvegen; dit kan leiden tot een be-
schadiging van het veegmechanisme.
Voorzichtig
Om een beschadiging van de vloer te ver-
mijden de veegmachine niet ter plaatse ge-
bruiken.
Instructie: Om een optimaal reinigingsre-
sultaat te krijgen, moet de rijsnelheid aan
de omstandigheden aangepast worden.
Ladingstoestand van de accu
controleren
Parkeerrem controleren
Noodstopknop
Programma's selecteren
3
2
1
4
5
Apparaat inschakelen
Apparaat verrijden
Vooruit rijden
Achteruit rijden
Rijgedrag
Remmen
Over hindernissen heen rijden
Overbelasting van de rijmotor
Overbelasting van de keerrol
Veegbedrijf
64
NL