Apparaten beheren, Berekening instellen, Uitgangen configureren – Hach-Lange HACH 5500 sc PO43-HR Operations User Manual
Page 127: 4–20ma-module instellen, Raadpleeg

Apparaten beheren
Ingangsmodules installeren of verwijderen.
1. Selecteer APPARATEN BEHEREN.
2. Selecteer een optie.
Optie
Omschrijving
SCAN FOR
DEVICES
Het systeem toont de aangesloten apparaten.
Opmerking: Als er geen apparaat is aangesloten, keert
het systeem terug naar het hoofdmeetscherm.
DELETE DEVICE
Verwijdert het apparaat wanneer het niet langer is
aangesloten.
Berekening instellen
Stelt de variabelen, parameters, eenheden en formules voor de analyser
in.
1. Selecteer CALCULATION (BEREKENING).
2. Selecteer een optie.
Optie
Omschrijving
SET VARIABLE X
Selecteert de sensor die betrekking heeft op
variabele X.
SET PARAMETER X Selecteert de parameter die betrekking heeft op
variabele X.
SET VARIABLE Y
Selecteert de sensor die betrekking heeft op
variabele Y.
SET PARAMETER Y Selecteert de parameter die betrekking heeft op
variabele Y.
SET FORMULA
Selecteert de berekeningsformule die moet worden
uitgevoerd. Opties: geen, X-Y, X+Y, X/Y, [X/Y]%, [X
+Y]/2, X*Y, [X-Y]%/X
DISPLAY FORMAT
Selecteert het aantal decimalen dat in een
berekeningsresultaat wordt getoond. Opties: auto,
XXXXX, XXXX.X, XXX.XX, XX.XXX, X.XXXX
Optie
Omschrijving
SET UNITS
Voert de naam van de eenheid in (max. 5 tekens).
SET PARAMETER
Voert de naam van de meting in (max. 5 tekens).
Uitgangen configureren
4–20mA-module instellen
1. Selecteer INSTELLINGEN SYSTEEM>INSTELLINGEN
UITGANGEN>INSTELLINGEN 4-20mA.
2. Selecteer de UITGANG.
3. Selecteer een optie.
Optie
Omschrijving
ACTIVEREN
De opties in de menulijst veranderen afhankelijk van
de geselecteerde functie. Raadpleeg
op pagina 128 voor meer
informatie.
KIES
Selecteer de uitgang. Opties: geen als de uitgang
niet is geconfigureerd, de analysernaam of
berekening als er een berekeningsformule is
geconfigureerd. Raadpleeg
op pagina 127.
PARAMETERKEUZE Selecteer in de lijst het meetkanaal.
SET FUNCTION
Selecteer een functie. Overige opties verschillen
afhankelijk van de gekozen functie. LINEAR
CONTROL (LINEAIRE REGELING) – het signaal is
lineair afhankelijk van de proceswaarde. PID
CONTROL (PID-REGELING) – het signaal
functioneert als een PID-controller (proportioneel,
integraal of afgeleid). LOGARITMISCH – het signaal
wordt logaritmisch weergegeven binnen het
procesvariabelenbereik. BILINEAIR – het signaal
wordt als twee lineaire segmenten weergegeven
binnen het procesvariabelenbereik.
Nederlands 127