Systeem instellen – Hach-Lange HACH 5500 sc PO43-HR Operations User Manual
Page 126
Systeem instellen
De configuatie-instellingen kunnen worden gewijzigd in het menu
INSTELLINGEN SYSTEEM of in de analyserinstelling. Raadpleeg
Instelling van de analyser starten
op pagina 124.
1. Selecteer INSTELLINGEN SYSTEEM.
2. Selecteer één van de opties.
Optie
Omschrijving
MEETMODUS
Wijzigt de modus van de meetcyclus. Opties:
interval of continu (standaard). In de modus
Continu wordt ongeveer om de 9 minuten
gemeten.
INTERVAL
BEWERKEN
(voorwaardelijk)
Wijzigt de intervaltijd wanneer MEETMODUS is
ingesteld op interval. Opties: 10–240 minuten
(standaard= 15 minuten).
MEAS UNITS
Wijzigt de meeteenheden die op het display en in
het gegevenslogboek worden weergegeven.
Opties: ppb (standaard), ppm, mg/l, µg/l.
SIGNAL AVERAGE
Selecteer het aantal metingen dat wordt
uitgevoerd voor het berekenen van een
gemiddelde meting (1–5). Hierdoor wordt de
variabiliteit bij metingen beperkt (standaard = 1)
(geen gemiddelde).
NAAM ANALYSER
BEW.
Wijzigt de naam die bovenaan het meetscherm
staat (maximaal 16 tekens).
NAAM KANAAL
BEWERKEN
Wijzigt de naam van het monster dat op het
meetscherm staat (maximaal 10 tekens).
SEQUENCER
CONFIGUREREN
(optioneel)
Start of stopt metingen voor afzonderlijke
monsterbronnen. Stelt de meetvolgorde van de
monsterbronnen in wanneer er meer dan één
monsterbron is.
SET DATE & TIME
Stelt de tijd en datum van de analyser in.
DISPLAY SETUP
Wijzigt de taal. Past de volgorde van weergave
van metingen aan. Past de contrastinstellingen
van het display aan.
Optie
Omschrijving
HERINNERINGEN UIT
Stopt herinneringen aan gepland onderhoud voor
afzonderlijke componenten. Opties: slangen,
roerstaaf, colorimeterkuvet, luchtfilter, roermotor,
luchtuitlaatventiel, klemventiel, luchtcompressor,
reagensventielen, monsterventielen,
standaardventielen, colorimeter-LED,
ventilatorfilter, luchtklep.
APPARATEN
BEHEREN
Installeert of verwijdert ingangsmodules.
Raadpleeg
op pagina 127
voor meer informatie.
INFORMATIE
INSTRUMENT
Toont de informatie van de analyser. Raadpleeg
op pagina 132.
CALCULATION
Stelt de variabelen, parameters, eenheden en
formules voor de analyser in. Raadpleeg
op pagina 127.
INSTELLINGEN
UITGANGEN
Selecteert en configureert de 4–20mA-instelling,
de relaisinstelling en de Hold-modus voor fouten.
Raadpleeg
op pagina 127 voor meer informatie.
INSTELLINGEN
NETWERK
(voorwaardelijk)
Geeft alleen aan of er een netwerkaart is
geïnstalleerd. Modbus-, Profibus- en HART-
netwerkkaarten worden ondersteund.
SECURITY SETUP
Schakelt de wachtwoordcode (standaard =
HACH55) in of uit.
LUCHTZUIVERING
Schakelt de luchtzuivering in wanneer op de
analyser gebruik wordt gemaakt van een externe
luchtzuivering (standaard = uit). Wanneer u deze
functie wilt gebruiken, zorg er dan voor dat er een
ventilator-filteraansluiting is aangebracht.
Raadpleeg de documentatie die met de
luchtzuiveringsset is meegeleverd.
STANDAARDW.
HERSTELLEN
Stelt de configuratie in op de fabrieksinstellingen.
126 Nederlands