5 flitsfuncties – Metz MECABLITZ 44 AF-1 digital User Manual
Page 65
65
x
belicht. Vindt de aanduiding na de opna-
me niet plaats, dan werd deze onderbe-
licht en moet u het eerstvolgende lagere
diafragmagetal instellen (bijv. diafragma
8 in plaats van 11 gebruiken en/of de
afstand tot het onderwerp, c.q. bij indi-
rect flitsen het reflecterend vlak, verklei-
nen) en de opname overmaken.
4.3 Aanduiding van de flitsfunctie
De ingestelde functie wordt door de daar-
toe aangebrachte LED aangegeven, bijv.
TTL-functie.
5 Flitsfuncties
Afhankelijk van het type camera staan u
verschillende TTL-flitsfuncties, de met de
hand in te stellen (manual) flitsfunctie en
de remote slaafflitsfunctie ter beschik-
king.
De instelling van de flitsfunctie geschiedt
met de betreffende toets TTL, M of SL.
Voor het instellen van de TTL-flitsfuncties
en van de manual functie moet er eerst
een uitwisseling van gegevens tussen
camera en flitser plaats hebben gevon-
den, bijvoorbeeld door het even aantip-
pen van de ontspanknop op de camera.
5.1 TTL-flitsfuncties
Met de TTL-flitsfuncties verkrijgt u op een-
voudige wijze zeer goede flitsopnamen.
In de TTL-flitsfunctie wordt de meting van
de belichting door een sensor in de
camera uitgevoerd. Deze meet, door het
objectief heen (TTL = ‘Through The Lens’),
het door het onderwerp gereflecteerde
licht.
De camera bepaalt dan automatisch de
vereiste hoeveelheid flitslicht voor een
correct belichte opname.
Het voordeel van de TTL-flitsfuncties ligt
hierin, dat alle factoren die de belichting
beïnvloeden (zoals opnamefilters, veran-
dering van diafragma-instelling en brand-
puntsafstanden bij zoomobjectieven, ver-
lengde balguittrek voor dichtbijopnamen
enz.) automatisch bij de regeling van het
flitslicht in acht worden genomen.
Na een correct belichte opname licht de
toets
ቦ ong. 3 seconden rood op
(zie 4.2).
Kijk goed of er voor uw type camera
beperkingen gelden inzake de ISO-
waarde voor de TTL-flitsfunctie
(bijv. ISO 64 tot ISO 1000; zie de
gebruiksaanwijzing van uw camera)!
+
M
TTL
SL