6 flitstechnieken – Metz MECABLITZ 26 AF-1 digital User Manual
Page 70

70
x
Als een slaafflitser geen proefflits ontsteekt, corrigeer
dan de positie van de slaafflitser en zet hem zo dat de
slaafsensor
ቫ het licht van de master-, c.q. controller-
flitser kan ontvangen.
5.5 Videolicht
Met het videolicht kan u opnamen van bewegende
onderwerpen in het dichtbijbereik belichten.
• Druk kort op de toets
ባ.
De flitser schakelt daarna altijd met de het laatst inge-
stelde functie in.
• Druk op de flitser de toets 'LED'
ብ om het videolicht in
te schakelen. Bij elke druk op de toets 'LED' (4) wordt
tussen 'volle' en 'halve' energie omgeschakeld.
Wanneer de toets 'LED'
ብ continu oplicht heeft u het
volle vermogen ingeschakeld, bij langzaam knipperen
van de toets 'LED'
ብ het halve vermogen.
Bij nagenoeg lege batterijen schakelt het videolicht uit
en de toets 'LED'
ብ knippert snel.
6 Flitstechnieken
6.1 Indirect flitsen
Door indirect te flitsen wordt het onderwerp zachter ver-
licht en een anders nadrukkelijke schaduw gemilderd.
Bovendien wordt natuurkundig bepaalde lichtafval van
voor- naar achtergrond verminderd.
Voor indirect flitsen kan de flitser verticaal worden
gezwenkt.
Vermijd kleurzweem door de flitser op een kleurneu-
traal, c.q. wit reflectievlak te richten.
De flitser kan door een scharnier in de voet van het
apparaat nijgen. Er zijn vier vergrendelingsstanden:
- 0° / "liggend" op de camera
Eerste stand voor korte afstand, ook voor het vervoer
- 20°
Tweede stand voor korte afstand
- 40°
Normale stand (apparaat flitst in richting van de
optische as)
- 90° / romp verticaal
Stand voor indirect flitsen (schuin omhoog)