1 algemeen, 1 betreffende dit document, 2 veiligheid – Wilo Drain TM 25_6 User Manual
Page 20: 1 symbolen gebruikt in deze gebruikshandleiding, 2 kwalificatie van het personeel, 4 veiligheidsrichtlijnen voor de gebruiker, 6 eigen ombouw en zelf onderdelen maken, 7 niet toegestaan gebruik

Nederlands
18
WILO AG 10/2006
1 Algemeen
1.1 Betreffende dit document
De montage- en gebruikshandleiding maakt deel 
uit van het product. Zij dient altijd in de buurt van 
het product aanwezig te zijn. Het naleven van 
deze instructie is dan ook een vereiste voor een 
juist gebruik en de juiste bediening van het pro-
duct.
De montage- en gebruikshandleiding stemt 
overeen met de uitvoering van het apparaat en 
alle van kracht zijnde veiligheidstechnische nor-
men op het ogenblijk van het ter perse gaan.
2 Veiligheid
Deze gebruikshandleiding bevat basisrichtlijnen 
die bij de montage en bij de bediening dienen te 
worden nageleefd. De gebruikshandleiding dient 
dan ook vóór de montage en de ingebruikname 
door de monteur en de gebruiker te worden 
gelezen.
Niet alleen de algemene veiligheidsinstructies in 
de paragraaf "Veiligheid" moeten in acht worden 
genomen, ook de specifieke veiligheidsinstructies 
in volgende paragrafen, aangeduid met een geva-
rensymbool. 
2.1 Symbolen gebruikt in deze gebruikshandleiding
Symbool:
 
Algemeen gevarensymbool 
Gevaar vanwege elektrische spanning
AANWIJZING: ...
Signaalwoorden:
GEVAAR!
Acuut gevaarlijke situatie.
Het niet naleven leidt tot de dood of tot zeer 
zware verwondingen.
WAARSCHUWING!De gebruiker kan (zware) 
verwondingen oplopen. 'Waarschuwing' bete-
kent dat (ernstige) persoonlijke schade waar-
schijnlijk is wanneer de aanwijzing niet wordt 
opgevolgd.
VOORZICHTIG!Het gevaar bestaat dat de pomp/
installatie beschadigd wordt. 'Voorzichtig' heeft 
betrekking op mogelijke materiële schade bij 
het niet opvolgen van de aanwijzing.
AANWIJZING: Een nuttige aanwijzing voor het in 
goede toestand houden van het product. De 
aanwijzing vestigt de aandacht op mogelijke 
problemen.
2.2 Kwalificatie van het personeel
Het montagepersoneel dient de voor de werk-
zaamheden vereiste kwalificaties te bezitten. 
2.3 Gevaar bij het niet opvolgen van de
veiligheidsrichtlijnen 
Het niet opvolgen van de veiligheidsrichtlijnen kan 
leiden tot gevaar voor personen en voor de pomp/
installatie. Het niet opvolgen van de veiligheids-
richtlijnen kan leiden tot het verlies van elke 
aanspraak op schadevergoeding.
Meer specifiek kan het niet opvolgen van de 
veiligheidsrichtlijnen bijvoorbeeld de volgende 
gevaren inhouden: 
• Verlies van belangrijke functies van de pomp/
installatie;
• Voorgeschreven onderhouds- en reparatieprocé-
dés die niet uitgevoerd worden,
• Gevaar voor personen door elektrische, mechani-
sche en bacteriologische werking,
• Materiële schade
2.4 Veiligheidsrichtlijnen voor de gebruiker
De bestaande voorschriften betreffende het 
voorkomen van ongevallen dienen te worden 
nageleefd.
Gevaren verbonden aan het gebruik van elektri-
sche energie dienen te worden vermeden. Instruc-
ties van plaatselijke of algemene voorschriften 
[bijv. IEC en dergelijke], alsook van
het plaatselijke energiebedrijf, dienen te worden 
nageleefd. 
2.5 Veiligheidsrichtlijnen voor inspectie- en
montagewerkzaamheden
De gebruiker dient er voor te zorgen dat alle 
inspectie- en montagewerkzaamheden worden 
uitgevoerd door bevoegd en bekwaam vakperso-
neel, dat door het bestuderen van de gebruiks-
handleiding voldoende geïnformeerd is. 
Werkzaamheden aan de pomp/installatie mogen 
uitsluitend worden uitgevoerd als deze buiten 
bedrijf is.
2.6 Eigen ombouw en zelf onderdelen maken
Wijzigingen aan de pomp/installatie zijn alleen 
toegestaan na duidelijke afspraken hierover met 
de fabrikant. Originele onderdelen en door de 
fabrikant toegestane hulpstukken komen de vei-
ligheid ten goede. Bij gebruik van andere onderde-
len kan de aansprakelijkheid van de fabrikant voor 
daaruit voortvloeiende gevolgen vervallen. 
2.7 Niet toegestaan gebruik
De bedrijfszekerheid van de geleverde pomp/
installatie is alleen gewaarborgd bij correct 
gebruik in overeenstemming met hoofdstuk 4 van 
de gebruikshandleiding. De in de catalogus / het 
gegevensblad aangegeven boven- en onder-
grenswaarden mogen in geen geval worden 
overschreden.
