beautypg.com

Festool C 12 User Manual

Page 39

background image

39

LED geel - permanent licht:

acculader is bedrijfsklaar.

LED groen – knipperlicht:

Accupack wordt opgeladen.

LED groen - permanent licht:

Accupack is opgeladen, compensatielading

loopt.

LED rood – knipperend:

algemene foutaanduiding, b.v. geen volle-

dig contact, kortsluiting, accu defect.

LED rood - blijft branden:

accutemperatuur boven toegestane grens-

waarden.

Neem beslist de aanwijzingen in acht

die genoemd worden in het hoofd-

stuk „Werkinstructies - Onderhoud

- Verzorging“.

5

Werken met de machine

5.1

Ingebruikneming

Inschakelen door op de schakelaarknop

(1.3) te drukken. Afhankelijk van de druk

die uitgeoefend wordt op de schakelaarknop,

kan het toerental traploos geregeld worden.

Uitschakelen door de schakelaarknop (1.3)

los te laten. Na het loslaten van de scha-

kelaarknop wordt de hoofdas (boorkop)

afgeremd en wordt zodoende voorkomen

dat het gereed-schap naloopt.

5.2 Bit-depot

In de bit-depots (1.2) met magneethouders

kunnen meerdere bits of bitverlengingen

worden gelegd.

5.3 Waarschuwingssignaal

Bij de volgende bedrijfstoestanden is er va-

nuit de machine een waarschuwingssignaal

te horen en schakelt de machine uit:

Pieptoon met regelmatige tussenpo-

zen

- Accu leeg.

Drievoudige pieptoon met regelmatige

tussenpozen

- Belasting (draaimoment) te hoog

- Machine te warm.

6

Werkinstructies - onderhoud -

verzorging

Neem s.v.p. de volgende ins-

tructies in acht. Anders bestaat

er het risico dat de machine, het

oplaadapparaat of het accupack

beschadigd raken.

- Reparaties mogen alleen uitgevoerd wor-

den door een erkende vakman. Bij het

oplaadapparaat LC 45 staat het elektricite-

its-deel in het binnenste van het apparaat

ook na scheiding van het net onder een

hoge condensatorspanning.

- Ventilatie-openingen op het elektrisch

gereedschap en op het oplaadapparaat

schoonhouden zodat de luchtcirculatie voor

de koeling gewaarborgd is.

- Er mogen geen metalen delen (b.v. metaal-

splinters) in het binnenste van het oplaad-

apparaat terechtkomen via de opnames

van de accupacks en via de ventilatiegleu-

ven (gevaar voor kortsluiting).

- Gebruik alleen maar originele Festool-ac-

cupacks. Gebruik geen gebruikte en weer

opgewerkte accupacks. Voor schade bij

Gebruik van niet originele Festool accup-

acks is de gebruiker aansprakelijk.

- Aansluitcontacten op het elektrisch ge-

reed-schap, oplaadapparaat en accupack

schoon-houden.

- Door de accupacks te bewaren in het bedri-

jfs-klare oplaadapparaat wordt de accupack

door een voortdurende compensatielading

in opgeladen toestand gehouden.

- Lege accupacks niet langer dan ong. 1

maand in het oplaadapparaat laten zitten

wanneer het oplaadapparaat niet op het

net aangesloten is (gevaar voor diepe ont-

lading).

- Een nieuwe of gedurende lange tijd niet

ge-bruikte accupack bereikt pas na ca. 5

oplaad- en ontlaadcycli zijn volledige ca-

paciteit.

- Accupacks moeten voordat ze opnieuw op-

geladen worden, indien mogelijk, helemaal

ontladen worden. Een herhaald opstarten

van de oplaad-procedure bij een opgeladen

accu vermindert de levensduur ervan.

- Een aanzienlijk verkorte bedrijfstijd per

opla-ding duidt erop dat de accu opgebru-

ikt is en door een nieuwe vervangen moet

worden.