beautypg.com

Petsafe Innotek Basic In-Ground Fence User Manual

Page 23

background image

STAP 13.
STEEK DE TRAININGSVLAGGETJES IN DE GROND
Na het leggen van de draad, test het systeem als beschreven in Stap 10, Test het systeem. Verifieer dat het sig-
naalveld constant is door de instructies in Stap 11, Regel de Signaalveldbreedte, te volgen. Terwijl u het sys-
teem opnieuw test en verifieert, steek de trainingsvlaggetjes in de grond. Plaats de vlaggetjes waar de
waarschuwingstoon het eerst gehoord wordt als u de draad nadert. De vlaggetjes moeten op de rand van de
signaalveldbreedte geplaatst worden, niet boven op de draad. Dit geeft een zichtbare aanwijzing naast de hoor-
bare waarschuwingstoon en helpt uw hond met het aanleren van de grenslijn.

STAP 14.
DE HALSBAND AANPASSEN AAN UW HOND

BELANGRIJKE NOTA: Laat de halsbandontvanger nooit langer dan 12 uren per dag aan. Het lang-
durig dragen van de halsbandontvanger kan uw hond huidirratatie geven. Controleer regelmatig de
nek van de hond voor huidirritatie.

A. Kontaktpunten

• Zorg ervoor dat beide kontaktpunten met de huid van de hond kontakt maken. Indien nodig kan een

kleine hoeveelheid haar verwijderd of uitgedund worden om het kontakt met de huid te verbeteren.

• Gebruik korte kontaktpunten voor kortharige honden. Gebruik lange kontaktpunten voor langharige

honden. Speciale kontaktpunten zijn ter beschikking voor honden met extra dikke vacht. Contacteer
INNOTEK om ze te bestellen.

• Draai de kontaktpunten met de vingers vast, geef ze dan één bijkomende toer met de kontaktsleu-

tel. Draai ze niet te vast.

• Gebruik altijd de rubberen isolatoren tussen de halsband en de kontaktpunten om te isoleren in

vochtige omstandigheden.

• Controleer regelmatig de vastheid van de kontaktpunten om verlies van de ontvangerdoos te

voorkomen.

B. Halsband

• Om accidentele correcties binnenhuis te vermijden, verwijdert u de halsband van de hond als hij

binnenkomt.

• Plaats de halsband rond de nek van de hond met de ontvangerdoos onder de kin. De halsband moet

relatief vast aangetrokken zijn opdat de kontaktpunten in aanraking blijven met de huid zonder de
ademhaling te belemmeren. U moet één vinger onder de halsband kunnen schuiven aan de
achterkant van de nek van de hond.

• Vergewis u er altijd van dat de halsband behoorlijk werkt VOORALEER de halsband aan de hond

vast te maken.

• Verwijder andere metalen halsbanden als de hond de ontvangerhalsband draagt. Metalen halsban-

den kunnen de werking storen.

• Verwijder de halsband en snij het overschot van de riem af, zo dat een lengte van 4 tot 6 duim

overblijft (10 tot 15 cm).

23