AASTRA DT690 for MX-ONE Quick Reference Guide User Manual
Page 88
MX-ONE – DT690
88
Ne
de
rl
an
ds
•
Accepteer een oproep voordat u het draadloze
telefoontoestel (of een draagbaar handsfree
product) naar uw oor brengt om gehoorbe-
schadiging te voorkomen.
Verwijdering van het product.
•
U mag het draadloze telefoontoestel
nooit met het huisvuil weggooien.
Raadpleeg de lokale voorschriften voor
de verwijdering van elektronische
producten.
Voeding
•
Sluit de stroomvoorziening (voeding) van de lader
alleen aan op de daarvoor bestemde stroombron-
nen zoals aangegeven op de lader.
•
Plaats de AC-voeding zo dat er geen druk op wordt
uitgeoefend en deze niet kan beschadigen.
•
Koppel de lader los van de voeding voordat u deze
reinigt of verplaatst om de kans op elektrische
schokken te verkleinen.
•
Gebruik de lader niet buitenshuis of in vochtige
ruimten.
•
Breng geen wijzigingen aan in het snoer of de
stekker. Laat een passend stopcontact installeren
door een erkend elektricien wanneer de stekker
niet in het stopcontact past.
•
Zorg dat tijdens het opladen de afstand tussen het
draadloze telefoontoestel en de wandcontactdoos
beperkt is, zodat u overal makkelijk bij kunt.
•
Als u energie wilt besparen, is het verstandig om na
het opladen de lader uit de wandcontactdoos te
halen.
•
Zorg dat uw handen droog zijn en dat u de adapter
zelf vastpakt, wanneer u de adapter uit het stop-
contact verwijdert.
•
Trek niet aan de kabels.
•
Raadpleeg de volledige gebruikershandleiding voor
informatie over beschikbare voedingsadapters.
Opladen en batterijen
•
Lees de volgende voorzorgsmaatre-
gelen zorgvuldig door voordat u de
batterijen voor het eerst gebruikt.
Zorg dat u op de hoogte bent van alle
voorzorgsmaatregelen die hier worden
genoemd, zodat u mogelijke veilig-
heidsrisico's die worden veroorzaakt door misbruik,
onjuiste toepassing of schade aan de batterij, kunt
voorkomen.
•
Gebruik alleen batterijen, adapters, bureauladers of
laadrekken die speciaal zijn ontworpen voor
gebruik met het toestel.
•
Het gebruik van stroombronnen die niet uitdruk-
kelijk worden aangeraden, kan leiden tot overver-
hitting, verminderde prestaties van de batterijen,
storingen aan de apparatuur en brand of andere
schade.
•
Het toestel is voorzien van een lithium-polymeer/
lithium-ion-batterij. De spreek- en stand-by tijd
kunnen in een complexe infrastructuur afwijken,
afhankelijk van de hoeveelheid signalering.
•
De batterij moet volledig zijn opgeladen (minimaal
4 uur) voordat u deze voor het eerst gaat gebruiken.
•
De batterij in het product kan een groot aantal
keren worden opgeladen.
•
Gebruik alleen de aanbevolen laadapparatuur.
•
Een onjuiste manier van opladen kan leiden tot
schade door hitte of zelfs tot breuken door hoge
druk.
•
Zorg dat u de batterijen op de juiste manier in de
lader plaatst.
•
Soldeer geen draden rechtstreeks op de batterij.
•
Zorg dat de batterij niet in contact komt met water.
•
De batterij kan worden vervangen, al is het niet de
bedoeling dit regelmatig te doen.
•
Laad de batterij alleen op wanneer deze zich in het
toestel bevindt.
•
Gebruik alleen de aangegeven batterijen voor het
toestel.
•
Verhit nooit de batterij en gooi deze niet in een
vuur. Dit kan leiden tot lekken, ontploffingen of
brand.
•
Verwijder het draagtasje van het toestel wanneer
het zich in de lader bevindt.
•
Bedek het toestel niet terwijl het wordt opgeladen.
Laad het toestel niet in een gesloten kast of la. Het
opladen van de batterij is een chemisch proces
waardoor de batterij warm kan worden tijdens het
opladen. Zorg dat de omgeving waarin het toestel
wordt geladen, goed wordt geventileerd.
•
Het draadloze telefoontoestel kan worden
opgeladen terwijl het is in- of uitgeschakeld.
•
Sluit de draden van de positieve en negatieve pool
van de batterij nooit op elkaar aan.
•
Gooi niet met de batterij en laat de batterij niet
vallen. Dit kan schade aan de batterij veroorzaken.
•
Laad de batterij niet op bij een tempe-
ratuur onder +5 °C. De batterij moet
worden opgeladen bij een temperatuur
tussen +5 °C en +40 °C. Wanneer u de
batterij oplaadt bij een andere tempe-
ratuur, kan dit leiden tot verminderde
prestaties en een kortere levensduur.
•
Gebruik geen verschillende typen of merken
batterijen of batterijen met een verschillende
capaciteit.
•
De batterij moet voor optimale prestaties op een
droge, koele plaats worden bewaard, met een
omgevingstemperatuur van ongeveer +25 °C.
•
De batterij ontlaadt voortdurend een minimaal
gedeelte van het vermogen, zelfs wanneer het
toestel is uitgeschakeld of de batterij wordt
verwijderd.