Crivit Sports Stunt Kite - Manual (Page 24)

24 NL
BELANGRIJK! Controleer eerst of het
gebied geschikt is (zie veiligheidsin-
structies, pagina 22-23), bepaalt de
windrichting en -sterkte (hiervoor kunt
u bijv. gebruik maken van een speciale
windmeter - niet mee inbegrepen - ver-
krijgbaar in de vakhandel). Neem hier-
voor de beschrijving van de windsterk-
tes op pagina 26 in acht.
Het is het makkelijkste, als iemand u helpt de
matrasvlieger met de onderkant naar de wind
gedraaid, vast te houden. De openingen van
de luchtkamers zijn hierbij naar boven gericht
(afb. G). Ga nu achteruit tegen de wind totdat
de vlieglijnen onder spanning staan. De vlieger
dient hierbij nog door uw helper te worden vast-
gehouden. Op uw commando laat de helper de
matrasvlieger los. De matrasvlieger wordt niet
omhoog gegooid! Bij voldoende wind is een
stevige ruk aan de vlieglijnen en event. nog een
stap naar achteren voldoende. Let hierbij op
personen of hindernissen.
G
wind
Voor de start
Bevestiging van de vlieglijn aan de
stuurstang
(zie overzicht opbouw)
Haal de stuurstang (7) uit de opbergtas. Draai
beide vlieglijnen (4) helemaal van de stuurstang
af. Vervolgens bevestigt u één van de vlieglijnen
aan het rechter bandje van de stuurstang (5) en
de andere vlieglijn aan het linker bandje van de
stuurstang. Ter bevestiging gebruikt u de
toomknoop (beschrijving toomknoop).
Bevestiging van de vlieglijn aan de
matrasvlieger
(zie overzicht opbouw)
De matrasvlieger dient compleet te worden
uitgerold. Maak eerst het aanknooppunt van de
vlieglijnen (3) van de transportbeveiligingslus (9)
aan de sleepkant (1) los. Daarna bevestigt u elk
één vlieglijn aan de beide aanknooppunten. Ter
bevestiging gebruikt u de toomknoop (beschrij-
ving toomknoop).
Opmerking!
Voordat u de matrasvlieger na het vliegeren
weer opbergt, bevestigt u het aanknooppunt
van de vlieglijn weer aan de transportlus, om
verdraaiingen te voorkomen.
Toomknoop
Ga met duim en wijsvinger in de lus van de
vlieglijn, afb. B.
Draai de lus om, afb. C.
Druk de zijdelingse uiteinden naar beneden,
afb. D.
Bevestiging de vlieglijn aan de stuurstang/
matrasvlieger: Door de ontstane lus trekt u nu de
te verbinden lijn (aanknoop punt vlieglijn c.q.
stuurstangbandje), afb. E.
Trek de toomknoop vast, afb. F.