Bowers & Wilkins AS2 User Manual
Page 34
Toepassing: 2-kanaals audio
Bij 2-kanaals gebruik is het beter
luidsprekerniveau aansluitingen te
gebruiken en niet de lijningangen. De
subwoofer vormt een belasting met hoge
impedantie voor de stereoversterker en
vraagt zeer weinig stroom en kan daardoor
zonder bijverschijnselen parallel met hoofd
luidsprekers worden aangesloten.
Gebruik van één subwoofer (afbeelding 5)
Het linker en rechter kanaal worden beide
aangesloten en opgeteld in de subwoofer
versterker.
Gebruik van twee subwoofers (afbeelding 6)
Wanneer de ene subwoofer dichtbij de
linker luidspreker en de andere dichtbij de
rechter luidspreker staan opgesteld blijft de
kanaalscheiding optimaal wanneer elke
subwoofer op een afzonderlijk kanaal van
de versterker wordt aangesloten.
Wanneer de subwoofers niet dichtbij de
hoofd luidsprekers geplaatst kunnen
worden, is het beter de linker en rechter
kanalen gecombineerd aan beide
subwoofers toe te voeren en beide
subwoofers aan te sluiten zoals in
afbeelding 5 en als beschreven onder
“Gebruik van één subwoofer”.
Meer dan één subwoofer
gebruiken
Meer dan een sub in een systeem kan de
weergave op de volgende manieren
verbeteren:
•
De stereoscheiding blijft optimaal tot
de laagste frequenties.
•
Geschikt voor grotere luisterruimten.
•
Hogere geluidsniveaus zijn mogelijk –
vaak zinvol om op de juiste wijze de
speciale Home Cinema effecten weer
te geven.
•
Resonanties op lage frequenties
worden minder hoorbaar.
Controleer alle aansluitingen
nogmaals
CONTROLEER EERST OF DE
NETSPANNING DIE STAAT AANGEGEVEN
OP HET VERSTERKERPANEEL
OVEREENKOMT MET DIE TER PLAATSE.
Voordat het systeem wordt ingeschakeld en
afgeregeld, eerst alle aansluitingen
nogmaals controleren. Het gebeurt namelijk
maar al te vaak dat geen behoorlijke
weergave wordt verkregen ongeacht de
gemaakte instelling, waarna wordt ontdekt
dat er iets verkeerd was aangesloten.
Controleer daarom of:
•
De signaalpolariteit klopt: voor de
luidsprekeraansluitingen van de
satellieten geldt dat de “+” met de “+”
wordt verbonden en de “–” met de “–”.
Verwisseling geeft een ‘vage’ weergave
met een onduidelijk stereobeeld, weinig
laag of zelfs beide.
•
De linker en rechter kanalen in het
gehele systeem op dezelfde manier zijn
aangesloten. Let op het juiste
klankbeeld van een orkest en of bij
Home Cinema het geluidsbeeld in
dezelfde richting beweegt als het beeld.
In- en uitschakelen
We adviseren om eerst de subwoofer in te
schakelen en daarna pas de andere
versterkers die signalen van de subwoofer
krijgen. Het omgekeerde geldt bij
uitschakelen: schakel dan de subwoofer als
eerste uit.
De functieschakelaar (MODE) aan/auto/
standby (7) scheidt de versterker niet
volledig van het lichtnet. Een
laagspanningsverbinding met een speciale
sensorschakeling blijft actief.
De schakelaar (7) werkt als volgt:
O Aan:
In deze stand is de versterker altijd actief
en is de indicatie groen.
A Automatisch:
Nadat u de subwoofer voor het eerst in de
stand “Auto” heeft gezet, schakelt de
versterker op standby en de indicatie licht
rood op. Zodra een ingangssignaal wordt
gesignaleerd, schakelt de versterker in en
wordt de indicatie groen. Na een periode
van ca. 5 minuten zonder ingangssignaal,
schakelt de versterker automatisch terug
naar standby en licht de LED rood op.
s Standby:
In deze stand staat de versterker
permanent in “standby” en zal de indicatie
rood blijven. Wanneer in de positie AUTO,
de subwoofer herhaaldelijk in standby gaat
bij het afspelen van muziek via de LINE IN
ingang, reduceert u het VOLUME van de
subwoofer en u herstelt de balans door het
signaal van de processor hoger in te
stellen.
Bent u van plan de subwoofer voor langere
tijd niet te gebruiken, dan raden we u aan
de netspanning te verbreken door de
stekker uit het stopcontact te nemen.
Bedieningsorganen
De subwoofer beschikt over 4 knoppen:
•
Volumeregelaar (VOL) (11)
•
Frequentie-instelling voor
laagdoorlaatfilter (Hz) (10)
•
Faseschakelaar (9)
•
Schakelaar EQ equalizer (8)
De optimale instelling van elke regeling
wordt bepaald door de andere apparatuur
die met de subwoofer wordt gebruikt.
Wordt er meer dan één subwoofer gebruikt,
zet dan de overeenkomende instellingen in
dezelfde positie.
Gebruik met Home Cinema decoders
De B&W Actieve Subwoofer is niet THX®
gecertificeerd, maar kan desgewenst met
een THX® controller worden gebruikt.
•
Zet de volumeregelaar aanvankelijk op
‘12 uur’ (standaard positie).
•
Zet de EQ schakelaar aanvankelijk op i.
•
Zet de PHASE schakelaar aanvankelijk
op +.
•
De positie van het laagdoorlaatfilter is
niet belangrijk.
Lees ook de paragraaf “Fijninstelling”.
Gebruikt u een THX® decoder, schakel dan
de subwoofer functie in. Op deze manier
zijn de instellingen voor filter en volume
optimaal om de subwoofer in alle
toepassingen te gebruiken. Voor het
inregelen van de geluidsniveaus gebruikt u
het interne testsignaal en de
kanaalinstellingen van de THX® decoder. In
alle gevallen deze testruis op de
luisterpositie op een geluidsdruk van 75 dB
SPL (C-gewogen) instellen. De standaard
positie van de volumeregelaar op de
subwoofer komt overeen met THX®
standaard van 88 dB SPL op 1 meter voor
een signaal van 100 mV op de lijningang.
Gebruikt u een andere decoder, kies dan
voor de front en de surround luidsprekers
eerst de juiste grootte (‘large’ of ‘small’),
voordat u de niveaus instelt. Gebruik het
testsignaal en de volumeregeling van de
decoder om alle luidsprekers in te stellen.
Is het signaal van de processor niet sterk
genoeg om het juiste niveau te bereiken,
corrigeer dan de volumeregelaar op de
subwoofer.
Bij elektronicawinkels zijn betaalbare
geluidsdrukmeters te koop waarmee
eenvoudig het juiste niveau kan worden
ingesteld. Raadpleeg zonodig de
handleiding van de decoder voor het
instellen van het juiste niveau.
2-Kanaals audio
•
Zet de volumeregelaar aanvankelijk op
‘12 uur’ (standaard).
•
Zet de EQ schakelaar aanvankelijk op i.
•
Zet de PHASE schakelaar op –.
•
Zet de laagdoorlaatfilter frequentie op
-6 dB afsnijfrequentie voor de satelliet
luidsprekers.
Zowel de -3 dB als de -6 dB grafieken
vindt u bij de specificaties van elk B&W
type luidspreker. Wanneer de fabrikant van
een satelliet luidspreker alleen een -3 dB
cijfer opgeeft en niet voor -6 dB, dan ligt de
optimale instelling van het laagdoorlaatfilter
frequentie tussen 0,6 en 0,9 maal de -3 dB
frequentie, afhankelijk van de afval. Hoe
geleidelijker de afval van de satellieten is,
hoe lager u de frequentie dient te kiezen.
Lees ook de paragraaf ‘Fijninstelling’.
Fijninstelling
Home Cinema
Bij Home Cinema is het subwoofersignaal
(LFE) een apart kanaal in plaats van een
aanvulling op het satellietsignaal. Het
laagdoorlaatfilter werkt niet met de
lijningang omdat de decoder hier de juiste
filters levert, die nodig zijn bij een instelling
op kleine (small) luidsprekers. De positie
van de faseschakelaar kan echter wèl
belangrijk zijn; normaliter is deze +, maar
wanneer de subwoofer op een behoorlijke
afstand van de andere luidsprekers staat,
of de versterker van de andere luidsprekers
de polariteit verandert, dan kan – een beter
resultaat geven. Luister daarom naar beide
posities van de schakelaar en kies de
positie die het “volste” laag geeft. Is geen
verschil hoorbaar, laat de schakelaar dan in
de positie + staan.
Surround processoren hebben gewoonlijk
een eigen gekalibreerd testsignaal dat u
kunt gebruiken om de onderlinge niveaus
31