Maaihoogte instellen, Werkwijze, Reiniging en onderhoud – Florabest FHM 38 A1 User Manual
Page 15: Be nl
15
BE
NL
Maaihoogte instellen
De maaihoogte kan traploos van 14 tot
43 mm ingesteld worden:
1. Draai de vergrendelmoeren (12)
aan beide zijden van het appa-
raat los.
2. Zet één voet op de looprollen (9)
en stel de gewenste maaihoogte
met beide handen aan de verstel-
bare handvaten in (14).
Let erop dat het apparaat aan
beide zijden op dezelfde hoogte
ingesteld is.
3. Schroef de vergrendelschroeven
(12) weer vast.
De maaihoogte mag slechts zo diep
ingesteld worden, dat de messenwals
ook bij oneffenheden de grond niet
raakt.
Werkwijze
Controleer het apparaat telkens vóór
gebruik op klaarblijkelijke tekortko-
mingen, zoals losse, versleten of be-
schadigde onderdelen. Kijk de vaste
zitting van alle moeren, bouten en
schroeven na.
Door regelmatig te maaien, wordt de
grasplant tot een versterkte vorming van
bladeren aangemoedigd, maar wordt on-
kruid tegelijkertijd afsterven. Daarom wordt
het gazon telkens na het maaien dichter
en ontstaat er een gelijkmatig belastbaar
gazon.
• Leid het apparaat op staptempo in zo
recht mogelijke vlakken. Om volledig
te maaien, dienen de vlakken elkaar
altijd enkele centimeters te overlappen.
• Werk altijd haaks om de helling.
• Kies voor de eerste stap tijdens het sei-
zoen een hoge maaihoogte en laat de
hoogte bij de daaropvolgende stappen
tot ongeveer 20 mm dalen.
Reiniging en onderhoud
Laat werkzaamheden, die niet
in deze handleiding beschre-
ven zijn, door een door ons
gemachtigde klantenservice-
afdeling doorvoeren. Gebruik
uitsluitend originele onderde-
len. Zo vermijdt u schade aan
het apparaat en eventueel
daaruit voortvloeiende licha-
melijke letsels.
Draag bij de omgang met het mes
handschoenen. Er bestaat gevaar
voor verwondingen door snijdwon-
den.
• Controleer afdekkingen en bescher-
mingsinrichtingen op beschadigingen en
een correcte zitting. Wissel deze eventu-
eel uit.
Reiniging
Spuit het apparaat niet met water
af en reinig het niet onder stromend
water.
• Houd het apparaat steeds netjes. Ge-
bruik voor de reiniging een borstel of
een doekje, maar geen reinigings- c.q.
oplosmiddelen.
• Verwijder na het maaien vastklevende
resten van planten van de wielen en
van het bereik van de messen.