Festool AP 85 User Manual
Page 32

32
De handcirkelzagen zijn voorzien met een vaste
beschermkap (2.1) en een beweegbare pendelbe-
schermkap (2.7) die voorzien is van een terugtrek-
veer. De tanden van het zaagblad zijn zo volledig
afgedekt. De handcirkelzaag wordt met de voor-
zijde van de zaagtafel (1.7) op het werkstuk gezet
en de motor wordt ingeschakeld.
Eerst de blokkeerknop (1.1) indrukken en dan de
pistoolschakelaar (1.2) indrukken. De ingeschakel-
de machine wordt met beide handen aan de twee
handgrepen (1.3 en 1.10) gestuurd.
De pendelbeschermkap (2.7) opent zich daarbij
vanzelf, of kan door de hendel (1.9) neer te druk-
ken worden geopend.
Als de zaagmachine wordt opgetild van het werk-
stuk gaat de pendelbeschermkap automatisch te-
rug in de beschermstand. Hendel (1.9) loslaten!
4 „Electronic”
De AP 85 EB/AP 85 E heeft een volle-
golfelektronische regeling met de vol-
gende funkties:
Zachtaanloop
De elektronisch geregelde „zachtaanloop” zorgt
voor een veilige stootvrije aanloop van de motor
en gebruikt een kleinere aanloopstroom (men kan
volstaan met een lagere zekering).
Onbelaste toerentalregeling
De elektronika begrenst het onbelaste toerental op
het toerental bij belasting op maximaal 3800 min
–1
.
Daardoor is het geluid van de AP 85 E zeer beperkt
bij onbelast draaien. Aandrijving en motor worden
minder belast.
Toerentalregeling
Tussen 1800 (stand 1) en 3800 toeren min
–1
(stand
6) is het zaagbladtoerental traploos te regelen met
de toerentalregelaar (1.4).
De cijfers op de toerentalregelaar komen ongeveer
overeen met het zaagbladtoerental van de tabel.
1
1800 min
–1
4
3000 min
–1
2
2200 min
–1
5
3400 min
–1
3
2600 min
–1
6
3800 min
–1
Konstant toerental
Het gekozen motor toerental wordt elektronisch bij-
gestuurd en konstant gehouden. Daardoor wordt
ook onder belasting een gelijkblijvende zaagsnel-
heid bereikt.
Overbelastingsveiligheid
Bij extreme overbelasting (schulpen/langszagen
met te grote aanvoerdruk, zagen met bot zaag-
blad) kan de stroomopname aanzienlijk groter wor-
den dan de toegelaten normwaarde. In dit geval
beschermt een elektronische overbelastingsveilig-
heid de motor tegen doorbranden. De motor wordt
daarbij door een „elektronische veiligheidskoppe-
ling” uitgeschakeld en loopt zodra de belasting
minder wordt weer verder.
Temperatuurveiligheid
Extreme overbelasting bij continugebruik leidt
tot verhitting van de motor. Ter beveiliging tegen
over- verhitting (doorbranden van de motor) is een
elek- tronische temperatuurbewaking ingebouwd.
Voor het bereiken van een kritische motortempe-
ratuur schakelt de veiligheidselektronika de motor
uit. Na een afkoelperiode van ca. 3 – 5 minuten is
de zaagmachine weer in gebruik te nemen en vol-
ledig te belasten. Indien men de machine onbelast
laat draaien kan men de afkoelperiode aanzienlijk
bekorten.
Diodensignalering
De groene diode (lampje) (1.6) waarschuwt de ge-
bruiker, dat de machine werkt.
Als de rode diode gaat branden (1.5) betekent dit
dat de machine met 70% wordt overbelast.
Gaat men toch door de machine in het „rode” werk-
gebied te belasten, dan schakelt de overbelas-
tingsveiligheid de machine uit.
Ons advies
Als de rode diode gaat branden, minder hard du-
wen op de zaagmachine totdat de rode diode weer
uitgaat. Nu werkt u weer in het toegestane werk-
gebied.
Snelle veiligheidsrem (AP 85 EB)
Als de schakelaar wordt losgelaten (uitschakelen
van de motor) activeert de Electronic een rem-
ming, die het zaagblad binnen ca. 2 seconden tot
stilstand brengt.
5 Het instellen van de handcirkelzaag
Met de handcirkelzagen kunt u verschillende typen
zaagsneden uitvoeren waarvoor de volgende in-
stelmogelijkheden op uw machine aanwezig zijn:
a) Het instellen van de zaagdiepte
De zaagdiepte is traploos van 0 – 85 mm in te
stellen. Hendel (3.9) losdraaien. Voor het pre-
cies instellen van de zaagdiepte is er een skala
maatverdeling (3.3) en een markering (3.2).
Daarna de hendel (3.9) weer vastdraaien. Een
„strakke” zaagsnede verkrijgt u als u het zaag-
blad ca. 2 – 5 mm dieper door het werkstuk laat
zagen.
b) Het instellen van de zaaghoek (verstek)
Draai de twee vastzetknoppen (2.10 en 1.11)
los.
Zwenk de zaagmachine t.o.v. de zaagtafel in
de gewenste hoek tussen 0° en 45° volgens
de skalagradenverdeling (3.7) en de markeer-
streep (3.8).
Draai de beide knoppen weer vast te beginnen
met de knop bij de gradenverdeling.
Het zwenkpunt bij de handcirkelzagen ligt om