Montage-instructies – RIDGID SLIDING LADDER RACK 250 User Manual
Page 15
Tools For The Professional
TM
glijdend ladderrekysteem
ridge tool Company
14
Ga als volgt te werk om bij een noodstop of een botsing letsel als gevolg van een vallende of losschietende ladder te voorkomen:
• Zorg dat u alle instructies en waarschuwingen hebt gelezen en opvolgt voordat u dit product inbouwt of in gebruik neemt.
• Gebruik het glijdend ladderrekysteem enkel voor het vervoeren van ladders. Wijzig het glijdend ladderrekysteem nooit of
gebruik het in geen geval voor andere doeleinden.
• Monteer het rek volgens de instructies.
• Monteer het glijdend ladderrekysteem enkel in een bestelwagen of gesloten aanhanger.
• Het gewicht van de ladder mag maximaal 36 kg zijn
• Volg bij het gebruik van elektrisch gereedschap de waarschuwingen en instructies van de betreffende fabrikant op.
• Bescherm uw ogen. Draag een veiligheidsbril.
• Monteer het glijdend ladderrekysteemsysteem nooit in passagiersruimtes.
• Controleer dat u geen gaten boort op plaatsen waar bekabeling loopt. Raadpleeg de werkplaatsliteratuur van de wagen voor
kabeltrajecten.
mOntage-instrUCties
stap 1: rail mOnteren
Verbind de railstukken (3) met verbindingssteunen (2), acht
1/4-20 x 3/4” sledebouten, 1/4” platte vulringen en 1/4-20
nylon borgmoeren.
OPmerking: De onderstaande montage-instructies be-
schrijven het monteren van dit product op de dakribben van
een bestelwagen of een vrachtwagenkap. Zo nodig kan dit
rek volgens dezelfde onderstaande stappen op de zijwand
van een aanhangwagen worden gemonteerd.
OPmerking: Afhankelijk van de afmetingen en het type
voertuig moet de rail wellicht worden afgekort om deze
goed te kunnen inbouwen. Meet de afstand in de bestelwa-
gen en kort de rail met onderdelen op de gewenste lengte
af.
Bepaal de plaats waar de rail in het voertuig zal worden ge-
monteerd (in het midden, niet in het midden, aan de zijkant).
Meet de locaties van de eerste drie dakribben. Begin daarbij
achteraan vanaf de binnenkant van de achterdeurstijl boven
en werk naar voren toe. Noteer deze maten.
• De rail met onderdelen is pas goed gemonteerd als deze
aan alle drie de dakribben wordt bevestigd.
Bevestig de montagesteun achter met twee 1/4-20 x 3/4”
sledebouten, 1/4” platte vulringen en 1/4-20 nylon borgmoe-
ren op de achterkant van de rail met onderdelen (niet op het
afgekorte uiteinde). Zie figuur 1a.
Teken de rail op de genoteerde plekken van de ribben vanaf
de achterkant van de montagesteun achter af. Draai een
montagesteun met een 1/4-20 x 3/4” sledebout, 1/4” platte
vulring en een 1/4-20 nylon borgmoer, midden op elke mar-
kering, precies zodanig vast dat u deze nog met de hand
kunt bijstellen.
Breng de rail op zijn plaats in het voertuig aan. Bepaal of
de montagesteun achter nog moet worden gewijzigd. Zo
nodig moet deze ten opzichte van de rail worden verzet of
moet een stukje ervan worden verwijderd of moet de hoek
van de flens worden veranderd om met de deurstijl samen
te vallen. Verplaats zo nodig de montagesteunen op de rail
zodanig dat de montagesteunen goed aan de dakribben
kunnen worden bevestigd.
Haal de rail van de dakribben en draai de montagesteunen
stevig vast.
Breng de rail weer aan en bevestig deze met twee 1/4-14
x 3/4” zelfborende schroeven en 1/4” platte vulringen per
steun aan de dakribben en de achterdeurstijl.
Bevestig de koordgeleider met een 1/4-20 x 7/8” afgeknotte-
kegelmachineschroef , 1-1/4” OD vulring, 1/4” platte vulring
en een 1/4-20 nylon borgmoer ongeveer 75cm van de
achterkant van de rail. Hanteer een andere maat dan 75cm
als dat fysiek nodig is.
Figuur 1
Figuur 1a
montagesteun
achter
WaarsCHUWing
WaarsCHUWing
VOOrZiCHtig
03_sliding_NL.indd 14
27/04/2009 11:15:31