beautypg.com

Tunturi T20 User Manual

Page 32

background image

32

H

A

N

D

L

E

ID

IN

G

T

2

0

bevestigen.

b.

Houd twee seconden ingedrukt om alle

waarden terug te stellen naar de initiële

modus.

7. SPEED + :

a.

Verhoogt de snelheid van 0,8 tot 20,0 km/u

(0,5 tot 12,5 MPH) zoals getoond op het

scherm SPEED. Eenmaal drukken komt

overeen met 0,1 km/u of 0,1 MPH. Door

de toets gedurende 2 seconden ingedrukt te

houden stijgt de snelheid sneller.

b.

Druk op deze toets om een programma te

kiezen uit P1, P2, P3, P4, P5, P6, P7, P8, U1,

U2 en U3.

8. SPEED - :

a.

Verlaagt de snelheid van 20,0 tot 0,8 km/u

(12,5 tot 0,5 MPH) zoals getoond op het

scherm SPEED. Eenmaal drukken komt

overeen met 0,1 km/u of 0,1 MPH. Door

de toets gedurende 2 seconden ingedrukt te

houden daalt de snelheid sneller.

b.

Druk op deze toets om een programma te

kiezen uit P1, U3, U3, U1, P8, P7, P6, P5,

P4, P3, P2.

C. DIRECTE SPEED TOETSEN:

Er zijn 6 directe Speed toetsen ingesteld als 4, 6, 8,

10, 12 en 14 km/u of als 2, 3, 4, 5, 6, 7 MPH. De

snelheid verandert bij voorbeeld van om het even

welke snelheid naar 8 km/u door op de directe Speed

toets 8 te drukken.

D. DIRECTE ELEVATION TOETSEN:

Er zijn 6 directe Elevation toetsen ingesteld als 0, 2, 4,

6, 8 en 10%. De hellingsgraad verandert bij voorbeeld

van om het even welke hellingsgraad naar 4% door op

de directe Elevation toets 4 te drukken.

E. SPEED QUICK-ACCESS TOETSEN:

+ :

hetzelfde als Speed +

- :

hetzelfde als Speed –

F. ELEVATION QUICK-ACCESS TOETSEN

+ :

hetzelfde als Elevation +

- :

hetzelfde als Elevation –

LED-LAMPJES, SCHERMEN EN
WERKINGSBEREIK

De standaardwaarden zijn PROGRAM = Manual (M),

TIME = 00:00 (optellend), SPEED = 0,0, DISTANCE

= 0,00 (optellend), CALORIES = 0 (optellend),

HEART RATE = 0 en ELEVATION = 0

A. 2 LED-LAMPJES:

wanneer het lampje HEART

RATE brandt wordt de hartslag weergegeven

op het scherm HEART RATE / ELEVATION.

Wanneer het lampje ELEVATION brandt wordt de

hellingsgraad weergegeven op het scherm HEART

RATE / ELEVATION

B. SCHERM PROGRAM :

toont de informatie in actie

die gekozen wordt met de toets SCAN/SELECT.

Er kan gekozen worden uit P1 tot P8 en drie

gebruikersinstellingen.

C. SCHERM TIME :

toont de trainingstijd optellend of

aftellend. Wanneer de loopband niet in gebruik

is en de veiligheidssleutel op ON staat, kan het

scherm gekozen worden door op “ENTER” te

drukken en dan ingesteld met “+” of “-“. Het

optelbereik gaat van 00:00 tot 99:59, het aftelbereik

van 10:00 tot 99:00. Na het aftellen tot 00:00 geeft

de monitor 12 biepsignalen en stopt de loopband.

D. SCHERM SPEED :

toont de snelheid die de loopband

levert. Kan ingesteld worden met de toetsen

“SPEED +” en “SPEED –“ van 0,5 tot 12 MPH of

van 0,8 tot 20 km/u.

E. SCHERM DISTANCE :

Toont de afstand optellend

of aftellend. Met stilstaande loopband en de

veiligheidssleutel op ON, kan deze waarde gekozen

worden door op ENTER te drukken en ingesteld

met de toetsen SPEED +/- of ELEVATION +/-.

Het optelbereik gaat van 0,00 tot 999 MPH/km/u,

het aftelbereik van 999 tot 0 MPH/km/u. Na het

aftellen tot 0 geeft de monitor 12 biepsignalen en

stopt de loopband.

F. SCHERM KCAL :

Toont de calorieën optellend

of aftellend. Met stilstaande loopband en de

veiligheidssleutel op ON, kan deze waarde gekozen

worden door op ENTER te drukken en ingesteld

met de toetsen SPEED +/- of ELEVATION +/-.Het

optelbereik gaat van 0 tot 999 Kcal, het aftelbereik

van 999 tot 0 Kcal. Na het aftellen tot 0 geeft de

monitor 12 biepsignalen en stopt de loopband.

G. SCHERM HEART RATE / ELEVATION :

de getoonde

waarde is standaard de hartslag en het lampje

HEART RATE brandt. Tijdens de instelling

verandert het naar hellingsgraad % en brandt het

lampje ELEVATION.

WERKINGSINSTRUCTIES
(LEES AANDACHTIG DOOR ALVORENS HET
TOESTEL TE GEBRUIKEN)

A. VEILIGHEID:

Om te beginnen: schakel het toestel aan en plaats

de veiligheidssleutel op de monitor. Het toestel

en de LED-schermen werken niet indien de

veiligheidssleutel niet geplaatst is. Het andere uiteinde

van de veiligheidssleutel moet vastgeclipt worden

aan de gebruiker om ervoor te zorgen dat het toestel

stopt indien de gebruiker per ongeluk van de band zou

lopen. Bij een val wordt de veiligheidsleutel van de

monitor getrokken en stopt de loopband onmiddellijk

om verwondingen te voorkomen.

B. PROGRAMMAKEUZE:

Er zijn 11 programma’s, waaronder 8 vooraf

ingestelde programma’s en 3 gebruikersprogramma’s

waaruit gekozen wordt met de toets SCAN/SELECT.

C. PROGRAMMAGRAFIEK:

De grafieken in het scherm PROGRAM geven het

snelheidsprofiel weer, maar ook de hellingsgraad

verandert tijdens de training. Het scherm bevat 20

kolommen. Indien de waarde TIME niet is ingesteld,

duurt elk programma 20 minuten of 1 minuut voor elk

interval. Indien de waarde TIME is ingesteld, varieert

elk interval. Bij voorbeeld, indien de waarde TIME is

ingesteld op 10 minuten aftellend, duurt elk interval

10 minuten gedeeld door 20 intervals (10/20=0,5) of

30 seconden.

D. TRAINEN MET EEN SPECIFIEK DOEL

In alle programma’s kan de gebruiker de waarden