Schumacher SCI15 User Manual
Page 58
58
11.
VERPLAATSINGS- EN OPSLAGINSTRUCTIES
11.1 Bewaar de oplader losgekoppeld en rechtopstaand. Het snoer geleidt nog steeds
elektriciteit totdat de stekker uit het stopcontact wordt gehaald.
11.2 Als de oplader in de werkplaats wordt verplaatst of naar een andere plaats wordt
gebracht, moet u ervoor zorgen dat de snoeren, connectors en oplader niet worden
beschadigd. Als dit niet gebeurt, kan lichamelijk letsel of materiële schade het gevolg zijn.
12. SPECIFICATIES
Ingangsvermogen
230V~50 Hz, 2,3A
Uitgangsvermogen
6/12V 2A, 10A, 15A
Gewicht
1,28 kg
Bescherming omgekeerde polariteit
Ja
Bedrijfstemperatuur
0°-40° C
13. OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
PROBLEEM
MOGELIJKE OORZAAK
OPLOSSING
HET LAMPJE
AANGESLOTEN
brandt niet.
De accu is niet goed
aangesloten.
De accuspanning is nul volt.
Controleer of de aansluiting met
de accu goed is.
Schakel alles in de auto uit en
probeer opnieuw aan te sluiten.
Lampje BEZIG MET
LADEN
knippert.
Lader is in de afbreekmodus.
De accu is gesulfateerd.
De accu is defect.
Haal de stekker van de lader uit
het stopcontact en steek hem er
weer in.
Gebruik
(ontzwavelingsmodus) 8 uur lang.
Laat de accu nakijken.
Het lampje VOLLEDIG
GELADEN
brandt,
maar de accu is niet
volledig geladen.
De spanning van de
oppervlaktelading is te hoog.
De accuspanning is zeer laag en
de lader neemt deze waar als as
6V, niet 12V.
Vervang de accu.
Haal de stekker van de lader uit
het stopcontact en steek hem er
weer in.
Alle lampjes branden
onregelmatig.
Het is mogelijk dat er op een
knop is gedrukt terwijl de lader
op het stopcontact werd
aangesloten.
Trek de stekker van de lader
uit het stopcontact en steek
hem er weer in zonder het
bedieningspaneel aan te raken.