Playtive Chess Set - Manual (Page 19)

19 NL/BE
Spelregels
j Toren
U kunt de toren willekeurig
veel velden in verticale en ho-
rizontale richting verzetten. De
stukken van de tegenspeler
kunnen alleen binnen deze rij-
en velden aangevallen en
aangeslagen worden.
j Loper
De lopers kunnen een wille-
keurig aantal velden ver-
plaatst worden, maar alleen
in diagonale richting. Omdat
de lopers nooit op een ander
gekleurd veld terecht mogen
komen, kunnen ze alleen op
“hun” veldkleur aanvallen of
geslagen worden.
j Paard
Het paard is het enige stuk
waarmee u over andere stuk-
ken heen mag springen. Het is
een zeer manoeuvreerbaar
stuk. Met het paard zet u als
volgt: ‘een veld vooruit en
dan een veld diagonaal.’ Dat
betekent dat zetten met het
paard altijd op een veld van
de andere kleur eindigen.
j Pionnen
Pionnen kunt u een of twee
velden naar voren bewegen –
waarbij twee velden alleen
zijn toegestaan vanuit de
startpositie. Zodra de pion
zich in een andere dan de
startpositie bevindt, mag hij
slechts één veld verplaatst
worden. De pionnen kunnen
niet achteruit bewegen, aan-
vallen of slaan. Met de pion
kunt u een stuk van de tegen-
speler alleen in diagonale
richting slaan.
Als het u lukt om met een pion
de basislijn van de tegenspeler
te bereiken, kunt u hem inruilen
voor een ander schaakstuk dat
in een van de voorafgaande
beurten door de tegenspeler
werd geslagen, onafhankelijk
van de vraag of identieke
schaakstukken al in het spel
zijn of niet.
Q Slaan
Als een schaakstuk wordt geslagen, neemt het aan-
vallende stuk de plaats in van het stuk dat van het
bord werd genomen. Het ‘en passant’-slaan is alleen
toegestaan als een pion vanaf de startpositie wordt
verzet. Als u een pion van de startpositie twee velden
vooruit zet en boven een bedreigd veld naast een
pion van de tegenstander staat, kan de pion van de
tegenspeler de eigen pion met de volgende zet slaan
door naar het tevoren bedreigde veld te bewegen.
Dat betekent dat de pion van de tegenspeler op het
veld wordt gezet dat hij bedreigde en dat de geslagen
pion van het bord wordt genomen. ‘En-passant’-zetten
zijn niet verplicht.
Q Rokade
Een rokade is een dubbele zet waarbij zowel de
koning als de toren verplaatst worden. Deze zet is
bedoeld om de koning naar een bijzonder be-
schermde positie te verzetten. De ‘rokade’ is alleen
mogelijk
– als de koning en de toren tijdens het spel nog
niet eerder verplaatst werden,
– zich geen ander stuk tussen de koning en de
toren bevindt,
– de koning niet ‘schaak’ staat,
– deze zet de koning niet in gevaar (‘schaak’)
brengt.