Tunturi Competence T10 User Manual
Page 38
38
H
A
N
D
L
E
ID
IN
G
•
T
1
0
loopmat schoon. Bij gebruik vergaart de loopmat
bijvoorbeeld stof, wat problemen kan veroorzaken bij
het functioneren van de apparatuur.
HET CENTREREN VAN DE LOOPMAT
Controleer tijdens het gebruik of de loopmat goed
blijft lopen. Indien de band afstelling behoeft,
wacht hier dan niet mee tot na de training maar voer
dit onmiddellijk uit. De band dient altijd over het
midden van de trainer te lopen. Centreren zal over het
algemeen niet nodig zijn wanneer:
•
de looptrainer op een vlakke ondergrond staat en de
loopmat goed gespannen is;
•
de loopmat correct is gecentreerd.
Het kan echter zijn dat als gevolg van een bijzondere
loopstijl de loopmat enigszins uit het midden raakt.
Het centreren van de loopmat:
1.
Controleer eerst of de looptrainer horizontaal /
waterpas staat. Laat de loopmat vrij draaien met een
snelheid van 5 km/u.
2.
Indien de band naar links trekt, draai dan de linker
inbusbout achter op de trainer 1/4
slag in de richting van de klok mee en de rechter
inbusbout 1/4 slag tegen de klok in. Het afstellen dient
met de nodige voorzichtigheid te gebeuren daar een
achtste slag al aanzienlijke gevolgen heeft voor de
loop van de loopmat. Draai de inbusbouten dus met
maximaal 1/4 slag in de richting van de klok of tegen
de klok in. Controleer elke keer het gevolg hiervan.
Laat de mat enkele minuten draaien, voor weer verder
te gaan met afstellen. Indien de mat naar rechts trekt,
draai dan de rechter inbusbout achter op de trainer 1/4
slag in de richting van de klok en de linker inbusbout
1/4 slag tegen de klok in.
3.
De loopmat is correct afgesteld wanneer deze in
het midden blijft lopen. Wanneer de mat nog steeds
naar links of naar rechts trekt dient u het afstellen te
herhalen, stapje voor stapje, totdat de loopmat recht
loopt. Indien de mat gedurende langere tijd aanloopt
kan deze ernstig beschadigen. De garantie op de
trainer dekt geen storingen of beschadigingen die
ontstaan zijn door het niet centreren van de mat.
HET SPANNEN VAN DE LOOPMAT
Indien de mat gaat slippen dient u deze wat strakker
te stellen. Het is niet goed om de loopmat te strak
te zetten; houd de spanning zo laag mogelijk. Het
bijstellen van de spanning doet u met dezelfde
inbusbouten die ook voor het centreren worden
gebruikt.
1.
Laat de band vrij lopen met een snelheid van
ongeveer 5 km/h.
2.
Draai de beide inbusbouten achter op de trainer 1/4
slag in de richting van de klok.
3.
Controleer of de spanning correct is door op de
looptrainer te gaan lopen en deze af te remmen (alsof
u bergaf loopt).
Indien de band bij licht afremmen nog steeds slipt,
draai dan de inbusbouten nogmaals 1/4 slag aan en
herhaal de controle. Bij krachtig afremmen mag de
loopmat slippen. Als de mat, ondanks het afstellen,
blijft doorslippen, neem dan contact op met uw
Tunturi dealer.
GEBRUIKSSTORINGEN
BELANGRIJK!
Ondanks voortdurende
kwaliteitscontroles, kunnen er defecten of storingen
optreden die het gevolg zijn van het niet goed
functioneren van onderdelen die in de looptrainer
zijn gebruikt. In de meeste gevallen is het onnodig
om het gehele apparaat ter reparatie aan te bieden,
aangezien de storing meestal kan worden opgelost
door het vervangen van het defecte onderdeel.
Mochten er storingen optreden bij het gebruik van
de trainer, neem dan onmiddellijk contact op met uw
Tunturi dealer. Vermeldt daarbij altijd het model en
het serienummer van uw Tunturi trainer, de eventuele
storingscode en door wie de trainer is geïnstalleerd.
Indien u merkt dat er iets niet in orde is met de
looptrainer, schakelt u direct de looptrainer uit door de
aan- en uitknop in te drukken. Wacht vervolgens één
minuut en schakel de looptrainer weer aan. Op deze
manier moeten incidentele fouten hersteld zijn en kan
de looptrainer opnieuw worden gebruikt. Indien de
looptrainer na het aan- en uitschakelen door de aan-
en uitknop nog steeds niet goed functioneert, neem
dan contact op met uw Tunturi dealer voor onderhoud.
Vermeldt bij het bestellen van onderdelen het model,
het serienummer van het apparaat en het nummer van
het onderdeel. Op de laatste pagina's van deze gids
vindt u de onderdelenlijst.
STORINGEN
De monitor meldt de storingen op het screen aan.
E1:
Storing van de snelheidssensor. Neem de stekker
uit het stopcontact, wacht een minuut en zet hem dan
opnieuw aan. Als de foutmelding niet terugkomt,
kunt u het toestel verder normaal gebruiken. Als de
foutmelding niet verdwijnt, neem dan contact op met
de verkoper van het toestel.
E6, E7:
Storing van de hefmotor. Neem de stekker uit
het stopcontact, wacht een minuut en zet hem dan
opnieuw aan. Als de foutmelding niet terugkomt,
kunt u het toestel verder normaal gebruiken. Als de
foutmelding niet verdwijnt, neem dan contact op met
de verkoper van het toestel.
BEVEILIGING TEGEN STROOMOVERLAST
Als het stroomverbruik van de loopmat te groot
wordt, wordt de stroomtoevoer als veiligheidsfunctie
van de mat door deze beveiliging naar de loopmat
onderbroken en springt de drukknop van de
zekeringsstop naast de stroomonderbreker naar boven.
Voor u verder gaat met het gebruiken van de mat moet
u eerst de smering van de mat controleren en voorts
eventuele andere mechanische oorzaken voor het
doorslaan van de beveiliging onderzoeken. Dan pas
drukt u de knop van de zekeringsstop weer in en is het
apparaat weer gebruiksklaar.