Instellingenmenu option1 – Pioneer PLASMA DISPLAY User Manual
Page 248
Nederlands
BEDIENEN V
AN HET ON-SCREEN DISPLA
Y (OSD
)
17
Du
Instellingenmenu OPTION1
Instellen van de on-screen display
Er zijn diverse keuzemogelijkheden voor de positie van
het menu, de stand (horizontaal of verticaal), enz.
Voorbeeld: Uitschakelen van het on-screen display
Selecteer “OSD” van het “OPTION1”-menu en druk op de
MENU/SET-toets.
Het “OSD”-menu verschijnt.
Zet “DISPLAY OSD” van het “OSD”-menu op “OFF”.
OSD
DISPLAY OSD
OSD ADJUST
OSD ANGLE
OSD ORBITER
OSD CONTRAST
:
OFF
: 1
: H
: OFF
: LOW
SEL.
ADJ.
EXIT RETURN
Informatie
Ⅵ DISPLAY OSD-instellingen
ON: Er wordt informatie over het beeldformaat, het
volume, enz. getoond.
OFF: Er wordt geen informatie over het beeldformaat,
het volume, enz. getoond.
Ook functioneert de DISPLAY-toets van de
afstandsbediening niet.
Ⅵ OSD ADJUST-instellingen
Bepaalt de positie van het menu op het scherm.
U kunt kiezen uit de posities 1 t/m 6.
Ⅵ OSD ANGLE-instellingen
Bepaalt de stand (liggend “H” of staand “V”). Wanneer
het plasmascherm verticaal is geïnstalleerd, moet “OSD
ANGLE” op “V” worden gezet.
“H”
“V”
Ⅵ OSD ORBITER-instellingen
ON: Telkens wanneer het on-screen display wordt
weergegeven, verschijnt de positie van het menu met 8
beeldpunten.
OFF: Het on-screen display verschijnt telkens op
dezelfde positie.
Ⅵ OSD CONTRAST-instellingen
NORMAL: Het on-screen display heeft een normaal
contrast.
LOW: Het on-screen display heeft een laag contrast.
Instellen van de PC2/COMPONENT-
aansluitingen
Via de instelling “BNC INPUT” kan de PC2/
COMPONENT2-aansluiting worden ingesteld op RGB,
component en SCART1 of 2.
Voorbeeld: Instellen van “BNC INPUT” op “COMP.”.
Zet “BNC INPUT” van het “OPTION1”-menu op “COMP.”.
OPTION1
1 / 3
OSD
BNC INPUT
D-SUB INPUT
RGB SELECT
HD SELECT
INPUT SKIP
ALL RESET
NEXT PAGE
:
COMP.
: RGB
: AUTO
: 1080B
: OFF
: OFF
SEL.
ADJ.
EXIT RETURN
Informatie
Ⅵ BNC INPUT-instellingen
RGB: Gebruik de 5 BNC-aansluitingen voor HD, VD
en RGB-signalen.
COMP.: Gebruik de 3 BNC-aansluitingen voor
component-signalen.
SCART1: Gebruik de 4 BNC-aansluitingen voor RGB
met composite sync. Zie blz. 6.
SCART2: Gebruik de 3 BNC-aansluitingen voor RGB
en de VIDEO1-aansluiting voor composite sync. Zie
blz. 6.
OPTION1
1 / 3
OSD
BNC INPUT
D-SUB INPUT
RGB SELECT
HD SELECT
INPUT SKIP
ALL RESET
NEXT PAGE
: RGB
: RGB
: AUTO
: 1080B
: OFF
: OFF
SEL.
EXIT RETURN
OK
MENU
OPTION1
OSD
BNC INPUT
D-SUB INPUT
RGB SELECT
HD SELECT
INPUT SKIP
ALL RESET
: RGB
: RGB
: AUTO
: 1080B
: OFF
: OFF
1024
768
SEL.
EXIT RETURN
OK
MENU
Instellen van de PC1-aansluiting
Via de instelling “D-SUB INPUT” kan het type signaal
worden geselecteerd dat via de PC1-aansluiting wordt
ingevoerd.
Voorbeeld: Instellen van “D-SUB INPUT” op
“SCART3”.
Zet “D-SUB INPUT” van het “OPTION1”-menu op
“SCART3”.
OPTION1
1 / 3
OSD
BNC INPUT
D-SUB INPUT
RGB SELECT
HD SELECT
INPUT SKIP
ALL RESET
NEXT PAGE
: RGB
:
SCART3
: AUTO
: 1080B
: OFF
: OFF
SEL.
ADJ.
EXIT RETURN
Informatie
Ⅵ D-SUB INPUT-instellingen
RGB: Gebruik de D-SUB-aansluiting voor RGB-
signalen.
SCART3: Gebruik de D-SUB-aansluiting voor RGB-
signalen via SCART. Zie blz. 6.