beautypg.com

Festool C 12 User Manual

Page 37

background image

37

vastgelegde werkperiode dienen voor een

juiste beoordeling ook de hierin optredende

vrijloop- en stilstandtijden van de machine in

acht te worden genomen. De belasting over

de totale werkperiode kan op deze manier

aanzienlijk worden verminderd.

1.4

Muurbevestiging LC 45

Het sneloplaadapparaat LC 45 heeft aan de

achter-zijde twee lange gaten, waarmee

het d.m.v. twee schroeven (b.v. halfronde

of platkopschroeven met schachtdoorsnede

5 mm) aan een muur kan worden opgehan-

gen. Draai hiervoor de beide schroeven op

een afstand van 96 mm zo ver in de wand,

dat de schroefkop nog maar ca. 4 mm uit

de wand naar buiten steekt.

2

Instellingen aan de machine

Verwijder het accupack altijd voordat u het

apparaat instelt, repareert, of er onderhoud

aan pleegt!

2.1 Accupack

wisselen

Accupack uitnemen

Druk op beide toetsen (1.1) en neem het

accupack naar voren toe uit het apparaat.

Accupack plaatsen

Schuif het accupack in de opberghouder

aan de onderzijde van de handgreep, tot hij

inklikt (zie Afbeelding 1).

2.2

Omschakelen van de draai-

richting

De schakelknop (1.4) is voor het bepalen

van de draairichting.

Knop van rechts naar links gedrukt =

rechtsdraaiend; Knop van links naar rechts

gedrukt = linksdraaiend; Knop in middelste

stand = inschakelblok-kering

2.3

Omschakeling van de transmis-

sie

Alleen bij stilstaand apparaat

schakelen!

Met schakelschuif (1.5) kan de transmissie

geschakeld worden.

Eerste versnelling

Schakelschuif naar voren - cijfer 1 is zichtbaar.

Tweede versnelling

Schakelschuif naar achteren - cijfer 2 is

zicht-baar.

2.4

Instelling van draaimoment

Door de stelring (1.6) te draaien kan het

draaimoment ingesteld worden. De pijl-mar-

kering (1.7) geeft de ingestelde stand aan.

De machine schakelt uit wanneer het inge-

stelde draaimoment is bereikt. De machine

loopt pas weer verder wanneer de AAN-/UIT-

knop (1.3) is losgelaten en opnieuw wordt

ingedrukt.

Boren

Pijlmarkering geeft boorsymbool aan = ma-

ximaal draaimoment.

Schroeven

Draaimoment overeenkomstig instelling

Stand op 1 = klein draaimoment

Stand op 20 = hoog draaimoment

3 Gereedschapopneming,

groepen

met voorzetstukken

3.1 Boorkop

BF-FX

De boorkop dient voor het inspannen van

boren en bits.

a) Boorkop

monteren/demonteren

Montage

- Plaats de boorkop op de boorspindel (2.5)

en draai deze zó ver tot de inbuspen (2.4)

van de boorkop in de inbusopneming aan

de binnenkant van de boorspindel klikt.

- Trek de ontgrendelingsring (2.3) naar vor-

en, druk de boorkop tot aan de aanslag op

de boorspindel en laat de ontgrendelings-

ring los.

Demontage

- Trek de ontgrendelingsring naar voren en

neem de boorkop eraf.

b) Gereedschap

wisselen

- Draai de spanhuls (2.2) tegen de wijzers

van de klok in, om de spanblokjes (2.1) te

openen (aanwijzing: Als de machine is

uitgeschakeld, is de spindel automatisch

vergrendeld).

- Plaats het gereedschap in de boorkop.

- Span het gereedschap vast door de span-

huls met de wijzers van de klok mee

te draaien. Let er altijd op dat het ge-

reedschap in het midden van de boorkop

is opgespannen.