Festool LEX 3 77-2-5 User Manual
Page 42

42
LEX 3
NL
het persluchtgereedschap niet bloot aan regen.
– Houd kinderen uit de buurt! Zorg ervoor dat het
persluchtgereedschap of de persluchtslang niet
door andere personen kan worden aangeraakt.
Zorg ervoor, dat er geen andere personen op uw
werkplek aanwezig zijn.
– Bewaar uw persluchgereedschap op een veilige
plaats. Persluchtgereedschap dat niet wordt ge-
bruikt, moet op een droge, hooggelegen of afge-
sloten plaats buiten bereik van kinderen worden
opgeborgen.
– Gebruik de persluchtslang niet voor doelein-
den, waarvoor deze niet is bedoeld. Bescherm
de persluchtslang tegen hitte, olie en scherpe
delen. Controleer de persluchtslang regelmatig
en laat deze door een erkend vakman vervangen,
wanneer hij is beschadigd. De persluchtslang
mag niet gebruikt worden op opbrenginstalla-
ties, zoals spuit- en sproeiapparaten, omdat an-
ders niet voldaan kan worden aan de
veiligheidseisen met betrekking tot de elektri-
sche gevaren.
– Onderhoud het gereedschap zorgvuldig. Houd
het gereedschap scherp en schoon om beter en
veiliger te kunnen werken. Neem de onder-
houdsvoorschriften en de aanwijzingen over de
gereedschapwisseling in acht. Houd het gereed-
schap droog en vrij van olie en vet.
– Laat geen sleutel in het gereedschap steken.
Controleer alvorens in te schakelen of sleutels en
inzetgereedschap zijn verwijderd.
– Voorkom dat de machine per ongeluk start.
Draag op de persluchttoevoer aangesloten ge-
reedschap niet met de vinger op de drukschake-
laar. Wees er zeker van, dat de schakelaar bij het
aansluiten van de persluchtslang op de pers-
luchtaanvoer is uitgeschakeld.
– Wees opmerkzaam! Let erop wat u doet. Ga altijd
verstandig te werk.
Gebruik geen persluchtgereedschap wanneer u
niet geconcentreerd bent.
– Laat uw persluchtgereedschap door een vakman
repareren. Dit persluchtgereedschap voldoet aan
de desbetreffende veiligheidsvoorschriften. Repa-
raties mogen alleen door een vakman worden uit-
gevoerd, anders kunnen er ongelukken voor de
gebruiker ontstaan.
– Werk alleen met goed gezuiverde perslucht. U
kunt er van uitgaan dat dit het geval is, wanneer
u de Festool-toevoereenheid VE gebruikt.
5.2
Restrisico's
Ook wanneer men zich aan alle relevante bouw-
voorschriften houdt, kunnen zich bij gebruik van de
machine nog gevaarlijke situaties voordoen, bijv.
als gevolg van:
– het wegvliegen van werkstukdelen,
– het wegvliegen van werkstukdelen bij bescha-
digd gereedschap,
– geluidsemissie,
– stofemissie.
5.3
Emissiewaarden
De volgens EN ISO 15744/ISO 28927 bepaalde waarden bedragen gewoonlijk:
De aangegeven emissiewaarden (trilling, geluid)
– zijn geschikt om machines te vergelijken,
– om tijdens het gebruik een voorlopige inschatting
van de trillings- en geluidsbelasting te maken
– en gelden voor de belangrijkste toepassingen
van het persluchtgereedschap.
Hogere waarden zijn mogelijk bij andere toepassin-
gen, met ander inzetgereedschap of bij onvoldoen-
Varianten
Geluidsdrukniveau / Geluids-
vermogenniveau
Trillingsemissiewaarde
3-assig
1-ass
1
L
PFA
/ L
WA
Onzekerheid
a
h
Onzekerheid K
a
h
Onzekerheid K
[dB(A)]
[m/s²]
[m/s²]
[m/s²]
[m/s²]
LEX 3 77/2,5
72 / 83
3
< 2,5
1,5
< 2,5
1,5
LEX 3 125/3
70 / 81
3
4,4
2,0
< 2,5
1,5
LEX 3 125/5
72 / 83
3
5,0
2,0
< 2,5
1,5
LEX 3 150/3
72 / 83
3
3,7
2,0
< 2,5
1,5
LEX 3 150/5
72 / 83
3
3,9
2,0
2,7
1,5
LEX 3 150/7
76 / 87
3
5,8
2,0
3,2
1,5
1.
Ter informatie: Trillingswaarden volgens de oude EN ISO 8662.