Best KBASC180 User Manual
Page 25

BEDIENINGEN van Afb. 19:
A) verlichting uit.
B) verlichting aan.
C) Mindert de snelheid van de motor, tot de nulsnelheid wordt bekomen. Indien hij 2" lang wordt ingedrukt wanneer het
Filteralarm actief is, zet hij de UREN-telling terug op nul.
D) Schakelt de motor in (op de laatst gebruikte snelheid) en verhoogt de snelheid van de motor tot de maximale snelheid
wordt bereikt.
E) Activeert/deactiveert de Sensor (AUTOMATISCH of HANDBEDIENING). In de Automatische bediening is de sensor
actief en verschijnt op de Display (L) de letter “A”.
L) Display:
- geeft de huidige snelheid weer
- geeft de Automatische bediening weer aan de hand van de letter “A”. Indien de snelheid van de motor wordt gewijzigd,
wordt de huidige snelheid 3-maal knipperend weergegeven, waarna opnieuw de letter “A” verschijnt.
- meldt het Filteralarm (motor uitgeschakeld) door het centraal segment 30" lang weer te geven.
FILTERALARM: wordt aangegeven met Uitgeschakelde Motor, gedurende 30":
Na 30u werking, verschijnt op de display het centraal segment; betekent dat de vetfilters moeten worden gereinigd.
Na 120u werking, knippert op de display het centraal segment; betekent dat de vetfilters moeten worden gereinigd en de
koolstoffilters moeten worden vervangen.
Wanneer de vetfilters gereinigd zijn (en/of de koolstoffilters vervangen zijn), wordt tijdens de weergave van het filteralarm
gedrukt op de knop C om de UREN-telling opnieuw te starten (RESET).
GEVOELIGHEID VAN DE GASSENSOR: de gevoeligheid van de sensor kan volgens de eigen behoefte worden gewijzigd.
Om de gevoeligheid te wijzigen, dient het apparaat zich in de handbediening te vinden (op de display mag niet de letter
“A” maar moet de huidige snelheid weergegeven zijn); zo niet, druk op de knop E.
Wijzig de gevoeligheid van de sensor door tegelijk te drukken op de knoppen D en E. De ingestelde gevoeligheid wordt
weergegeven op de display. Met de knoppen C(-) en D(+) wordt de gevoeligheid ingesteld Bewaar de “nieuwe” gevoeligheid
door te drukken op de knop E.
BEDIENINGEN van Afb. 20:
Toets P1: LICHTEN. Schakelt de lichten in en uit.
Toets P2: MOTOR. Activeert/Deactiveert de motor. Activeert de motor op de laatst gebruikte snelheid. Indien de toets
meerdere malen wordt ingedrukt wordt de snelheid op cyclische wijze gewijzigd (1, 2, 3, 4, 1, 2....). De ingestelde snelheid
wordt weergegeven door icoon D5 en op hetzelfde moment wordt icoon D8 geactiveerd (de snelheid van de draaiende
beweging staat in verhouding tot de snelheid). Bij de maximumsnelheid wordt icoon D8 gedeactiveerd en wordt icoon D3
geactiveerd. Om de motor te stoppen drukt u gedurende ongeveer 2 seconden op toets P2 (de ingestelde snelheid wordt
bewaard).
Toets P3: Selecteer de functies D4 (Sensor) en/of D7 (Air Refresh).
Toets P4: Reset vetfilters en/of koolstoffilters.
Icoon D1: ANTI-VETFILTERS. Gaat branden wanneer het tijd is het/de vetfilter/s te reinigenen (na ongeveer 30 uur werking
van de kap). Nadat het vetfilter/de vetfilters schoongemaakt is/zijn, moet op de toets P4 worden gedrukt om de urentelling
opnieuw te laten starten.
Icoon D3: MAXIMUMSNELHEID. Wordt alleen geactiveerd indien de maximumsnelheid is ingesteld.
Icoon D4: SENSOR. Druk op de toets P4 om de sensorfunctie te activeren. Om de sensor te deactiveren herhaalt u dezelfde
handelingen. Wanneer de sensor geactiveerd is treedt de kap automatisch in werking bij de aanwezigheid van ongeacht
welke geuren, dampen, rook of warmte die veroorzaakt worden door het kookproces en ook bij de aanwezigheid van
eventuele en afwijkende lekkages van GAS in de omgeving.
Iconen D5 en D6: DISPLAY. Geeft de ingestelde snelheid weer; geeft de gevoeligheid van de sensor weer.
Icoon D7: AIR REFRESH. Om de Air Refresh-functie in te schakelen, druk op de toets P3 totdat het symbool D7 begint
te knipperen. Om de Air Refresh-functie uit te schakelen, druk op de toets P3 totdat het symbool D7 uitgaat.
De Air Refresh functie wordt alleen geactiveerd indien de motor niet in werking is. Door de Air Refresh functie te activeren
zorgt de kap volkomen geruisloos voor een verversing van de lucht in de ruimte, door om de 50 minuten in werking te
treden (gedurende 10 minuten, bij de eerste snelheid).
OPMERKING: De Sensor- en Air Refresh-functies kunnen tegelijkertijd worden ingeschakeld, door de toets P3 ingedrukt
te houden totdat beide pictogrammen (D4 en D7) gaan branden.
Icoon D8: MOTOR ON. De icoon gaat branden wanneer de motor op de eerste, de tweede of de derde snelheid staat. Bij
de vierde snelheid gaat de icoon uit en wordt de icoon van de maximumsnelheid geactiveerd (icoon D3).
Icoon D10: KOOLSTOFFILTERS (voor de kap in de filterversie).Gaat branden wanneer het tijd is het/de koolstoffilter/s
te vervangen (na ongeveer 120 uren werking van de kap). Nadat het/de koolstoffilter(s) is/zijn vervangen, moet op de
toets P4 worden gedrukt om de urentelling opnieuw te laten starten.
Gevoeligheid van de sensor: de gevoeligheid van de sensor kan worden gewijzigd door tegelijkertijd de toetsen P3 en
P4 in te drukken (op het display D5 verschijnt de ingestelde waarde, die loopt van 1 tot en met 9); druk op de toets P3
om deze waarde te veranderen. Druk op de toets P4 om de waarde te bevestigen (doet u dit niet, dan vindt na 5 seconden
automatische bevestiging plaats).
ALARM FILTERS: Iconen D1 en D10.