Danfoss AVP-F (Generation 2006) User Manual
Page 14
73695010 DH-SMT/SI
VI.DB.N3.8I
© Danfoss 04/2009
14
NEDERlANDs
Veiligheid
Om verwondingen aan personen en
schade aan de apparatuur te voorkomen
is het absoluut noodzakelijk om deze
instructies zorgvuldig te lezen en te
bestuderen.
Noodzakelijke (de)montage,
inbedrijfstelling en onderhoud dient alleen
door deskundig, getraind en bevoegd
personeel te worden uitgevoerd.
Voorafgaand aan montage- of
onderhoudswerkzaamheden moet het
systeem worden:
- afgesloten,
- afgekoeld,
- afgetapt en
- gereinigd.
Volg altijd de instructies van de
installatiebouwer- of beheerder op.
Toepassing
De regelaar wordt gebruikt voor het
constant houden van het drukverschil
in installaties voor verwarming,
stadsverwarming en koeling, gevuld met
water of water-glycol mengsels.
De technische gegevens op het type-
plaatje bepalen de toepassings
mogelijkheden.
Montage
Toegestane montage posities ❶
Mediumtemperatuur tot 100 °C ①:
- Mag in alle standen
gemonteerd worden.
Mediumtemperatuur > 100 °C ②:
- Montage alleen toegestaan
in horizontale leidingen met
het regelelement omlaag.
Plaats in de installatie en
installatieschema ❷
AVP (-F) montage in retour ①
AVP (-F) montage in aanvoer ②
Afsluiter installeren ❸
1. Reinig eerst het leidingsysteem.
2. Plaatsing van een vuilfilter voor de
regelaar wordt sterk aanbevolen ①.
3. Monteer drukmeters voor en na het
installatiedeel dat geregeld wordt.
4. Monteer de afsluiter
• Let op de stromingsrichting die
op het type-plaatje of op de
afsluiter staat aangegeven ② ③.
• De afsluiter met gemonteerde
laskoppelingen mag alleen
met laspunten aan de leiding
gehecht worden ④.
Daarna de afsluiter en pakkingen
uitnemen en de koppelingen
definitief vast lassen! ⑤
⑥
Als deze instructies niet
worden opgevolgd kunnen
hoge lastemperaturen de
pakkingen beschadigen.
• De flenzen ⑦ in de leiding moeten
evenwijdig zijn en de sluitvlakken
moeten schoon zijn en onbeschadigd.
Zet de bouten in 3 stappen
kruislings vast met het
maximum koppel (50 Nm).
5. Let op:
Mechanische belasting van het
afsluiterhuis door de leidingen is niet
toegestaan ⑧.
Impulsleiding
• Welke impulsleiding kan gebruikt
worden?
❹
Gebruik impulsleidingset AV ① of
gebruik de volgende leiding:
Koper Ш 6Ч1 mm EN 12449
• Aansluiting van impulsleiding ③ in het
systeem
❺
- Montage in retour ①
- Montage in aanvoer ②
• Aansluiting op de leiding ❻
Installeer de impulsleiding verticaal
omhoog ① of horizontaal ② op de
leiding.
Dit voorkomt vervuiling van de
impulsleiding en mogelijk slecht
functioneren van de regelaar.
Aansluiting omlaag is niet aan te
bevelen ③.
• Impulsleiding montage ❼
1. Snij de pijp loodrecht door en
verwijder de bramen ①.
2. Duw de impulsleiding ② tot de
aanslag in de klemaansluiting.
3. Draai de wartel aan ③ Koppel 14 Nm
Isolatie ❽
Bij mediumtemperaturen tot 100 °C mag
het membraanhuis ① ook geïsoleerd
worden.
Afmetingen, gewicht
❾
1)
Uitwendige draad volgens EN 10226-1
2)
Flenzen PN 25, volgens EN 1092-2
EN 1092-2
Ingebruikname
❿
Vullen van het systeem, eerste
inbedrijfstelling
1. Open langzaam de afsluiter ① die
mogelijk in de impulsleiding aanwezig
is.
2. Zet alle afsluiters ② in het afnamecircuit
open.
3. Draai afsluiter ③ in de aanvoer
langzaam open.
4. Draai afsluiter ④ in de retour langzaam
open.
lek- en druktest
De druk op de +/- aansluiting ⑤ mag
alleen geleidelijk opgevoerd worden.
Het niet opvolgen van deze instructie
kan schade veroorzaken aan regelaar of
afsluiter.
Een druktest van het gehele systeem dient
uitgevoerd te worden overeenkomstig de
voorschriften van de fabrikant / installateur.
De maximum testdruk is: 1.5 × PN
PN zie het type-plaatje op het product.
Uit bedrijf nemen
1. Draai de afsluiter ③ in de aanvoer
langzaam dicht.
2. Draai de afsluiter ④ in de retour
langzaam dicht.
Instellingen
Instellen van het drukverschil
⓫
Het instelbereik is aangegeven op het
type-plaatje ①.
Procedure:
1. Start het systeem, zie paragraaf
“Vullen van het systeem, eerste
inbedrijfstelling”
Zet alle afsluiters in het afname circuit
volledig open.
2. Zet een gemotoriseerde regelafsluiter
②
waarover het drukverschil wordt
geregeld op ongeveer 50 %.
3. Instelling
Kijk naar de de drukmeters ③ en/of zie
schaalaanduiding van de instelknop.
Rechtsom draaien ④ verhoogt de
instelling (de veer wordt gespannen).
Linksom draaien ⑤ verlaagt de
instelling (de veer wordt ontspannen).
Als het gewenste drukverschil niet
wordt gehaald dan wordt dit mogelijk
veroorzaakt door een te lage weerstand in
het afnamecircuit (immers alle afsluiters
zijn open gezet).
Verzegeling ⓬
Indien gewenst kan de instelling verzegeld
worden ①.