Pioneer PLASMA DISPLAY User Manual
Page 257
Nederlands
BEDIENEN V
AN HET ON-SCREEN DISPLA
Y (OSD
)
26
Du
SCREEN
Het is mogelijk om de positie van het beeld te wijzigen en
flikkeringen van het beeld te verhelpen.
Voorbeeld: Instellen van de verticale positie van het
beeld
Selecteer “SCREEN” van het “VIDEO WALL”-menu en
druk op de MENU/SET-toets.
Het “SCREEN”-menu verschijnt.
Stel de verticale positie in via “V.POSITION” van het
“SCREEN”-menu.
SCREEN
SCREEN SIZE
V. POSITION
H. POSITION
V. SIZE
H. SIZE
AUTO PICTURE
PHASE
CLOCK
: 4 : 3
: OFF
SEL.
ADJ.
EXIT RETURN
V.POSITION
+ 6 4
Informatie
Ⅵ SCREEN-instellingen
Dit zijn dezelfde instellingen als die van het
“SCREEN”-menu op blz. 16.
P. ON DELAY (vertraagd inschakelen)
Gebruik deze functie om de plasmaschermen één voor één
met enige onderlinge vertraging in te schakelen.
Hiervoor moet de automatische identificatie zijn
ingeschakeld.
Voorbeeld: Instellen op “ON”
Zet “P. ON DELAY” van het “VIDEO WALL”-menu op
“ON”.
VIDEO WALL
DIVIDER
POSITION
DISP. MODE
AUTO ID
SCREEN
P. ON DELAY
ABL LINK
REPEAT TIMER
: 1
: NORMAL
: OFF
:
ON
: OFF
: OFF
SEL.
ADJ.
EXIT RETURN
Informatie
Ⅵ P. ON DELAY-instellingen
ON: De plasmaschermen worden één voor één
ingeschakeld met enige onderlinge vertraging.
OFF: De plasmaschermen worden allemaal
tegelijkertijd ingeschakeld.
(Alleen voor videowanden van 16 en 25 schermen)
MODE1: De plasmaschermen worden één voor één
ingeschakeld met enige onderlinge vertraging.
MODE2: De plasmaschermen worden één voor één
ingeschakeld met een iets langere onderlinge vertraging.
* Als deze functie eenmaal op “ON” is gezet, werkt de
POWER ON/OFF-toets van de afstandsbediening alleen
nog maar bij plasmascherm nr. 1. Als de POWER ON-
toets van de afstandsbediening van plasmascherm nr. 1
wordt ingedrukt, worden alle plasmaschermen één voor
één ingeschakeld.
* Vanaf het tweede plasmascherm functioneert noch de
POWER-toets van het plasmascherm noch de POWER
ON-toets van de afstandsbediening meer. U kunt een
plasmascherm echter gewoon inschakelen door de
POWER ON-toets van de bij het scherm behorende
afstandsbediening gedurende 3 seconden ingedrukt te
houden.
ABL LINK
Gebruik deze functie om ervoor te zorgen dat alle
plasmaschermen voortdurend een uniforme helderheid
hebben.
Hiervoor moet de automatische identificatie zijn
ingeschakeld en de DIVIDER op 1, 4 of 9 zijn ingesteld.
Voorbeeld: Instellen op “ON”
Zet “ABL LINK” van het “VIDEO WALL”-menu op “ON”
en druk op de MENU/SET-toets.
VIDEO WALL
DIVIDER
POSITION
DISP. MODE
AUTO ID
SCREEN
P. ON DELAY
ABL LINK
REPEAT TIMER
: 1
: NORMAL
: OFF
: OFF
:
ON
: OFF
SEL.
ADJ.
EXIT RETURN
Informatie
Ⅵ ABL LINK-instellingen
ON: Alle plasmaschermen hebben voortdurend een
uniforme helderheid. Deze instelling is alleen mogelijk
wanneer een 2
×2 of 3×3 videowand is geselecteerd.
OFF: Elk plasmascherm in de videowand heeft
onafhankelijke helderheidsinstellingen.
* Om deze functie te kunne gebruiken moeten de
plasmaschermen op elkaar worden aangesloten met
behulp van afstandsbedieningskabels (los verkrijgbaar)
en wel op volgorde van de positienummers voor een
2
×2 videowand. Zie onderstaande tekening.
* Als de instellingen van DIVIDER of POSITION worden
gewijzigd, wordt ABL LINK automatisch uitgeschakeld.
REMOTE
IN
REMOTE
IN
REMOTE
OUT
REMOTE
OUT
REMOTE
IN
REMOTE
OUT
REMOTE
OUT
REMOTE
IN
No.1 No.2
No.3
No.4
No.1 No.2
No.3
No.4
No.1 No.2
No.3
No.4
No.1 No.2
No.3
No.4
Scherm 1
Scherm 2
Scherm 4
Scherm 3
* Net als bij een 2
×2 videowand moet bij een 3×3
videowand het laatste plasmascherm weer op het eerste
plasmascherm worden aangesloten.
Opmerking: De afstandsbediening kan gewoon
worden gebruikt, tenzij IR REMOTE op OFF is gezet.